Gedicht
Carolyn Forché
THE LIGHTKEEPER
DE LICHTWACHTER
Een scheepsloze nacht. Misthoorngeschal, opgeslokt door een muur van mist, en jijnog levend, gelokt door het licht alsof het een door monniken verzorgd vuur was,
duisternis, ooit geglazuurd met sterren maar nu doodsdonker als je naar binnen vaart.
Door wilde brem en zeewier, door heide en opengereten wol
rende je, terwijl je me meetrok zodat ik dit eenmaal in mijn leven zou zien:
het alsmaar draaiende licht, de wieling ervan, licht op zoek naar de verdwaalden,
al sinds het tijdperk van vuur, de tijd van kaarsen en olielampen,
walvisolie en lampenpitten, koolzaad en reuzel, petroleum en carbid,
de lichtsignalen van de vuurtoren op de gevaarlijke kust van Hook Head.
Je zegt tegen me: blijf wakker, wees als de lenzenmaker die stierf met zijn
longen vol glas, wees de bloeiende taxus wanneer de bijen rondzwermen, wees
hun oranje kathedraal, en zelfs de geesten van de cisterciënzers zullen je toelachen.
In een bepaald licht als na een bui, in parelvormige wolken of het water daarachter,
gezien of gevoeld water, zee of meer, zou je stil blijven staan en er lange tijd
over uitstaren. Ook toen vuurvliegjes aan- en uitgingen tussen de dennen
en er een ster verscheen, onze enige hemel. Jij hebt me geleerd zo te leven.
Dat het na de dood is zoals het was voor onze geboorte. Niets
om bang voor te zijn. Niets dan geluk, even ondraaglijk als de angst
waaruit het voortkomt. Ga altijd in de richting van het licht, wees scheepsloos.
© Vertaling: 2021, Astrid Staartjes
THE LIGHTKEEPER
A night without ships. Foghorns calling into walled cloud, and youstill alive, drawn to the light as if it were a fire kept by monks,
darkness once crusted with stars, but now death-dark as you sail inward.
Through wild gorse and sea wrack, through heather and torn wool
you ran, pulling me by the hand, so I might see this for once in my life:
the spin and spin of light, the whirring of it, light in search of the lost,
there since the era of fire, era of candles and hollow wick lamps,
whale oil and solid wick, colza and lard, kerosene and carbide,
the signal fires lighted on this perilous coast in the Tower of Hook.
You say to me, Stay awake, be like the lens maker who died with his
lungs full of glass, be the yew in blossom when bees swarm, be
their amber cathedral and even the ghosts of Cistercians will be kind to you.
In a certain light as after rain, in pearled clouds or the water beyond,
seen or sensed water, sea or lake, you would stop still and gaze out
for a long time. Also, when fireflies opened and closed in the pines,
and a star appeared, our only heaven. You taught me to live like this.
That after death it would be as it was before we were born. Nothing
to be afraid. Nothing but happiness as unbearable as the dread
from which it comes. Go toward the light always, be without ships.
© 2020, Carolyn Forché
From: In the Lateness of the World
Publisher: Penguin, New York
From: In the Lateness of the World
Publisher: Penguin, New York
Gedichten
Gedichten van Carolyn Forché
Close
DE LICHTWACHTER
Een scheepsloze nacht. Misthoorngeschal, opgeslokt door een muur van mist, en jijnog levend, gelokt door het licht alsof het een door monniken verzorgd vuur was,
duisternis, ooit geglazuurd met sterren maar nu doodsdonker als je naar binnen vaart.
Door wilde brem en zeewier, door heide en opengereten wol
rende je, terwijl je me meetrok zodat ik dit eenmaal in mijn leven zou zien:
het alsmaar draaiende licht, de wieling ervan, licht op zoek naar de verdwaalden,
al sinds het tijdperk van vuur, de tijd van kaarsen en olielampen,
walvisolie en lampenpitten, koolzaad en reuzel, petroleum en carbid,
de lichtsignalen van de vuurtoren op de gevaarlijke kust van Hook Head.
Je zegt tegen me: blijf wakker, wees als de lenzenmaker die stierf met zijn
longen vol glas, wees de bloeiende taxus wanneer de bijen rondzwermen, wees
hun oranje kathedraal, en zelfs de geesten van de cisterciënzers zullen je toelachen.
In een bepaald licht als na een bui, in parelvormige wolken of het water daarachter,
gezien of gevoeld water, zee of meer, zou je stil blijven staan en er lange tijd
over uitstaren. Ook toen vuurvliegjes aan- en uitgingen tussen de dennen
en er een ster verscheen, onze enige hemel. Jij hebt me geleerd zo te leven.
Dat het na de dood is zoals het was voor onze geboorte. Niets
om bang voor te zijn. Niets dan geluk, even ondraaglijk als de angst
waaruit het voortkomt. Ga altijd in de richting van het licht, wees scheepsloos.
© 2021, Astrid Staartjes
From: In the Lateness of the World
From: In the Lateness of the World
THE LIGHTKEEPER
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère