Poetry International Poetry International
Gedicht

Yves Bonnefoy

Just before dawn

Just before dawn
I look through the window, and I think I understand
That it has stopped snowing. A blue puddle
Spreads, sparkling a little, in front of the trees,
From one end to the other of the night.

I go out.
I cautiously go down the wooden stairs
Where the fresh snow has levelled the steps.
The cold surrounds and penetrates my ankles,
It seems that my mind is clearer because of it,
Which perceives better the silence of things.

He is still sleeping
In the confusion of the pile of wood
Ricked under the window,
The chipmunk, our simple neighbour,
Or is he already roaming in the crunchy cold?
I see tiny marks in front of the door.

Even voor het aanbreken van de dag

Even voor het aanbreken van de dag
Kijk ik door het raam, en ik meen te begrijpen
Dat het ophield met sneeuwen. Een blauwe plas
Strekt zich flauw glinsterend uit voor de bomen,
Van de ene wand van de nacht naar de andere.

Ik ga naar buiten.
Ik daal behoedzaam de houten trap af
Waarvan de treden door verse sneeuw zijn geëffend.
De kou omklemt mijn enkels, dringt erdoorheen,
De geest wordt helderder, lijkt het,
Hoort scherper de stilte van de dingen.

Slaapt hij nog
In de wirwar van houtblokken, dicht
Gestapeld onder het venster,
De grondeekhoorn, onze eenvoudige buur,
Of dwaalt hij al door het gekraak en de kou?
Ik zie nietige sporen voor de deur.

Juste avant l’aube
Je regarde à travers les vitres, et je crois comprendre
Qu’il a cessé de neiger. Une flaque bleue
S’étend, brillante un peu, devant les arbres,
D’une paroi à l’autre de la nuit.

Je sors.
Je descends précautionneusement l’escalier de bois
Dont les marches sont nivelées par la neige fraîche.
Le froid cerne et pénètre mes chevilles,
Il semble que l’esprit en soit plus clair,
Qui perçoit mieux le silence des choses.

Dort-il encore
Dans l’enchevêtrement du tas de bois
Serré sous la fenêtre,
Le chipmunk, notre voisin simple,
Ou est-il déjà à errer dans les crissements et le froid?
Je vois d’infimes marques devant la porte.
Close

Even voor het aanbreken van de dag

Even voor het aanbreken van de dag
Kijk ik door het raam, en ik meen te begrijpen
Dat het ophield met sneeuwen. Een blauwe plas
Strekt zich flauw glinsterend uit voor de bomen,
Van de ene wand van de nacht naar de andere.

Ik ga naar buiten.
Ik daal behoedzaam de houten trap af
Waarvan de treden door verse sneeuw zijn geëffend.
De kou omklemt mijn enkels, dringt erdoorheen,
De geest wordt helderder, lijkt het,
Hoort scherper de stilte van de dingen.

Slaapt hij nog
In de wirwar van houtblokken, dicht
Gestapeld onder het venster,
De grondeekhoorn, onze eenvoudige buur,
Of dwaalt hij al door het gekraak en de kou?
Ik zie nietige sporen voor de deur.

Just before dawn

Just before dawn
I look through the window, and I think I understand
That it has stopped snowing. A blue puddle
Spreads, sparkling a little, in front of the trees,
From one end to the other of the night.

I go out.
I cautiously go down the wooden stairs
Where the fresh snow has levelled the steps.
The cold surrounds and penetrates my ankles,
It seems that my mind is clearer because of it,
Which perceives better the silence of things.

He is still sleeping
In the confusion of the pile of wood
Ricked under the window,
The chipmunk, our simple neighbour,
Or is he already roaming in the crunchy cold?
I see tiny marks in front of the door.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère