Poetry International Poetry International
Poem

Michael Palmer

SEVENTH ELEGY

ZEVENDE ELEGIE

Onze lichamen, Zuster, zoals
ze zijn, rakelings
maar doorzichtig als ze zijn
passeren we door elkaar
alsof we op weg zijn

naar elders, alsof op weg...
Zuster, ik ben de draad kwijt
en moet opnieuw beginnen –
al dagen zijn geen woorden gekomen, niet één
om elders te zeggen, niet één

om lichaam te zeggen, niet één om beginnen te zeggen . . .
Zuster, ik zag drie kinderen
aan een boom hangen, hun slanke
lichamen schuin in de wind.
Waarom drie?

Kwamen zij daar terecht
door gedicht of oorlog of droom?
Gestoord gedicht, gestoorde oorlog, nuchtere droom?
Ik zag een huis van inktzwart glas
en de uil van Minerva achteruitvliegen

naar de stad met een toekomst
die nooit zal zijn. Daar leerden we
die ontelbare lessen over vallen,
het vallen van de nacht, en de innerlijke hemel, die
ook valt en de meesters van Doo-Wop

Techno en Ska,
van twaalf tonen en teerlingen gooien
en de boodschappers van Utopia
gevleugeld als engelen, hun stromen van licht
en open gestemde gitaren, de Groene

Danseres in haar op de huid zittende mist,
Flora en Kiki en Mme. X.,
glinsterende Ava, stervende Echo
en, stilweg, de Anti-Icarus
vallend tussen de betonnen kliffen,

zijn verwelkomende armen uitgestrekt,
Stad van goochelaars en afbrokkelende poorten,
stille straatmuzikanten en brandende alfabetten –
Zuster, jouw lucifer misschien
die het papieren pad van namen verlichtte,

een lijst die ik in je ooglid vond
die ene korte namiddag,
niet meer wetend
waar we beginnen
of wanneer we eindigen.

SEVENTH ELEGY

Our bodies, Sister, such
as they are, almost touch
but transparent as they are
we pass through one another
as if on the way

elsewhere, on the way as if…
Sister, I’ve lost the thread
and need to begin again –
for days no words have come, none
to say elsewhere, none

to say body, none to say begin . . .
Sister, I saw three children
hanging from a tree, their slender
bodies tilting in the breeze.
Why three?

Did poem or war or dream
place them there?
Mad poem, mad war, sober dream?
I saw a house of ink-dark glass
and Minerva’s Owl flying backwards

towards that city with a future
never to be. It’s there we learned
those countless lessons about falling,
night falling, and the inner sky, it
too falling, and the masters of Doo-Wop,

Techno and Ska,
of tone row and dice throw,
and the angel-winged messengers
of Utopia, their showers of light
and open-tuned guitars, the Green

Dancer in her flesh-clinging mist,
Flora and Kiki and Mme. X.,
glistening Ava, fading Echo
and, silently, the Anti-Icarus
falling among the concrete cliffs,

his welcoming arms outstretched.
City of conjurors and crumbling gates,
mute buskers and alphabets aflame –
Sister, your match perhaps
that lit the paper path of names,

list I found inside your eyelid
that one brief afternoon,
knowing no more
where we begin
or when we end.
Close

SEVENTH ELEGY

Our bodies, Sister, such
as they are, almost touch
but transparent as they are
we pass through one another
as if on the way

elsewhere, on the way as if…
Sister, I’ve lost the thread
and need to begin again –
for days no words have come, none
to say elsewhere, none

to say body, none to say begin . . .
Sister, I saw three children
hanging from a tree, their slender
bodies tilting in the breeze.
Why three?

Did poem or war or dream
place them there?
Mad poem, mad war, sober dream?
I saw a house of ink-dark glass
and Minerva’s Owl flying backwards

towards that city with a future
never to be. It’s there we learned
those countless lessons about falling,
night falling, and the inner sky, it
too falling, and the masters of Doo-Wop,

Techno and Ska,
of tone row and dice throw,
and the angel-winged messengers
of Utopia, their showers of light
and open-tuned guitars, the Green

Dancer in her flesh-clinging mist,
Flora and Kiki and Mme. X.,
glistening Ava, fading Echo
and, silently, the Anti-Icarus
falling among the concrete cliffs,

his welcoming arms outstretched.
City of conjurors and crumbling gates,
mute buskers and alphabets aflame –
Sister, your match perhaps
that lit the paper path of names,

list I found inside your eyelid
that one brief afternoon,
knowing no more
where we begin
or when we end.

SEVENTH ELEGY

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère