Poetry International Poetry International
Gedicht

Carolyn Forché

EXILE

BALLING

De stad van je jeugd rijst op tussen steppe en zee, tarwe en licht,
wit van het stof van hartschelpen, sterrenkijkers en zeenaaldengeraamtes,
stad van kalksteen, zacht genoeg om met een bijl uit te houwen, waar de zee
zich ontrolt en acacia’s, meegebracht door de Grieken op hun schepen,
’s zomers wit kleuren. Dus ja, je weet het nog, dit is de stad die je kwijt bent
geraakt, stad van smokkelaars en violisten, schaakspelers en apen,
een operahuis, een gekkenhuis, een spookkerk met een koor van wind,
waar twee dingen werden bewonderd: literatuur en schepen, poëzie en de zee.
Als je nu terugkeert zal het niet zijn als een voor anderen zichtbaar wezen, en wanneer
je langsloopt, zal het niet zijn alsof een man voorbijkwam maar eerder
alsof iemand zich iets langvergetens herinnerde en zich afvroeg waarom.
Als je terugkeert, zal je nog levende vader zijn komkommer-muntsoep
voor je klaarmaken of je de bonbon geven die ‘vogelmelk’ heet,
en na urenlang met hem aan zee naar zijn verloren sandalen te zoeken,
bezoek je samen weer het attractiepark waar je voorouders
begraven liggen, en daarna ga je huiswaarts naar het wooncomplex
dat gebouwd is door Duitse krijgsgevangenen, aan wie je vader brood gaf,
wat je, dat weet je nog, verbaasde. Je neemt de tram naar een halte
waar je niet langer kunt uitstappen, en hij loopt
met je mee tot hij verdwijnt, met nog altijd je onzichtbare hand in de zijne.

EXILE

The city of your childhood rises between steppe and sea, wheat and light,
white with the dust of cockleshells, stargazers, and bones of pipefish,
city of limestone soft enough to cut with a hatchet, where the sea
unfurls and acacias brought by Greeks on their ships
turn white in summer. So yes, you remember, this is the city you lost,
city of smugglers and violinists, chess players and monkeys,
an opera house, a madhouse, a ghost church with wind for its choir 
where two things were esteemed: literature and ships, poetry and the sea.
If you return now, it will not be as a being visible to others, and when
you walk past, it will not be as if a man had passed, but rather as if 
someone had remembered something long forgotten and wondered why.
If you return, your father will be alive to prepare for you
his mint-cucumber soup or give you the little sweet called bird’s milk,
and after hours of looking with him for his sandals lost near the sea,
you visit again together the amusement park where
your ancestors are buried, and then go home to the apartment house
built by German prisoners of war, to whom your father gave bread,
which you remember surprised you. You take the tram to a stop
where it is no longer possible to get off, and he walks
with you until he vanishes, still holding in his own your invisible hand.
Close

BALLING

De stad van je jeugd rijst op tussen steppe en zee, tarwe en licht,
wit van het stof van hartschelpen, sterrenkijkers en zeenaaldengeraamtes,
stad van kalksteen, zacht genoeg om met een bijl uit te houwen, waar de zee
zich ontrolt en acacia’s, meegebracht door de Grieken op hun schepen,
’s zomers wit kleuren. Dus ja, je weet het nog, dit is de stad die je kwijt bent
geraakt, stad van smokkelaars en violisten, schaakspelers en apen,
een operahuis, een gekkenhuis, een spookkerk met een koor van wind,
waar twee dingen werden bewonderd: literatuur en schepen, poëzie en de zee.
Als je nu terugkeert zal het niet zijn als een voor anderen zichtbaar wezen, en wanneer
je langsloopt, zal het niet zijn alsof een man voorbijkwam maar eerder
alsof iemand zich iets langvergetens herinnerde en zich afvroeg waarom.
Als je terugkeert, zal je nog levende vader zijn komkommer-muntsoep
voor je klaarmaken of je de bonbon geven die ‘vogelmelk’ heet,
en na urenlang met hem aan zee naar zijn verloren sandalen te zoeken,
bezoek je samen weer het attractiepark waar je voorouders
begraven liggen, en daarna ga je huiswaarts naar het wooncomplex
dat gebouwd is door Duitse krijgsgevangenen, aan wie je vader brood gaf,
wat je, dat weet je nog, verbaasde. Je neemt de tram naar een halte
waar je niet langer kunt uitstappen, en hij loopt
met je mee tot hij verdwijnt, met nog altijd je onzichtbare hand in de zijne.

EXILE

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère