Poetry International Poetry International
Gedicht

Agi Mishol

בֵּין הׇעֵצִים וְהַלֹּא עֵצִים

Tussen de bomen en de niet-bomen

Ik ga nergens heen op reis.
Te wankel om me los te rukken
Uit mijn verbanden
De luiheid in mij wil volharden
In haar toestand
Blijven huizen in de haar bekende ruimte
In de namiddag
Op de trap
De verbeelding verzadigd
En mijn jagersogen rustend
In de nissen in mijn hoofd.

Wat zal ik nu opstaan weglopen
Me gaan bemoeien
Vanwege de balsemlucht van een boomgaard
Die ik inadem –

Een palmwisser veegt de hemelruit schoon
Van woorden die achterbleven toen de liefde vertrok
En ook de kraaien komen één voor één
Tot rust in de cipres, zoals het bloed
In de stilte

De gedachte begeert
Haar eigen inhoud niet
En ik besta hier alleen maar
Tussen de bomen en de niet-bomen

Mijn deur wijd open
En de zachte nacht welkom in huis –

בֵּין הׇעֵצִים וְהַלֹּא עֵצִים

לֹא נוֹסַעַת לְשׁוּם מָקוֹם.
אֲנִי רְעוּעׇה מִכְּדֵי לַעֲקֹר
מֵהֶקְשֵרַי
וְהָעַצְלוּת שֶׁבִּי שׁוֹאֶפֶת לְהַתְמִיד
בְּמַּצׇּבָה,
לְהַמְשִׁיךְ וְלִשְׁכֹּן בְּמֶרְחׇבׇה הַמֻּכׇּר
לִפְנוֹת עֶרֶב
עַל הַמַּדְרֵגָה
כְּשֶׁהַדִּמְיוֹן שָׂבֵעַ
וְעֵינַי הַצַּיׇדו֯ת נָחוֹת כְּבָר
בְּגֻמְחו֯ת ר֯אשִׁי.

מָה אָקוּם פִּתְא֯ם אֵלֵךְ
אָבוֹא אֶבְחַשׁ
בִּגְלַל פַּרְדֵּס בַּשוּם שֶׁאֶת נְשִׁימָתוֹ
אֲנִי נוֹשֶׁמֶת –

דֶּקֶל וִישֶר מוֹחֵק מִשִּׁמְשַת הַשָּׁמַיִם
מִלִּים שֶׁנִּשְׁאֲרוּ אַחֲרֵי שֶׁהָאַהֲבָה הָלְכָה
וְגַם הָעוֹרְבִים אֶחָד אֶחָד נִרְגָּעִים
לְתוֹךְ הַבְּרוֹשׁ כְמוֹ הַדָּם
לְתוֹךְ הַשֶּׁקֶט

הַמַּחְשָׁבָה אֵינָהּ חוֹמֶדֶת
אֶת תְּכָנֶיהָ
וַאֲנִי רַק הו֯וׇה פֹּה
בֵּין הׇעֵצִים וְהַלֹּא עֵצִים

דַּלְתִּי פְּתוּחָה לִרְוׇחָה
וְהַלַּיְלָה הָרַךְ מֻזְמָן לְתוֹךְ הַבַּיִת -
Agi Mishol

Agi Mishol

(Roemenië, 1946)

Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit Israël

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Hebreeuws

Gedichten Dichters
Close

Tussen de bomen en de niet-bomen

Ik ga nergens heen op reis.
Te wankel om me los te rukken
Uit mijn verbanden
De luiheid in mij wil volharden
In haar toestand
Blijven huizen in de haar bekende ruimte
In de namiddag
Op de trap
De verbeelding verzadigd
En mijn jagersogen rustend
In de nissen in mijn hoofd.

Wat zal ik nu opstaan weglopen
Me gaan bemoeien
Vanwege de balsemlucht van een boomgaard
Die ik inadem –

Een palmwisser veegt de hemelruit schoon
Van woorden die achterbleven toen de liefde vertrok
En ook de kraaien komen één voor één
Tot rust in de cipres, zoals het bloed
In de stilte

De gedachte begeert
Haar eigen inhoud niet
En ik besta hier alleen maar
Tussen de bomen en de niet-bomen

Mijn deur wijd open
En de zachte nacht welkom in huis –

בֵּין הׇעֵצִים וְהַלֹּא עֵצִים

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère