Poetry International Poetry International
Gedicht

Agi Mishol

מְשׁוֹרֵר צָעִיר עוֹמֵד לִקְרוֹא אֶת שִׁירו֯

Een jonge dichter staat op het punt zijn gedicht voor te lezen

De fee raakt de rand van je ziel nog aan
En bestrooit je met beginnersgeschenken.
Je voelt haar in de letters
Die zich in je teelballen scharen,
In de schemer die in je pupillen
Ontvlamt en suist
En in je hart dat als een vogeljong
Onder je T-shirt opspringt
Vrees niet

Binnen in je ligt de weg nog verfrommeld
Zoals de zijde in de bloemknop
En de schorheid die je terzijde schraapt
Om een weg voor je stem te banen
Is slechts geraas om de stilte te bedekken,
Een innerlijke inktuitstorting,
Een web van gelaatsuitdrukkingen
Over die ene die je zult aannemen
Als je aan de beurt bent.

Vanuit het publiek, week als water,
Volg ik jou
Met mijn ogen.
Onder mijn blik verandert het nu van dit moment
In een bijtende toekomstherinnering
Huiver niet

Ook al worden de nachten lang
En de engelen steeds strenger –
De engelen van geen uitweg
En de engel met de twee gezichten
De hoererende, jaloerse
Engel van het hart
En de engelen der vleierij –

Je zult getroost worden door liefjes
In wier haar je hijgend en uitzinnig
Ongelofelijke soundtracks zult mompelen,
Zij die aan de wanden van je ziel zullen kleven
Als steen aan de wand van de koffiekan
Waaruit je samen met de dienstdoende engel zult drinken
In de onwoordelijke tijd

Getroost ook door de onvermijdelijke getuige
Van je leven,
Hij die naar je gedichten zal luisteren
In een elektrisch heen en weer
Door de straten tot aan het ochtendkrieken.

De fee raakt de rand van je ziel nog aan
Doet het papier in je hand trillen.
Zo meteen sta je op
En fluister je in de microfoon
Als in een groot oor
Voor het eerst
Je geheim.

מְשׁוֹרֵר צָעִיר עוֹמֵד לִקְרוֹא אֶת שִׁירו֯

הַפֵיׇה עוֹד נו֯גַעַת בְּשוּלֵי נִשְׁמָתְךׇ
וּמַרְעִיפׇה עָלֶיךָ מַתָּנוֹת שֶׁל מַתְחִילִים.
אַתָּה יָכוֹל לְהַרְגִּישׁ בָּהּ בׇּאוֹתִיּוֹת
הַמִּצְטַבְּרו֯ת בׇּאֲשׇכֶיךׇ,
בׇּאֲפְלוּלִית הַנִּצֶּתֶת וְרו֯חֶשֶת
בׇּאִישו֯נִים
וּבְנִתּוּר הַגּוֹזָל שֶׁל לִבְּךָ
מִתַּחַת לְחֻלְצַת הַטְּרִיקו֯
אַל תִּירָא

עוֹד הַדֶּרֶך מְקֻמֶּטֶת בְּךׇ פְּנִימָה
כְּמֶשִי הַפֶּרַח בְּתוֹך נִצׇּנו֯,
וְהַמַּעֲבֶה שֶׁאַתָּה מְכַּחְכֵּחַ הַצִּדָּה
לְפַלֵּס מִתּוֹכוֹ דֶּרֶך לְקוֹלְךָ
הוּא רַק רַעַשׁ הַמַּסְתִּיר אֶת הַדּוּמִיׇּה,
שֶׁטֶף דְּיּוֹ פְּנִימִי,
סְבַך אֲרׇשׂו֯ת
עַל זוֹ שֶתַּעֲטֶה
כְּשֶיַגִּיעַ תּוֹרְךָ.

מִתּוֹךְ הַקָּהָל, רְפוּיׇה כְּמוֹ מַיִם
אֲנִי מְלַוׇּה אוֹתְךׇ
בִּרְאִיׇּה.
תַּחַת מַבׇּטִי הוֹפֵך הו֯וֶה הָרֶגַע הַזֶּה
לְזִכָּרוֹן צו֯בֵט מִן הֶעָתִיד לְאָחוֹר
אַל תֵּחַת

גַּם אִם הַלֵּילוֹת יֶאֱרְכוּ
וְהַמַּלְאָכִים עוֹד יֵלְכוּ וְיַחֲמִירוּ:
מַלְאֲכֵי הׇאֵין מוֹצָא
וְהַמַּלְאָך הַדּוּ-פׇּנִי
מַלְאׇך הַלֵּב הַזּוֹנֶה
הַמְּקַנֵּא
וּמַלְאֲכֵי הַחֲנֻפׇּה – 

יְנַחֲמוּ אוֹתְךׇ אֲהוּבו֯ת
שֶלְּתו֯ךְ שַֹעֲרׇן, מִתְנַשֵּף וּמֻטְרׇף
תְּמַלְמֵל פַּסְקו֯לִים שֶׁלּא יֵאׇמְנוּ,
אֵלֶה הָעֲתִידוֹת לִדְבֹּק בְּדַפְנו֯ת נַפְשְׁךָ
כְּמוֹ אֶבֶן לְדַפְנו֯ת קֻמְקוּם הַקָּפֶה
מִמֶּנּוּ תִּשְׁתֶה עִם מַלְאׇךְ הַשָּׁרֵת
בַּזְּמַן הַלֹּא מִלִּי
וִינַחֵם אוֹתְךׇ הָעֵד הַהֶכְרְחִי
שֶׁל חַיֶּיךָ,
זֶה הָאֶחָד שֶיַקְשִיב לְשִׁירֶיךׇ
בַּהֲלו֯ך וׇשׁו֯ב מְחֻשְמׇל
לְאֹרֶךְ הָרְחוֹבוֹת עַד אוֹר הַבֹּקֶר.

הַפֵיׇה עוֹד נו֯גַעַת בְּשוּלֵי נִשְׁמָתְךׇ
מַרְעִידׇה אֶת דַּפְּךַׇ.
עוֹד מְעַט תָּקוּם
וּלְתו֯ךְ הַמִּקְרו֯פו֯ן
כְּמוֹ לְתו֯ך אֹזֶן גְדוֹלָה
תִּלְחַש לָרִאשׁוֹנָה
אֶת סו֯דְךׇ.
Agi Mishol

Agi Mishol

(Roemenië, 1946)

Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit Israël

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Hebreeuws

Gedichten Dichters
Close

Een jonge dichter staat op het punt zijn gedicht voor te lezen

De fee raakt de rand van je ziel nog aan
En bestrooit je met beginnersgeschenken.
Je voelt haar in de letters
Die zich in je teelballen scharen,
In de schemer die in je pupillen
Ontvlamt en suist
En in je hart dat als een vogeljong
Onder je T-shirt opspringt
Vrees niet

Binnen in je ligt de weg nog verfrommeld
Zoals de zijde in de bloemknop
En de schorheid die je terzijde schraapt
Om een weg voor je stem te banen
Is slechts geraas om de stilte te bedekken,
Een innerlijke inktuitstorting,
Een web van gelaatsuitdrukkingen
Over die ene die je zult aannemen
Als je aan de beurt bent.

Vanuit het publiek, week als water,
Volg ik jou
Met mijn ogen.
Onder mijn blik verandert het nu van dit moment
In een bijtende toekomstherinnering
Huiver niet

Ook al worden de nachten lang
En de engelen steeds strenger –
De engelen van geen uitweg
En de engel met de twee gezichten
De hoererende, jaloerse
Engel van het hart
En de engelen der vleierij –

Je zult getroost worden door liefjes
In wier haar je hijgend en uitzinnig
Ongelofelijke soundtracks zult mompelen,
Zij die aan de wanden van je ziel zullen kleven
Als steen aan de wand van de koffiekan
Waaruit je samen met de dienstdoende engel zult drinken
In de onwoordelijke tijd

Getroost ook door de onvermijdelijke getuige
Van je leven,
Hij die naar je gedichten zal luisteren
In een elektrisch heen en weer
Door de straten tot aan het ochtendkrieken.

De fee raakt de rand van je ziel nog aan
Doet het papier in je hand trillen.
Zo meteen sta je op
En fluister je in de microfoon
Als in een groot oor
Voor het eerst
Je geheim.

מְשׁוֹרֵר צָעִיר עוֹמֵד לִקְרוֹא אֶת שִׁירו֯

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère