Poetry International Poetry International
Gedicht

Michael Palmer

Last Request

LAATSTE VERZOEK

Begraaf me in een cacaoschil, het is tijd.
Begraaf me in een Mercedes, een
zilveren, ik heb mijn einde ontmoet.
Begraaf me in het pantser van een kreeft, een

rugschild van rood, nu ben ik dood.
Begraaf me in een vliegtuig waar KLM op staat,
een typemachine van het merk Remington,
een lek geslagen boot, symbool van mijn stam.

Begraaf me in een pot Indische inkt,
de enige plek waar ik kan denken.
Begraaf me in een schedel in Voronezh
die droomt van waterjuffers

en het web van een spin, hopen
heuvels van mensenhoofden, sinds ik dood ben.
Begraaf me in een blik brandbare film
met Keaton (Buster) en Beckett (Sam).

Begraaf me in Little Boy en in Fat Man,
duikend naar de rand van de tijd.
Een koekoeksklok, een blok
van het blauwste ijs. Quincunx, Devil’s Trill,

of 22 juni, Town Hall, '45.
Leg me naast haar in het Lied der Liederen,
onze ledematen voor eeuwig verweven,
nu ik niet leef.

Of steek me met de dichters in een opiumpijp,
haar gloeiende lichtring.

Stop me onder de grond
zonder gedachte zonder geluid.

Last Request

Bury me in a cocoa pod, it’s time.
Bury me in a Mercedes Benz, a
silver one, I’ve met my end.
Bury me in a lobster shell, a

carapace of red, now I’m dead.
Bury me in a jet marked KLM,
a typewriter labeled Remington,
a stove-in boat, symbol of my clan.

Bury me in a pot of India ink,
only place that I can think.
Bury me in a skull in Voronezh
that dreams of dragonflies

and the spider’s web, heaped
hills of human heads, since I’m dead.
Bury me in a can of flammable film
with Keaton (Buster) and Beckett (Sam).

Bury me in Little Boy and in Fat Man,
plunging toward the edge of time.
A cuckoo clock, a block
of bluest ice. Quincunx, Devil’s Trill,

or 22 June, Town Hall, ’45.
Lay me beside her in the Song of Songs,
our limbs forever intertwined,
now that I’m not alive.

Or plant me with the poets in an opium pipe,
its glowing ring of light.

Stick me in the ground
without a thought without a sound.
Close

LAATSTE VERZOEK

Begraaf me in een cacaoschil, het is tijd.
Begraaf me in een Mercedes, een
zilveren, ik heb mijn einde ontmoet.
Begraaf me in het pantser van een kreeft, een

rugschild van rood, nu ben ik dood.
Begraaf me in een vliegtuig waar KLM op staat,
een typemachine van het merk Remington,
een lek geslagen boot, symbool van mijn stam.

Begraaf me in een pot Indische inkt,
de enige plek waar ik kan denken.
Begraaf me in een schedel in Voronezh
die droomt van waterjuffers

en het web van een spin, hopen
heuvels van mensenhoofden, sinds ik dood ben.
Begraaf me in een blik brandbare film
met Keaton (Buster) en Beckett (Sam).

Begraaf me in Little Boy en in Fat Man,
duikend naar de rand van de tijd.
Een koekoeksklok, een blok
van het blauwste ijs. Quincunx, Devil’s Trill,

of 22 juni, Town Hall, '45.
Leg me naast haar in het Lied der Liederen,
onze ledematen voor eeuwig verweven,
nu ik niet leef.

Of steek me met de dichters in een opiumpijp,
haar gloeiende lichtring.

Stop me onder de grond
zonder gedachte zonder geluid.

Last Request

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère