Gedicht
Raúl Zurita
1
In front the mountains emerge like a fine gauzethat curves over the shadows. The snow of the
cordillera phosphoresces lightly, like a gauze
that floats. Above, the infinite stars and the black
sky. Words are tenuous, the stars are tenuous.
I heard an unending field of white daisies. They
bend in the wind. I hear the moaning of the thin
stalks as they bend. It’s a grating, high-pitched
sound. When the wind stops the silence comes
back.
Bruno. Only a white line that falls and rises up
again. Above the line everything is black and
under it too. First there’s the beach, I know, then
the sea up to the horizon and then the sky. The
night is a closed black box, underneath it the line
of surf sounds and is white.
Bruno was my friend.
© Translation: 2009, William Rowe
From: INRI
From: INRI
1
Aan de voorkant doemen de bergen op als een gaas vantule en welven zich over de schaduwen. De sneeuw
op de bergketen glinstert licht, als een gaas dat zweeft.
Boven de oneindige sterren en de zwarte hemel.
De woorden zijn ijl, de sterren zijn ijl.
Ik hoorde een eindeloos veld met witte margrieten.
Ze klappen dubbel in de wind. Ik hoor de dunne stelen
kreunen als ze dubbelklappen. Het is een snerpend, scherp
geluid. Wanneer de wind gaat liggen, keert de stilte terug.
Bruno. Het is alleen een witte lijn die valt en zich
weer opricht. Boven de lijn is alles zwart en eronder
ook. Ervoor is het strand, dat weet ik, daarna de zee
tot aan de horizon en dan de hemel. De nacht is een
gesloten zwarte kist, eronder klinkt de lijn van de
branding en die is wit.
Bruno was mijn vriend.
1
Al frente las montañas emergen como una gasa detul curvándose contra las sombras. La nieve de la
cordillera fosforece levemente, como una gasa que
flota. Arriba las infinitas estrellas y el cielo negro.
Las palabras son leves, las estrellas son leves.
Escuché un campo interminable de margaritas
blancas. Se doblan por el viento. Oigo el gemido de
los delgados tallos al doblarse. El sonido es chirriante,
agudo. Cuando el viento cesa vuelve el silencio.
Bruno. Sólo es una línea blanca que cae y se
levanta. Arriba de la línea todo es negro y abajo
también. Antes está la playa, lo sé, después el mar
hasta el horizonte y luego el cielo. La noche es una
caja cerrada negra, abajo la línea de la rompiente
suena y es blanca.
Bruno era mi amigo.
© 2004, Raul Zurita
From: INRI
Publisher: Editorial Visor, Madrid
From: INRI
Publisher: Editorial Visor, Madrid
Gedichten
Gedichten van Raúl Zurita
Close
1
Aan de voorkant doemen de bergen op als een gaas vantule en welven zich over de schaduwen. De sneeuw
op de bergketen glinstert licht, als een gaas dat zweeft.
Boven de oneindige sterren en de zwarte hemel.
De woorden zijn ijl, de sterren zijn ijl.
Ik hoorde een eindeloos veld met witte margrieten.
Ze klappen dubbel in de wind. Ik hoor de dunne stelen
kreunen als ze dubbelklappen. Het is een snerpend, scherp
geluid. Wanneer de wind gaat liggen, keert de stilte terug.
Bruno. Het is alleen een witte lijn die valt en zich
weer opricht. Boven de lijn is alles zwart en eronder
ook. Ervoor is het strand, dat weet ik, daarna de zee
tot aan de horizon en dan de hemel. De nacht is een
gesloten zwarte kist, eronder klinkt de lijn van de
branding en die is wit.
Bruno was mijn vriend.
From: INRI
1
In front the mountains emerge like a fine gauzethat curves over the shadows. The snow of the
cordillera phosphoresces lightly, like a gauze
that floats. Above, the infinite stars and the black
sky. Words are tenuous, the stars are tenuous.
I heard an unending field of white daisies. They
bend in the wind. I hear the moaning of the thin
stalks as they bend. It’s a grating, high-pitched
sound. When the wind stops the silence comes
back.
Bruno. Only a white line that falls and rises up
again. Above the line everything is black and
under it too. First there’s the beach, I know, then
the sea up to the horizon and then the sky. The
night is a closed black box, underneath it the line
of surf sounds and is white.
Bruno was my friend.
© 2009, William Rowe
From: INRI
From: INRI
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère