Gedicht
André Schmitz
On my honour I declare
On my honour I declarethat I have nothing to do with
myself.
I am not the landlord
of the body where I reside.
These eyes fixed day and night
on strange birds
and fascinated by the beauty of the world
are not the windows of my house.
The place where I am, what I am,
is not my homeland.
I am the son of a child who is not
yet born,
the wild husband of a woman whom I pass through
and who doesn’t belong to me.
A young girl somewhere is still trying
to be my mother.
© Translation: 2007, Sarah Lawson
Ik verzeker op mijn erewoord
Ik verzeker op mijn erewoorddat ik niets te maken heb met
mezelf.
Ik ben niet de eigenaar
van het lichaam waarin ik verblijf.
Die ogen, dag en nacht
op rare vogels gericht
en geboeid door de schoonheid van de wereld,
zijn niet de vensters van mijn huis.
Waar ik ben, wat ik ben
is niet mijn vaderland.
Ik ben de zoon van een kind dat nog niet is
geboren,
de woeste echtgenoot van een vrouw die mijn pad kruist
en me niet toebehoort.
Ergens probeert een jong meisje nog altijd
mijn moeder te zijn.
© Vertaling: 2007, John Fenoghen
J’affirme sur l’honneur
que je n’ai rien à voir avec
moi-même.
Je ne suis pas propriétaire
du corps où je réside.
Ces yeux braqués jour et nuit
sur d’étranges oiseaux
et fascinés par la beauté du monde
ne sont pas les fenêtres de ma maison.
Là où je suis, ce que je suis
n’est pas ma patrie.
Je suis le fils d’un enfant qui n’est
pas encore né,
l’époux sauvage d’une femme que je traverse
et qui ne m’appartient pas.
Une jeune fille quelque part tente encore
d’être ma mère.
que je n’ai rien à voir avec
moi-même.
Je ne suis pas propriétaire
du corps où je réside.
Ces yeux braqués jour et nuit
sur d’étranges oiseaux
et fascinés par la beauté du monde
ne sont pas les fenêtres de ma maison.
Là où je suis, ce que je suis
n’est pas ma patrie.
Je suis le fils d’un enfant qui n’est
pas encore né,
l’époux sauvage d’une femme que je traverse
et qui ne m’appartient pas.
Une jeune fille quelque part tente encore
d’être ma mère.
© 1991, André Schmitz
From: Les prodigues ordinaires
Publisher: L’Âge d’homme , Lausanne
From: Les prodigues ordinaires
Publisher: L’Âge d’homme , Lausanne
Gedichten
Gedichten van André Schmitz
Close
Ik verzeker op mijn erewoord
Ik verzeker op mijn erewoorddat ik niets te maken heb met
mezelf.
Ik ben niet de eigenaar
van het lichaam waarin ik verblijf.
Die ogen, dag en nacht
op rare vogels gericht
en geboeid door de schoonheid van de wereld,
zijn niet de vensters van mijn huis.
Waar ik ben, wat ik ben
is niet mijn vaderland.
Ik ben de zoon van een kind dat nog niet is
geboren,
de woeste echtgenoot van een vrouw die mijn pad kruist
en me niet toebehoort.
Ergens probeert een jong meisje nog altijd
mijn moeder te zijn.
© 2007, John Fenoghen
From: Les prodigues ordinaires
From: Les prodigues ordinaires
On my honour I declare
On my honour I declarethat I have nothing to do with
myself.
I am not the landlord
of the body where I reside.
These eyes fixed day and night
on strange birds
and fascinated by the beauty of the world
are not the windows of my house.
The place where I am, what I am,
is not my homeland.
I am the son of a child who is not
yet born,
the wild husband of a woman whom I pass through
and who doesn’t belong to me.
A young girl somewhere is still trying
to be my mother.
© 2007, Sarah Lawson
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère