A CIGARETTE

EEN SIGARET

Kijk –
de burgers van Vasenka weten niet dat zij het bewijs zijn van geluk. 

In tijden van oorlog
is iedereen een losgescheurde akte van de lach. 

Kijk, God –
doven hebben iets te vertellen
wat zelfs zij niet kunnen horen. 

Beklim een dak aan het Grote Plein van deze gebombardeerde stad, je zult zien
hoe de ene buur een sigaret snaait,
een ander een hond
een zonovergoten biertje geeft. 

U zult me vinden, God,
als een domme duivensnavel
pik ik
in het wilde weg naar verbijstering.

A CIGARETTE

Watch—
Vasenka citizens do not know they are evidence of happiness. 

In a time of war,
each is a ripped-out document of laughter. 

Watch, God—
deaf have something to tell
that not even they can hear. 

Climb a roof in Central Square of this bombarded city, you will see—
one neighbor thieves a cigarette,
another gives a dog
a pint of sunlit beer. 

You will find me, God,
like a dumb pigeon’s beak, I am
pecking
every which way at astonishment.