Poetry International Poetry International
Gedicht

Agi Mishol

פפואה ניו-גיני

Papua New Guinea

Ik zeg het graag: Papua New Guinea.
Anders was ik hier niet.

Achter mij sluit mijn man Antonio me in zijn armen
En fluistert voordat hij in slaap valt:
Hou meer van mij dan ik van jou hou

En ik streel zijn gezicht en hou meer van hem
Dan hij van mij houdt
En ik vind het helemaal niet erg om een week
Meer van hem te houden, het leven
Van de Portugese ambassadeur valt tenslotte niet mee:
De mogendheden dreigen
De slaap weigert en dwaalt af
Naar de koloniale gouden eeuw
Woorden als Angola, Macao, Cuchin en Nampula
Varen als antieke houten schepen terug in zijn bloedbaan
En veranderen zijn gesnurk in een klaaglied en hij hapt
Angstig en verslagen naar adem dus hij verdient het wel
Dat ik meer van hem hou.

Ik ben gul en ik vul
De nieuwe armen die mij omhelzen
Als een vreemd hart in mijn rug aandringt
Want de vogels in Papua zijn veelkleurig
En ze klinken zoet en verleidelijk achter het gordijn
Waar de maan ook mijn vroegere leven beschijnt.

En wat ben ik toch een begaafde kameleon.
Als ik over Papua New Guinea kruip
Verander ik mijn kleuren in haar kleuren
En als ik op Antonio’s lichaam kruip
Verander ik mijn kleuren in de zijne want je moet
Van het leven pakken wat het leven je geeft
Dus ik pak.
Dat wil zeggen ik geef.

Mijn man is buitengewoon ordelijk.
Zelfs de paus die aan onze slaapkamermuur hangt
Glimlacht tevreden, zo opgeruimd als het hier is:
Schoenen naast elkaar
Overhemd en broek netjes opgevouwen
Het horloge op het kastje.

Mijn man haat het dat ik met mijn horloge om slaap.
Maar ik luister ’s nachts graag naar het
Arrangement voor hartslag en digitaal gesjirp
Met het ironische spanningsveld ertussen.

Nu bedaar ik in zijn aangename lichaam
De gouden Jezus om zijn nek hangt
Slap en levenloos en kittelt mijn huid.

Ik ben een Jodin en we zijn naakt.
Wat vindt hij van ons, die geklede Johannes
Met de mijter op zijn hoofd en de staf in zijn hand.

Een twee drie vier hij is de koning z’n vizier
En ik ben de vrouw van de ambassadeur in Papua New Guinea.

פפואה ניו-גיני

אֲנִי אוֹהֶבֶת לְהַגִּיד פָּפּוּאָה נְיוּ גִּינִי
אַחֶרֶת לֹא הָיִיתִי בָּאָה לְכָאן.
בַּעֲלִי אַנְטוֹנִיוֹ מְחַבֵּק אוֹתִי מֵאָחוֹר וְלוֹחֵש
לִפְנֵי שֶהוּא נִרְדָּם:
תֹּאהֲבִי אוֹתִי יוֹתֵר מִמָּה שָאֲנִי אוֹהֵב אוֹתָךְ.
וַאֲנִי מְלַטֶּפֶת אֶת פָּנָיו וְאוֹהֶבֶת אוֹתוֹ יוֹתֵר
מִמָּה שֶהוּא אוֹהֵב אוֹתִי
בִּכְלָל לֹא אִכְפַּת לִי לְשָבוּעַ
לֶאֱהוֹב אוֹתוֹ יוֹתֵר, כִּכְלוֹת הַכֹּל
קָשִים חַיָּיו שֶל שַגְרִיר פּוֹרְטוּגָל:
הַמַּעֲצָמוֹת מְאַיְּמוֹת
וּשְנָתוֹ כֹּה טְרוּפָה וְנוֹדֶדֶת
אֶל תּוֹר הַזָּהָב שֶל הַקּוֹלוֹנִיוֹת,
מִלִּים כְּמוֹ אַנְגוֹלָה, מָקָאוֹ, קוּשִין וְנַמְפּוּלָה
מַפְלִיגוֹת לְאָחוֹר כִּסְפִינוֹת עֵץ עַתִּיקוֹת בְּתוֹך דָּמוֹ
וְהוֹפְכוֹת אֶת נַחֲרוֹתָיו לְקִינָה וְלֹא פַּעַם
הוּא נִשְנָק חָרֵד וּמוּבָס וּמַגִּיַע לוֹ
שֶאֹהַב אוֹתוֹ יוֹתֵר.
אֲנִי נְדִיבָה וּמְמַלֵּאת
אֶת הַזְּרוֹעוֹת הַחֲדָשוֹת הָעוֹטְפוֹת אוֹתִי
כְּשֶלֵּב זָר מַפְצִיר בְּגַבִּי
כִּי הַצִּפָּרִים בְּפָּפּוּאָה צִבְעוֹנִיּוֹת
וְקוֹלָן כֹּה מָתוֹק וּמְפַתֶּה מִבַּעַד לַוִּילוֹן שָם
מֵאִיר הַיָּרֵחַ גַּם אֶת חַיַּי הַקּוֹדְמִים.
וְאֵיזוֹ זִקִּית כִּשְרוֹנִית אֲנִי:
כְּשֶאֲנִי זוֹחֶלֶת עַל פָּפּוּאָה נְיוּ גִּינִי
אֲנִי מְשַנָּה אֶת צְבָעַי לִצְבָעֶיהָ
וּכְשֶאֲנִי זוֹחֶלֶת עַל גּוּפוֹ שֶל אַנְטוֹנִיוֹ
אֲנִי מְשַנָּה אֶת צְבָעַי לִצְבָעָיו כִּי צָרִיך
לָקַחַת מִן הַחַיִּים כֹּל מָה שֶהֵם נוֹתְנִים
וֲאֲנִי לוֹקַחַת.
כְּלוֹמָר נוֹתֶנֶת.
בַּעֲלִי מְסֻדָּר לְהַפְלִיא.
אֲפִילוּ הָאַפִּיפְיוֹר הַתָּלוּי עַל קִיר חֲדַר הַשֵּינָה שֶלָּנוּ
מְחַיֵּךְ שְבַע רָצוֹן לְמַרְאֶה הַסֵּדֶר הַמּוֹפְתִי:
נַעַל בְּצַד נַעַל,
הַחֻלְצָה וְהַמִּכְנָסַים מְקֻפָּלִים,
שְעוֹן הַיָּד עַל הַשִּידָה.
בַּעֲלִי שוֹנֵא שֶאֲנִי יְשֵנָה עִם שָעוֹן,
אֲבָל אֲנִי אוֹהֶבֶת בַּלַּיְלָה אֶת תִּזְמוּר הַקְּצָבִים
שֶל דֹּפָק הַלֵּב וְהַצִּקְצוּק הַדִּיגִיטָלִי
כְּשֶפַּעַר אִירוֹנִי מָתוּחַ בֵּינֵיהֶם.
עֲכְשָיו אֲנִי נִרְגַּעַת לְתוֹך גּוּפוֹ הַנָּעִים,
יֵשוּ הַזָּהָב הַמִּשְתַּלְשֵל מִצַּוָּארוֹ
שָמוּט, מְעֻלָּף וּמְדַגְדֵּג אֶת עוֹרִי.
אֲנִי יְהוּדִיָּה וַאֲנַחְנוּ עֲרֻמִּים.
מַה חוֹשֵב עָלֵינוּ יוֹחָנָן הַלָּבוּש
הֶחָבוּש מִצְנֶפֶת וְשַרְבִיט בְּיָדוֹ.
חַת שְתַּיִם שָלוֹש הוּא אֲחַשְוִרוֹש
וַאֲנִי אֵשֶת הַשַּגְרִיר בְּפָּפּוּאָה נְיוּ גִּינִי.
Agi Mishol

Agi Mishol

(Roemenië, 1946)

Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit Israël

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Hebreeuws

Gedichten Dichters
Close

Papua New Guinea

Ik zeg het graag: Papua New Guinea.
Anders was ik hier niet.

Achter mij sluit mijn man Antonio me in zijn armen
En fluistert voordat hij in slaap valt:
Hou meer van mij dan ik van jou hou

En ik streel zijn gezicht en hou meer van hem
Dan hij van mij houdt
En ik vind het helemaal niet erg om een week
Meer van hem te houden, het leven
Van de Portugese ambassadeur valt tenslotte niet mee:
De mogendheden dreigen
De slaap weigert en dwaalt af
Naar de koloniale gouden eeuw
Woorden als Angola, Macao, Cuchin en Nampula
Varen als antieke houten schepen terug in zijn bloedbaan
En veranderen zijn gesnurk in een klaaglied en hij hapt
Angstig en verslagen naar adem dus hij verdient het wel
Dat ik meer van hem hou.

Ik ben gul en ik vul
De nieuwe armen die mij omhelzen
Als een vreemd hart in mijn rug aandringt
Want de vogels in Papua zijn veelkleurig
En ze klinken zoet en verleidelijk achter het gordijn
Waar de maan ook mijn vroegere leven beschijnt.

En wat ben ik toch een begaafde kameleon.
Als ik over Papua New Guinea kruip
Verander ik mijn kleuren in haar kleuren
En als ik op Antonio’s lichaam kruip
Verander ik mijn kleuren in de zijne want je moet
Van het leven pakken wat het leven je geeft
Dus ik pak.
Dat wil zeggen ik geef.

Mijn man is buitengewoon ordelijk.
Zelfs de paus die aan onze slaapkamermuur hangt
Glimlacht tevreden, zo opgeruimd als het hier is:
Schoenen naast elkaar
Overhemd en broek netjes opgevouwen
Het horloge op het kastje.

Mijn man haat het dat ik met mijn horloge om slaap.
Maar ik luister ’s nachts graag naar het
Arrangement voor hartslag en digitaal gesjirp
Met het ironische spanningsveld ertussen.

Nu bedaar ik in zijn aangename lichaam
De gouden Jezus om zijn nek hangt
Slap en levenloos en kittelt mijn huid.

Ik ben een Jodin en we zijn naakt.
Wat vindt hij van ons, die geklede Johannes
Met de mijter op zijn hoofd en de staf in zijn hand.

Een twee drie vier hij is de koning z’n vizier
En ik ben de vrouw van de ambassadeur in Papua New Guinea.

פפואה ניו-גיני

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère