Gedicht
Michael Palmer
Dream of a Language that Speaks
DROOM VAN EEN TAAL DIE SPREEKT
Hallo Gozo, hier zijn we dan,de rondtollende wereld, is
het dan zover gekomen?
Dingen smeden, hen uitspreken,
miltvuur nagelen
aan zijn koperplaat,
het voorwerp op zijn naam afstemmen,
de ster op haar kaart.
(De sirenes, de gierende machines,
maken deel uit van de muziek, lijkt het
nu net, en helixen van rook
overspoelen het verbaasde oog;
en dan onze weeklagende zelven, Gozo,
zwierend tussen stem en echo.)
Zo weinigen en zo velen,
zijn we dan zover gekomen?
Inkt lozen op sneeuw?
Ik ben moe, Gozo,
moe van het ons/niet ons,
van de bloedfabrieken,
moe van de toenemende zonnen
en moe van de aanvaring met
de woorden zoals ze verschijnen
zonder iets als een "met uw goedvinden",
zonder iets als een groet.
Hoe meer zonnen hoe donkerder —
is het niet altijd zo —
en in de vallende duisternis
Spookachtig Groot en Spookachtig Klein
over koetjes en kalfjes pratend
terwijl ze verpozen en stappen
op een pad van stenen,
terwijl ze stappen en stappen,
klossen ze verhalen,
beproeven het stof,
stappen ze verder naar boven —
beneden ligt een stad,
allemaal lichtjes —
stappen ze naar boven,
tikken tegen anjers, bergbessen,
Turkse lelies met hun stokken.
Kan je me horen? vraagt Groot.
Hoor je me? vraagt Klein.
Een vraag die op een vraag aast.
En ze stellen hun lamp op
tussen de stenen.
voor Yoshimasu Gozo
© Vertaling: 2010, Tom Van de Voorde
Dream of a Language that Speaks
Hello Gozo, here we are,
the spinning world, has
it come this far?
Hammering things, speeching them,
nailing the anthrax
to its copper plate,
matching the object to its name,
the star to its chart.
(The sirens, the howling machines,
are part of the music it seems
just now, and helices of smoke
engulf the astonished eye;
and then our keening selves, Gozo,
whirled between voice and echo.)
So few and so many,
have we come this far?
Sluicing ink onto snow?
I’m tired, Gozo,
tired of the us/not us,
of the factories of blood,
tired of the multiplying suns
and tired of colliding with
the words as they appear
without so much as a “by your leave,”
without so much as a greeting.
The more suns the more dark —
is it not always so—
and in the gathering dark
Ghostly Tall and Ghostly Small
making their small talk
as they pause and they walk
on a path of stones,
as they walk and walk,
skeining their tales,
testing the dust,
higher up they walk—
there’s a city below,
pinpoints of light—
high up they walk,
flicking dianthus, mountain berries,
turk’s-caps with their sticks.
Can you hear me? asks Tall.
Do you hear me? asks Small.
Question pursuing question.
And they set out their lamp
amid the stones.
for Yoshimasu Gozo
© 2005, Michael Palmer
From: Company of Moths
Publisher: New Directions, New York
From: Company of Moths
Publisher: New Directions, New York
Gedichten
Gedichten van Michael Palmer
Close
DROOM VAN EEN TAAL DIE SPREEKT
Hallo Gozo, hier zijn we dan,de rondtollende wereld, is
het dan zover gekomen?
Dingen smeden, hen uitspreken,
miltvuur nagelen
aan zijn koperplaat,
het voorwerp op zijn naam afstemmen,
de ster op haar kaart.
(De sirenes, de gierende machines,
maken deel uit van de muziek, lijkt het
nu net, en helixen van rook
overspoelen het verbaasde oog;
en dan onze weeklagende zelven, Gozo,
zwierend tussen stem en echo.)
Zo weinigen en zo velen,
zijn we dan zover gekomen?
Inkt lozen op sneeuw?
Ik ben moe, Gozo,
moe van het ons/niet ons,
van de bloedfabrieken,
moe van de toenemende zonnen
en moe van de aanvaring met
de woorden zoals ze verschijnen
zonder iets als een "met uw goedvinden",
zonder iets als een groet.
Hoe meer zonnen hoe donkerder —
is het niet altijd zo —
en in de vallende duisternis
Spookachtig Groot en Spookachtig Klein
over koetjes en kalfjes pratend
terwijl ze verpozen en stappen
op een pad van stenen,
terwijl ze stappen en stappen,
klossen ze verhalen,
beproeven het stof,
stappen ze verder naar boven —
beneden ligt een stad,
allemaal lichtjes —
stappen ze naar boven,
tikken tegen anjers, bergbessen,
Turkse lelies met hun stokken.
Kan je me horen? vraagt Groot.
Hoor je me? vraagt Klein.
Een vraag die op een vraag aast.
En ze stellen hun lamp op
tussen de stenen.
voor Yoshimasu Gozo
© 2010, Tom Van de Voorde
From: Company of Moths
From: Company of Moths
Dream of a Language that Speaks
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère