Farhad Showghi
DOOR AND WINDOW
I wait. Sit in a room and look out of the window. I haven’t made up the range of vision. The range of vision does everything itself. So my view remains vulnerable. Vulnerable like the little word “nu” with which I begin an assumption. I didn’t know anything just now. Just now an arm slips and the watching cavorts with the window. I turn my head. An imperceptible intrusion. Into the course of events. Into the assumption, soon left to itself, that my waiting is now working well and that the watching cavorts. Because my mouth wants to comment, to be carried away. For the sight has gone crazy without any help from me. I bend my hand so that words come. Words like sense of time, repair workshop, bus stop. A few trees stand around already. When their crowns are shy, the clouds move. A whole effect without delay. For my part I breathe into it. When balconies cling to the walls and perhaps I already have to be sad. So language whistles with favoured words. What I mean to say: I walk to the door. To be precise, to the word door. In order to get out. The door is called dar and dar is called the door. The door moves, cheats with dar, when I make it from one room into another. We have to catch up with that which door and dar don’t become but can flank. For this there is a valid second of shock. I flinch. When the door most naturally opens as dar. Or the other way round. Between this someone shakes the mulberry bush. Someone shakes speaking’s place of origin. Indecisively the landscape moves into weather. Soon the bushes cover. Swarms of mountain lake fishes become initial basic principles. Some things just now didn’t have a name or a scent. Between dar and door the sounds climb as first losses to the high passes. Between dar and door. Was I drugged and carried into a shady room. The mulberry almost tasted sweet. If the arm slipped, the valley lay in sunlight. Almost. In front of the meanings. Dar and door pick each other up out of the hinges.
Publisher: First publication on poetryinternational.com, , 2023
DEUR EN RAAM
Ik wacht. Zit in een kamer en kijk uit het raam. Het zicht heb ik niet bedacht. Het zicht doet alles alleen. Zo blijft mijn gezichtsveld onbestendig. Onbestendig als het woordje nu waarmee ik een vermoeden begin. Net wist ik van niets. Net verschuift een arm en het kijken woedt met het raam. Ik draai mijn hoofd. Een ongemerkt ingrijpen. In de loop der dingen. In het meteen aan zichzelf overgelaten vermoeden dat mijn wachten nu goed werkt en het kijken woedt. Omdat mijn mond er iets over wil zeggen, meegesleurd wil worden. Want het zicht is waanzinnig geworden geheel zonder mij. Ik buig mijn hand opdat woorden komen. Woorden als tijdsbesef, reparatiewerkplaats, bushalte. Daarvoor staan her en der al wat bomen. Zijn de kruinen verlegen, trekken wolken langs. Zonder een hele werking uit te stellen. Voor mijn part adem ik erbij. Als balkons in de muren zitten en ik misschien al verdrietig moet zijn. Zo fluit taal uit de begunstigde woorden. Waarmee ik bedoel te zeggen: ik loop naar de deur. Om precies te zijn naar het woord deur. Om naar buiten te komen. De deur heet dar en dar heet de deur. De deur gaat open, vreemd met dar, als ik van de ene kamer in een andere kom. In te halen is dat wat deur en dar niet worden maar kunnen flankeren. Daar is een passende schrikseconde voor. Ik krimp ineen. Als de deur het natuurlijkst als dar opengaat. Of andersom. Daartussen schudt iemand de moerbeiboom. Iemand schudt een herkomstoord van het spreken. Ongewis trekt het landschap in het weer. De struiken bedekken meteen. Scholen van bergmeervissen worden beginnende grondbegrippen. Het een en ander had even geen naam of geurde. Tussen dar en deur stijgen de geluiden als eerste gemis naar de bergpassen op. Tussen dar en deur. Werd ik verdoofd en een lommerige kamer ingedragen. Op een haar na smaakte de moerbei zoet. Verschoof mijn arm, lag het dal in het zonlicht. Maar een haar. Voor op de betekenissen. Lichten dar en deur elkaar uit de hengsels.
From: Het alfabet verandert van taal en andere gedichten
Publisher: 2023, PoëzieCentrum, Gent
TÜR UND FENSTER
Ich warte. Sitze in einem Zimmer und schaue aus dem Fenster. Die Sichtweite habe ich mir nicht ausgedacht. Die Sichtweite macht alles alleine. So bleibt mein Blickfeld ungefestigt. Ungefestigt wie das Wörtchen Nu, mit dem ich eine Vermutung beginne. Gerade habe ich nichts gewusst. Gerade rutscht ein Arm und das Schauen tobt mit dem Fenster herum. Ich drehe den Kopf. Ein unmerklicher Eingriff. In den Lauf der Dinge. In die gleich sich selbst überlassene Vermutung, dass mein Warten jetzt gut funktioniert und das Schauen tobt. Weil mein Mund sich dazu äußern, mitgerissen werden möchte. Denn die Sicht ist wahnsinnig geworden ganz ohne mich. Ich beuge die Hand, damit Wörter kommen. Wörter wie Zeitgefühl, Reparaturwerkstatt, Bushaltestelle. Dafür stehen schon einige Bäume herum. Fremdeln die Wipfel, ziehen die Wolken. Ohne hinauszuzögern eine ganze Wirkung. Meinetwegen atme ich dazu. Wenn Balkone in den Mauern haften und ich vielleicht schon traurig sein muss. So pfeift die Sprache aus den begünstigten Wörtern. Womit ich sagen möchte: Ich laufe zur Tür. Genau gesagt zum Wort Tür. Um hinauszukommen. Die Tür heißt Dar und Dar heißt die Tür. Es geht die Tür, fremd mit Dar, wenn ich von einem Raum in einen anderen gelange. Einzuholen ist das, was Tür und Dar nicht werden, aber flankieren können. Es gibt dafür eine gültige Schrecksekunde. Ich fahre zusammen. Wenn die Tür sich als Dar am natürlichsten öffnet. Oder umgekehrt. Dazwischen schüttelt jemand den Maulbeerbaum. Jemand schüttelt einen Herkunftsort des Sprechens. Unentschieden zieht die Landschaft ins Wetter. Gleich decken die Büsche. Schwärme von Gebirgsseefischen werden beginnende Grundbegriffe. Manches hieß gerade nicht oder duftete. Zwischen Dar und Tür steigen die Geräusche als erste Verluste zu den Pässen empor. Zwischen Dar und Tür. Wurde ich betäubt und in ein schattiges Zimmer getragen. Um ein Haar schmeckte die Maulbeere süß. Rutschte der Arm, lag das Tal im Sonnenlicht. Um ein Haar. Den Bedeutungen voraus. Heben Dar und Tür sich gegenseitig aus den Angeln.
From: Die große Entfernung
Publisher: Urs Engeler Editor, Basel und Weil am Rhein
DEUR EN RAAM
Ik wacht. Zit in een kamer en kijk uit het raam. Het zicht heb ik niet bedacht. Het zicht doet alles alleen. Zo blijft mijn gezichtsveld onbestendig. Onbestendig als het woordje nu waarmee ik een vermoeden begin. Net wist ik van niets. Net verschuift een arm en het kijken woedt met het raam. Ik draai mijn hoofd. Een ongemerkt ingrijpen. In de loop der dingen. In het meteen aan zichzelf overgelaten vermoeden dat mijn wachten nu goed werkt en het kijken woedt. Omdat mijn mond er iets over wil zeggen, meegesleurd wil worden. Want het zicht is waanzinnig geworden geheel zonder mij. Ik buig mijn hand opdat woorden komen. Woorden als tijdsbesef, reparatiewerkplaats, bushalte. Daarvoor staan her en der al wat bomen. Zijn de kruinen verlegen, trekken wolken langs. Zonder een hele werking uit te stellen. Voor mijn part adem ik erbij. Als balkons in de muren zitten en ik misschien al verdrietig moet zijn. Zo fluit taal uit de begunstigde woorden. Waarmee ik bedoel te zeggen: ik loop naar de deur. Om precies te zijn naar het woord deur. Om naar buiten te komen. De deur heet dar en dar heet de deur. De deur gaat open, vreemd met dar, als ik van de ene kamer in een andere kom. In te halen is dat wat deur en dar niet worden maar kunnen flankeren. Daar is een passende schrikseconde voor. Ik krimp ineen. Als de deur het natuurlijkst als dar opengaat. Of andersom. Daartussen schudt iemand de moerbeiboom. Iemand schudt een herkomstoord van het spreken. Ongewis trekt het landschap in het weer. De struiken bedekken meteen. Scholen van bergmeervissen worden beginnende grondbegrippen. Het een en ander had even geen naam of geurde. Tussen dar en deur stijgen de geluiden als eerste gemis naar de bergpassen op. Tussen dar en deur. Werd ik verdoofd en een lommerige kamer ingedragen. Op een haar na smaakte de moerbei zoet. Verschoof mijn arm, lag het dal in het zonlicht. Maar een haar. Voor op de betekenissen. Lichten dar en deur elkaar uit de hengsels.
From: Het alfabet verandert van taal en andere gedichten
Publisher: 2023, PoëzieCentrum, Gent
DOOR AND WINDOW
I wait. Sit in a room and look out of the window. I haven’t made up the range of vision. The range of vision does everything itself. So my view remains vulnerable. Vulnerable like the little word “nu” with which I begin an assumption. I didn’t know anything just now. Just now an arm slips and the watching cavorts with the window. I turn my head. An imperceptible intrusion. Into the course of events. Into the assumption, soon left to itself, that my waiting is now working well and that the watching cavorts. Because my mouth wants to comment, to be carried away. For the sight has gone crazy without any help from me. I bend my hand so that words come. Words like sense of time, repair workshop, bus stop. A few trees stand around already. When their crowns are shy, the clouds move. A whole effect without delay. For my part I breathe into it. When balconies cling to the walls and perhaps I already have to be sad. So language whistles with favoured words. What I mean to say: I walk to the door. To be precise, to the word door. In order to get out. The door is called dar and dar is called the door. The door moves, cheats with dar, when I make it from one room into another. We have to catch up with that which door and dar don’t become but can flank. For this there is a valid second of shock. I flinch. When the door most naturally opens as dar. Or the other way round. Between this someone shakes the mulberry bush. Someone shakes speaking’s place of origin. Indecisively the landscape moves into weather. Soon the bushes cover. Swarms of mountain lake fishes become initial basic principles. Some things just now didn’t have a name or a scent. Between dar and door the sounds climb as first losses to the high passes. Between dar and door. Was I drugged and carried into a shady room. The mulberry almost tasted sweet. If the arm slipped, the valley lay in sunlight. Almost. In front of the meanings. Dar and door pick each other up out of the hinges.
Publisher: 2023, First publication on poetryinternational.com,