Gedicht
Michael Palmer
SIXTH ELEGY
ZESDE ELEGIE
Hier, Zuster, kun je zeggendat vaarwel hallo betekent,
dag nacht, ver nabij, hier
waar de rivieren heuvelopwaarts stromen
en de wolken roerloos zijn
en je schaduw, spookzuster,
een vlammend licht uitstraalt.
Zuster, we reden op de zwijgende centauren
en vuurvogels rond en rond in het donker;
en traag leerden we spellen
zonder woorden, de eb en de golven te peilen
van het onvertelbare verhaal. Prijs de oneindige,
naamloze vertellers van verhalen
wuivend vanuit de populierentakken.
De wind is van hen.
Van ons is de adem,
de rafelige draad, de komst
en terugkomst van de jongleur zijn gestolen lied.
Niets te weten, niets te vertellen
van het nu en het toen welbeschouwd.
Ik zie dat de wereld gek is, zingt Kabir,
die inkt noch pen heeft gekend
zwervend op de eilanden van deze aarde
waar op altijd neer betekent
en een lied geluidloos is.
© Vertaling: 2017, Tom Van de Voorde
SIXTH ELEGY
Here, Sister, it can be saidthat good-by means hello,
day night, far near, here
where the rivers run uphill
and the clouds lie still
and your shadow, ghost sister,
emits an incendiary light.
Sister, we have ridden the mute centaurs
and firebirds round and round in the dark
and slowly learned to spell
without words, gauge the ebbs and swells
of the untellable tale. Praise the infinite,
nameless tellers of tales
swaying from the poplar’s limbs.
The wind belongs to them.
To us the breath,
the frayed thread, the turn
and return of the juggler’s stolen song.
Nothing to know, nothing to tell
of the now and the then after all.
I see the world is mad, sings Kabir,
who knew neither ink nor pen
as he wandered the islands of this earth
where up is ever down
and song has no sound.
© 2017, Michael Palmer
Gedichten
Gedichten van Michael Palmer
Close
ZESDE ELEGIE
Hier, Zuster, kun je zeggendat vaarwel hallo betekent,
dag nacht, ver nabij, hier
waar de rivieren heuvelopwaarts stromen
en de wolken roerloos zijn
en je schaduw, spookzuster,
een vlammend licht uitstraalt.
Zuster, we reden op de zwijgende centauren
en vuurvogels rond en rond in het donker;
en traag leerden we spellen
zonder woorden, de eb en de golven te peilen
van het onvertelbare verhaal. Prijs de oneindige,
naamloze vertellers van verhalen
wuivend vanuit de populierentakken.
De wind is van hen.
Van ons is de adem,
de rafelige draad, de komst
en terugkomst van de jongleur zijn gestolen lied.
Niets te weten, niets te vertellen
van het nu en het toen welbeschouwd.
Ik zie dat de wereld gek is, zingt Kabir,
die inkt noch pen heeft gekend
zwervend op de eilanden van deze aarde
waar op altijd neer betekent
en een lied geluidloos is.
© 2017, Tom Van de Voorde
SIXTH ELEGY
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère