Dichter
Olli Heikkonen
Olli Heikkonen
(Finland, 1965)
© Jussi Puikkoneni
Biografie
Olli Heikkonen behoort tot de bedreigde soort van begaafde Finse mannelijke dichters, aldus een recensente. Hij is geboren in het oosten van Finland, in Karelië, waar de bevolking gestaag wegtrekt en de natuur achterblijft. Ook Heikkonen is verhuisd – naar het centrum van het urbane Finland. Hij ging in Helsinki literatuurwetenschap studeren. Het duurde zeker een halfjaar voordat hij gewend was aan het ritme en de rusteloosheid van de stad. De natuur is bezield, heeft ogen en neusvleugels (“Ik ruik het verlangen van de mensen”), maar wordt bedreigd door de mens (“De rijksweg splijt de bevroren grond”). Zelfs de ruimte is voor hem niet veilig; Laika zweeft daar als een vermanende, bezielde waakhond samen met de Spoetnik en rammelende satellieten voor eeuwig rond.
Heikkonen lijkt ecopoëzie te schrijven – de mens vernielt het milieu, ook de dichter moet daartegen ten strijde trekken. Toch is het niet zo simpel en de natuur delft zeker niet altijd het onderspit (“In de schoot van de aarde worden / zijn botten zwart, kruiden ontspruiten aan zijn wervels”). De dood is het machtigst en de natuur voedt zich met de dood. De eland van Heikkonen (“de gekroonde”) kan met zijn roep de meren bevriezen en het bos doen verstijven. Hij kan ook met een menselijke stem spreken (“Wat een hoge spraak, wat laag”). In feite spreekt hij steeds met de stem van een mens: die van de dichter, van de dichter-ziener. Hij is de intermediair tussen mens en het natuurlijke dat bovennatuurlijk is.
Hier sluit Heikkonen aan bij het sjamanisme dat in Finland een zeer lange en krachtige traditie kent. De sjamaan kon de grens van leven en dood oversteken en terugkomen om de mensen met zijn verworven inzicht en kennis bij te staan in hun eeuwige wisselwerking met de machtige en animistische natuur. De rollen lijken nu omgedraaid, de natuur kijkt door de ogen van “de gekroonde” naar de mens en lijkt hem in beladen monologen te waarschuwen. De dichter kiest zo vooral de kant van de natuur – in het belang van de mens zelf, die vergeten lijkt dat “het eenvoudige licht wortelt in de diepten van de modder en de drab”.
© Adriaan van der Hoeven (Translated by Donald Gardner)
BibliografieJakutian aurinko, Tammi, Helsinki, 2000
Kuinka maa muuttui musiikiksi, Tammi, Helsinki, 2003
Jäätikön ääri, Tammi, Helsinki, 2007
Gedichten
Gedichten van Olli Heikkonen
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère