Dichter
Tsead Bruinja
Tsead Bruinja
(Nederland, 1974)
© Roeland Fossen
Biografie
Tsead Bruinja is een dichter die het onbekendere, het alternatieve en het kleine niet schuwt. Hoewel zijn laatste bundels in het Nederlands verschenen, debuteerde hij als dichter in het Fries met De wizers yn it read (De wijzers in het rood) in 2000. Zich niets van het kleine taalgebied aantrekkend publiceerde Bruinja door de jaren heen nog een handvol bundels in het Fries, terwijl hij vanaf 2003, het jaar waarin Dat het zo hoorde uitkwam, ook met een zekere regelmaat bundels in het Nederlands publiceert.
Ook in de gedichten zelf durft Tsead Bruinja het kleine als beginpunt te nemen; verhuisdozen, vogelgezang, een voetbal of een rietkraag is voldoende aanleiding voor het schrijven van een gedicht. ‘de rietkraag/het helmgras//een fietser verdwijnt in de boomval/achter vingers van wilgentak’ en ‘een man luistert naar de vogels/maar dan net iets langer dan jij en ik’ zijn hier voorbeelden van. Maar schijn bedriegt hier, zoals het gewoon is dat te doen. Vertrekkend van kleine handelingen of banale objecten weet Bruinja frequent tot verrassende sensaties en gedachtes te komen. Over de permanente onzekerheid van menselijk samenleven, vergankelijkheid, onzekerheid en eenzaamheid maar ook over vertrouwen en liefde weet hij bijna nonchalant en bijtijds lyrisch te schrijven. Want Bruinja’s taal lijkt, net zoals zijn beginpunten, misschien simpel, maar de gedichten zelf zitten vol talige experimenten, grappen, referenties en originele associaties. Het is het werk van een dichter die weet hoe hij zwaarte, complexiteit en emotie moet doseren en in moet zetten.
De gedichten van Bruinja lenen zich goed voor voordrachten; de dichter is dan ook vaak op podia te vinden. De muzikaliteit en kneedbaarheid van zijn werk uit zich in de samenwerkingen met hip-hop en flamenco-muzikanten; wederom onbekende gebieden waar de dichter zich op durft te begeven. Hoe klein of groot een podium dan ook mag zijn, voor Tsead Bruinja zal het in ieder geval geen onbekend terrein mogen heten.
In 2019 werd Tsead Bruinja benoemd tot de zevende Dichter des Vaderlands van Nederland. Dit ambt bekleedt hij tot 2021, tot het tijd is om het stokje door te geven.
© Lodewijk Verduin
Tsead Bruinja is Dichter des Vaderlands 2019-2021.Bibliografie
Poëzie
In het Nederlands:
Dat het zo hoorde. Contact, Amsterdam, 2003.
Batterij. Contact, Amsterdam, 2004.
Bang voor de bal. Cossee, Amsterdam, 2007.
Overwoekerd. Cossee, Amsterdam, 2010.
Binnenwereld, buitenwijk, natuurlijke omstandigheden. Cossee, Amsterdam, 2015.
Hingje net alle klean op deselde kapstôk / Hang niet alle kleren aan dezelfde kapstok, Afûk, 2018
In het Fries:
De wizers yn it read. 2000
De man dy't rinne moat. 2001
Gegrommel fan satyn. 2003
Gers dat alfêst laket. 2005
Angel. 2008
Gedichten
Gedichten van Tsead Bruinja
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère