Poetry International Poetry International
Gedicht

Willem van Toorn

in memoriam

I dreamt that you were lying beside me last night.
You were already sick. You said: I am
of death to the bone. Do you mind you can’t come
in me? Just hold me gently close beside

you. I said: when I saw you, you were so white
and tired – and then invisible, hidden from sight
in a coffin where I walked down the path,
into the rain and the village. Waiting grass

lay next to the hole, the turfs stacked in a pile.
How come you’re here again? You told me why:
I wanted to do what I’d left undone, to lie
beside you in bed and talk together as life.
But what I am now speaks no language we share.

The light wasn’t on. So how could I see you there?
I fell asleep in my dream. While you were hold-
ing me tight. Late in the day, the room was still cold.

in memoriam

in memoriam

Ik droomde dat je naast me lag vannacht.
Je was al ziek. Je zei: tot in mijn merg
ben ik van dood. Vind je het erg
dat je niet in me kunt? Hou me maar zacht

tegen je aan. Ik zei: je was zo wit
en moe toen ik je zag – en dan onzicht-
baar in een kist waar ik het pad af ging,
de regen en het dorp in. Wachtend gras

lag naast de kuil in zoden opgetast.
Hoe ben je dan weer hier. Je zei: ik wou
nog doen wat ik waarom had nagelaten:
praten met je in bed hoe levens praten.
Maar wat ik nu ben heeft geen taal bij jou.

Er was geen lamp. Hoe ik je dan toch zag.
’k Viel in de droom in slaap. je hield me vast.
Koud bleef de kamer tot ver in de dag.
Willem van Toorn

Willem van Toorn

(Nederland, 1935)

Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit Nederland

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Nederlands

Gedichten Dichters
Close

in memoriam

Ik droomde dat je naast me lag vannacht.
Je was al ziek. Je zei: tot in mijn merg
ben ik van dood. Vind je het erg
dat je niet in me kunt? Hou me maar zacht

tegen je aan. Ik zei: je was zo wit
en moe toen ik je zag – en dan onzicht-
baar in een kist waar ik het pad af ging,
de regen en het dorp in. Wachtend gras

lag naast de kuil in zoden opgetast.
Hoe ben je dan weer hier. Je zei: ik wou
nog doen wat ik waarom had nagelaten:
praten met je in bed hoe levens praten.
Maar wat ik nu ben heeft geen taal bij jou.

Er was geen lamp. Hoe ik je dan toch zag.
’k Viel in de droom in slaap. je hield me vast.
Koud bleef de kamer tot ver in de dag.

in memoriam

I dreamt that you were lying beside me last night.
You were already sick. You said: I am
of death to the bone. Do you mind you can’t come
in me? Just hold me gently close beside

you. I said: when I saw you, you were so white
and tired – and then invisible, hidden from sight
in a coffin where I walked down the path,
into the rain and the village. Waiting grass

lay next to the hole, the turfs stacked in a pile.
How come you’re here again? You told me why:
I wanted to do what I’d left undone, to lie
beside you in bed and talk together as life.
But what I am now speaks no language we share.

The light wasn’t on. So how could I see you there?
I fell asleep in my dream. While you were hold-
ing me tight. Late in the day, the room was still cold.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère