Gedicht
Carolyn Forché
THE LAST PUPPET
DE LAATSTE HOUTEN POP
Maanlicht tikt op de poppenmakershut, het puntje van een penseeldat gelooide huid aantipt, licht dat van zilverreigervleugels in het water valt
als tranen op glas. Stenen bestoven met as. Tikt alsof er iemand was,
in een poging ons te wekken. Een klingelende bel in een donkerewolkentombe.
Dit puin is het poppenmakershuis, getroffen door een plotse wervelwind,
Een storm als de toekomst, vol met zwijnen, bomen, auto’s en iets
wat niemand zou moeten willen zien. Zeebodembranden. Verbrand weer.
De ooit zachte lucht gebalsemd in zout. Alsof God het heeft gezegd.
Ze doden de slang, vangen zijn bloed op in een glas sterkedrank,
samen met het nog kloppende hart. Niet iedereen doet dit.
Je drinkt het op, en later kauw je eindeloos op de taaie slangenspier.
Elders wordt het bloed van vleerhonden geserveerd zonder het hart.
Niemand weet wat dit uitmaakt.
Zielen hebben hun eigen wereld. Het lijk zijn bottenkooi.
Niets dan vuur overal waar het vuur lucht aantreft.
Er zijn geen gelooide huiden meer, dit is de laatste pop.
De poppenmaker houdt hem op naar het licht en laat hem spreken
in een taal die hij voor het laatst spreekt, zijn schaduw vindt de schaduw
op de muur van niemand anders. Dan legt hij een laatste lied in zijn mond.
Zielen hebben hun eigen wereld. Ze zijn de nakomelingen van wolken.
Neem deze pop mee naar Amerika. Houd hem in het licht.
© Vertaling: 2021, Astrid Staartjes
THE LAST PUPPET
Moonlight taps on the puppet maker’s hut, the tip of a brushtouching hide, light falling into water from an egret’s wings
like tears on glass. Stones dusted with ash. Taps as if someone were there,
attempting to wake us up. A bell ringing in a tomb of cloud.
This debris is the puppet maker’s house, taken by a sudden wind.
A storm like the future, filled with pigs, trees, cars, and something
no one should wish to see. Fires on the seafloor. Burnt weather.
The once-soft air embalmed in salt. As if God said it.
They kill the snake, drain its blood into a glass of liquor
along with its still-beating heart. Not everyone does this.
You drink it, and later you chew and chew the strong muscle of snake.
In another place, the blood of fruit bats is given without the heart.
No one knows the difference this makes.
Souls have their own world. The corpse its bone cage.
Nothing but fire everywhere the fire finds air.
There are no hides left, this is the last puppet.
The puppet maker lifts it to the light and has it speak
a language it will never speak again, its shadow finding the shadow
on the wall of no one else. Then he puts a last song in its mouth.
Souls have their own world. They are the descendants of clouds.
Take this puppet to America. Hold it to the light.
© 2020, Carolyn Forché
From: In the Lateness of the World
Publisher: Penguin, New York
From: In the Lateness of the World
Publisher: Penguin, New York
Gedichten
Gedichten van Carolyn Forché
Close
DE LAATSTE HOUTEN POP
Maanlicht tikt op de poppenmakershut, het puntje van een penseeldat gelooide huid aantipt, licht dat van zilverreigervleugels in het water valt
als tranen op glas. Stenen bestoven met as. Tikt alsof er iemand was,
in een poging ons te wekken. Een klingelende bel in een donkerewolkentombe.
Dit puin is het poppenmakershuis, getroffen door een plotse wervelwind,
Een storm als de toekomst, vol met zwijnen, bomen, auto’s en iets
wat niemand zou moeten willen zien. Zeebodembranden. Verbrand weer.
De ooit zachte lucht gebalsemd in zout. Alsof God het heeft gezegd.
Ze doden de slang, vangen zijn bloed op in een glas sterkedrank,
samen met het nog kloppende hart. Niet iedereen doet dit.
Je drinkt het op, en later kauw je eindeloos op de taaie slangenspier.
Elders wordt het bloed van vleerhonden geserveerd zonder het hart.
Niemand weet wat dit uitmaakt.
Zielen hebben hun eigen wereld. Het lijk zijn bottenkooi.
Niets dan vuur overal waar het vuur lucht aantreft.
Er zijn geen gelooide huiden meer, dit is de laatste pop.
De poppenmaker houdt hem op naar het licht en laat hem spreken
in een taal die hij voor het laatst spreekt, zijn schaduw vindt de schaduw
op de muur van niemand anders. Dan legt hij een laatste lied in zijn mond.
Zielen hebben hun eigen wereld. Ze zijn de nakomelingen van wolken.
Neem deze pop mee naar Amerika. Houd hem in het licht.
© 2021, Astrid Staartjes
From: In the Lateness of the World
From: In the Lateness of the World
THE LAST PUPPET
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère