Gedicht
L.K. Holt
AKHO’S SELF-SATIRES
DE ZELFSATIRES VAN AKHO
1Drieënvijftig, je hoofd gezalfd tot op de schedel,
gebedskralen tot galstenen afgebeden
met twee gemolde pelgrimsknieën als viaticum . . .
en nog kun jij Hem niet ontwaren in de scrum
van hemellichamen. Het koor zingt devoot:
Er is geen verlichting voor Akho!
2
Toen het vuur de stad verteerde
vluchtten duiven door het luchtruim scherend
terwijl de ratten oorverdovend piepten.
Verhaal zonder moraal. Kom, Akho, wees wat dieper:
Hun dood doet zotten ijzen
en hun geboorte (heb ik gehoord) de wijzen.
3
Vertrouw geen afvalligenpraat:
’t is tromgeroffel in een desolate plaats.
Al je oude nachten treffen zich van een afstand
en grenzen aan het donker als blindemannen.
Pas op Akho: met geen blik, open of geloken,
kun jij de allspice wannen. En je kan ook niet koken.
4
Akho je bent onverbeterlijk,
goden aanbidden als zeekiezels zo onmetelijk
en je uitkleden zodra je water ziet.
De een z’n zelfdoop, de ander z’n niet-
gelukte verdrinkingspoging. Niemand keek, wees maar blij:
’t voordeel van ’n overwerckte monogodheid.
© Vertaling: 2012, Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes
AKHO’S SELF-SATIRES
1
At fifty-three, your head anointed to the bone,prayer-beads worn down to gallstones
and two bung knees from the pilgrimage . . .
still you cannot see Him in the scrimmage
of heavenly bodies. The chorus with feeling goes:
There’s no enlightenment for Akho!
2
When the fire engulfed the citythe pigeons sheered into the safety
of the air while the rats made such a sound.
No lesson there. Try, Akho, to be profounder:
Fools do fear their own demise
and (so I’ve heard) their own birth do the wise.
3
Trust not the talk of the apostate:it’s a drumroll in a desolate place.
All your done nights converge from afar
and like blindmen form a contiguous dark.
Take heed Akho: you can’t with a look
winnow the allspice. Nor can you cook.
4
Akho you are incorrigible,worshipping as many gods as sea pebbles
and stripping at the first sight of water.
One man’s self-baptism, another’s aborted
drown-attempt. No one was watching, thankfully:
the upside to an o’erworked monodeity.
© 2012, L.K. Holt
From: This is Mars
Publisher: John Leonard Press, Melbourne
From: This is Mars
Publisher: John Leonard Press, Melbourne
Gedichten
Gedichten van L.K. Holt
Close
DE ZELFSATIRES VAN AKHO
1Drieënvijftig, je hoofd gezalfd tot op de schedel,
gebedskralen tot galstenen afgebeden
met twee gemolde pelgrimsknieën als viaticum . . .
en nog kun jij Hem niet ontwaren in de scrum
van hemellichamen. Het koor zingt devoot:
Er is geen verlichting voor Akho!
2
Toen het vuur de stad verteerde
vluchtten duiven door het luchtruim scherend
terwijl de ratten oorverdovend piepten.
Verhaal zonder moraal. Kom, Akho, wees wat dieper:
Hun dood doet zotten ijzen
en hun geboorte (heb ik gehoord) de wijzen.
3
Vertrouw geen afvalligenpraat:
’t is tromgeroffel in een desolate plaats.
Al je oude nachten treffen zich van een afstand
en grenzen aan het donker als blindemannen.
Pas op Akho: met geen blik, open of geloken,
kun jij de allspice wannen. En je kan ook niet koken.
4
Akho je bent onverbeterlijk,
goden aanbidden als zeekiezels zo onmetelijk
en je uitkleden zodra je water ziet.
De een z’n zelfdoop, de ander z’n niet-
gelukte verdrinkingspoging. Niemand keek, wees maar blij:
’t voordeel van ’n overwerckte monogodheid.
© 2012, Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes
From: This is Mars
From: This is Mars
AKHO’S SELF-SATIRES
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère