נוקטורן 1

Nocturne 1

A

Binnenshuis
Is alles ingeslagen:
De suiker in de pot,
Het brood in de brood-
trommel,
Het mes in de la,
In de koelkast de sla,
De kwade geesten
In de plooien van het gordijn,
In lagen boven elkaar
De dekbedovertrekken
De kussenslopen
De bustehouders
De onderbroeken,
Alles is ingeslagen:
De muziek in de groeven van de platen,
De rat op zolder
Bij de afgewezen spullen.

B

Stapt de vrouw uit bed
En doet ze de koelkast open,
Dan kun je haar gezicht zien,
Je kunt de blik zien die ze werpt
Op de kaas die uit alle gaten terugkijkt,
Maar bij dat vale licht
Zie je dat haar honger zich
Op een ander licht richt,
Niet op het blauwe, flakkerende
Van de televisie,
Noch op het rode dat
De wekker uitstraalt
Noch op het neonlicht van de maan
Dat haar ziel als een kroonluchter doet fonkelen.
Ze heeft een ander licht nodig
In de nacht
Die als een zwarte leren fauteuil wacht
Om haar op te slokken.

C

Niet voor niets sta ik hier ’s nachts
Over de gootsteen gebogen
Beman ik mijn post
En zing ik in de verte
Bootje varen

Want alles
Wat daartoe in staat is,
Verwijdert zich van de aarde:
De schoorsteenrook
Het gebed
Sprongen van geluk

Maar de huisbewoners ademen als schapen
Slapen in hun kamer, de Heer is hun herder

En onder het huis ligt grondwater
En onder de grond
Een lava van vermoeidheid.

נוקטורן 1