Gedicht
Sinéad Morrissey
Genetics
GENETICA
In mijn vingers zit mijn vader, mijn moeder in mijn palmen.Ik houd ze omhoog en kijk er met plezier naar –
ik weet dat mijn ouders mij maakten met mijn handen.
Misschien zijn ze verstoten naar gescheiden landen
op een ander halfrond, met andere geliefden,
toch ontmoeten ze elkaar tussen mijn vingers en palmen.
Al zijn er van hun samenzijn alleen maar vrienden over
die graven naar hun beeld, bij een rivier,
ik heb tenminste weet van hun huwelijk door mijn handen.
Ik vorm een kapel waar de kerktoren staat.
En als ik die dan omkeer
huist mijn vader in mijn vingers, mijn moeder in mijn palmen
ootmoedig voor een priester die psalmen reciteert.
Mijn lichaam is hun huwelijksregister.
Ik doe hun bruiloft over met mijn handen.
Laat me met je meegaan, laat de huid haar boeien slaken
tot spiegelingen in lichamen van de toekomst.
Ik zal mijn vingers geven als jij je palmen nalaat.
Je weet dat onze ouders ons met onze handen maken.
Genetics
My father’s in my fingers, but my mother’s in my palms.I lift them up and look at them with pleasure –
I know my parents made me by my hands.
They may have been repelled to separate lands,
to separate hemispheres, may sleep with other lovers,
but in me they touch where fingers link to palms.
With nothing left of their togetherness but friends
who quarry for their image by a river,
at least I know their marriage by my hands.
I shape a chapel where a steeple stands.
And when I turn it over,
my father’s by my fingers, my mother’s by my palms
demure before a priest reciting psalms.
My body is their marriage register.
I re-enact their wedding with my hands.
So take me with you, take up the skin’s demands
for mirroring in bodies of the future.
I’ll bequeath my fingers, if you bequeath your palms.
We know our parents make us by our hands.
© 2005, Sinead Morrissey
From: The State of the Prisons
Publisher: Carcanet, Manchester
From: The State of the Prisons
Publisher: Carcanet, Manchester
Gedichten
Gedichten van Sinéad Morrissey
Close
GENETICA
In mijn vingers zit mijn vader, mijn moeder in mijn palmen.Ik houd ze omhoog en kijk er met plezier naar –
ik weet dat mijn ouders mij maakten met mijn handen.
Misschien zijn ze verstoten naar gescheiden landen
op een ander halfrond, met andere geliefden,
toch ontmoeten ze elkaar tussen mijn vingers en palmen.
Al zijn er van hun samenzijn alleen maar vrienden over
die graven naar hun beeld, bij een rivier,
ik heb tenminste weet van hun huwelijk door mijn handen.
Ik vorm een kapel waar de kerktoren staat.
En als ik die dan omkeer
huist mijn vader in mijn vingers, mijn moeder in mijn palmen
ootmoedig voor een priester die psalmen reciteert.
Mijn lichaam is hun huwelijksregister.
Ik doe hun bruiloft over met mijn handen.
Laat me met je meegaan, laat de huid haar boeien slaken
tot spiegelingen in lichamen van de toekomst.
Ik zal mijn vingers geven als jij je palmen nalaat.
Je weet dat onze ouders ons met onze handen maken.
From: The State of the Prisons
Genetics
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère