Gedicht
L.K. Holt
DOUGLAS MAWSON NEARING BASE-CAMP
DOUGLAS MAWSON NADERT HET BASISKAMP
Misschien is er wel een Ur-Ilias; hier, maar voor ons verloren, vergaanals water tot sneeuw; misschien is het wel de autoriteit op het gebied van
de menselijke vatbaarheid voor de dood, in naam van overleven
verkleed als een god, maar wat – de zolen van zijn voeten
heeft Mawson weggegooid. Lang al los had hij ze bewaard
voor hun geringe hoedanigheid van Schoen, tot ze niet goed wilden zitten
onder het zwachtelen, tot het pure vocht, tussen hen
en de nog levende uiteinden van hem, eruit vloeide.
Hij bewatert het ijs met het manna in zijn laarzen
en loopt door. Zijn laatste man Mertz is van koudvuur doodgeschrokken,
toen hij zijn bevroren vinger in zijn eigen eindeloze mond terugvond.
Wie heeft er vijanden nodig met een ik als dit? Mawson rouwde
met een extra kom bouillon van hondenkop, een chocolade centimeter.
Hij loopt door, met achterlating van plukken baard, een wekelijkse tand:
lang is de geschiedenis van de moegeëerde voet.
© Vertaling: 2012, Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes
DOUGLAS MAWSON NEARING BASE-CAMP
There may well be an Ur-Ilias; here, but lost to usas water in snow; it may well be the authority on
a man’s proneness to die, in the name of survival
dressed up as a god, yet what—Mawson has thrown away
the soles of his feet. Long loose, he’d kept them
for their slight quality of Shoe, until they wouldn’t sit right
under swaddling, until the pure fluid, between them
and the still-living ends of him, flooded out.
He waters the ice with the manna in his boots
and walks on. His last man Mertz died mortified,
finding his frostbitten finger in his own endless mouth.
Who needs enemies with a self like this? Mawson mourned
with an extra bowl of dog-head stock, a chocolate half-inch.
He walks on, leaving tufts of beard, a weekly tooth:
long the history of the honour-weary foot.
© 2010, L.K. Holt
From: Patience, Mutiny
Publisher: John Leonard Press, Melbourne
From: Patience, Mutiny
Publisher: John Leonard Press, Melbourne
Gedichten
Gedichten van L.K. Holt
Close
DOUGLAS MAWSON NADERT HET BASISKAMP
Misschien is er wel een Ur-Ilias; hier, maar voor ons verloren, vergaanals water tot sneeuw; misschien is het wel de autoriteit op het gebied van
de menselijke vatbaarheid voor de dood, in naam van overleven
verkleed als een god, maar wat – de zolen van zijn voeten
heeft Mawson weggegooid. Lang al los had hij ze bewaard
voor hun geringe hoedanigheid van Schoen, tot ze niet goed wilden zitten
onder het zwachtelen, tot het pure vocht, tussen hen
en de nog levende uiteinden van hem, eruit vloeide.
Hij bewatert het ijs met het manna in zijn laarzen
en loopt door. Zijn laatste man Mertz is van koudvuur doodgeschrokken,
toen hij zijn bevroren vinger in zijn eigen eindeloze mond terugvond.
Wie heeft er vijanden nodig met een ik als dit? Mawson rouwde
met een extra kom bouillon van hondenkop, een chocolade centimeter.
Hij loopt door, met achterlating van plukken baard, een wekelijkse tand:
lang is de geschiedenis van de moegeëerde voet.
© 2012, Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes
From: Patience, Mutiny
From: Patience, Mutiny
DOUGLAS MAWSON NEARING BASE-CAMP
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère