Poem
Hans Faverey
Man & dolphin / mens & dolfijn
Man & dolphin / mens & dolfijn
Man & dolphin / mens & dolfijn
*Ball; say: ball.
(Bal; zeg: bal).
Je moet ‘bal’ zeggen.
Dolfijn, zeg eens bal.
B/a/l: bal. Hé,
dolfijn, zeg nou eens ‘bal’.
*
Je moet ‘bal’ zeggen,
dolfijn. Hé, dolfijn:
‘bal’. Zeg nou eens:
bal. (Ball; say: ball).
Bal; zeg: bal.
Zeg eens bal. B/a/l.
*
Zeg nou eens. (Say).
B/a/l. Bal. Hé:
je moet bal zeggen.
Ball; bal. Dolfijn,
zeg bal: ‘bal’. Zeg eens
bal. (Ball). Dolfijn: ‘bal’.
*
Zeg nou eens ‘bal’, dolfijn.
Hé dolfijn: zeg eens
bal. Bal: b/a/l.
‘Bal’; zeg eens: bal.
Je moet ‘bal’ zeggen.
(Ball; say: ball).
*
Ball; bal. Je moet.
Zeg eens; zeggen.
‘Bal’. (Say). Zeg:
(ball). B/a/l. Zeg
nou eens. Hé, dolfijn.
Bal, dolfijn. Bal. ‘Bal’. (Bal).
From: Verzamelde Gedichten
Poems
Poems of Hans Faverey
Close
Man & dolphin / mens & dolfijn
*Ball; say: ball.
(Bal; zeg: bal).
Je moet ‘bal’ zeggen.
Dolfijn, zeg eens bal.
B/a/l: bal. Hé,
dolfijn, zeg nou eens ‘bal’.
*
Je moet ‘bal’ zeggen,
dolfijn. Hé, dolfijn:
‘bal’. Zeg nou eens:
bal. (Ball; say: ball).
Bal; zeg: bal.
Zeg eens bal. B/a/l.
*
Zeg nou eens. (Say).
B/a/l. Bal. Hé:
je moet bal zeggen.
Ball; bal. Dolfijn,
zeg bal: ‘bal’. Zeg eens
bal. (Ball). Dolfijn: ‘bal’.
*
Zeg nou eens ‘bal’, dolfijn.
Hé dolfijn: zeg eens
bal. Bal: b/a/l.
‘Bal’; zeg eens: bal.
Je moet ‘bal’ zeggen.
(Ball; say: ball).
*
Ball; bal. Je moet.
Zeg eens; zeggen.
‘Bal’. (Say). Zeg:
(ball). B/a/l. Zeg
nou eens. Hé, dolfijn.
Bal, dolfijn. Bal. ‘Bal’. (Bal).
From: Verzamelde Gedichten
Man & dolphin / mens & dolfijn
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère