Poetry International Poetry International
Gedicht

Miguel-Manso

[NEIL YOUNG]

that moment when I was really falling apart
and the sun lingered over the lawn, and the palms
billowed above the turbid lake

faraway the promised beetle
reduced those palms to a stump
until they seemed like a pineapple which these days
rots in the gardens

the fountain blandly animated the swamp
of the young
the balconies on fire
the summer beginning at its end

overtime hours those
in which the birds delayed their naps because
of the next shift of insects
hallucinating self-absorbed clamorous

at that hour no one else like me setting their bicycle
down on the dearth
sitting on the grass holding back tears
covering their face with their hands, face between their knees and a
wheel behind still spinning

there was no convenient pocket screen
facing up to that which can’t be fixed and never will be
was inevitable


it was on that day the eloquent moment
a harmonica crackled in my headphones
mortally wounding the afternoon’s bull
that solitary buffalo that steers clear of the herd
to die

the high lamps lit up

a newly painted wall
already marked with a small town’s graffito
a dog went past lifting its snout to the
scent of dinners
which came from where
the televisions’ color-blend rose in the air

there was the shred of moon
like flannel sewn onto the denim of the heights
it nurtured hoarded hurt
in the box of the future

the ivy of extensions twined through that hour
an idea furrowed the celestial fen
the mountaineer heart inside the volumes
rarefied

the world was already a glebe of lamentation
and overabundance – beautiful disastrous fierce – locus of forces
and ruin

I fingered with my eyes closed
pure intrinsic
searched out an urban granary where I could keep
the semen-gold ready to detonate

the extreme dragonfly the first cricket
the swallow who got up its nest in a cumulus
of mud and dried weeds who smooths
the surfaces feeding itself in the air

at my back the exiguous cooling
of the public library
at that hour a cavern of nebulous soldiers
resting from their war of resistance

hasta la derrota, siempre!

they inflicted little damage on a rough
but reluctant enemy
only those as sullen as I
walked into ambushes

so many figure eights still visible on the ground
forcefully hoed up from repeatedly going round in the same place
I had dared to go past the gate of the infinite
always ending up bent over dinner

[NEIL YOUNG]

op het uur dat ik het diepst instortte
effende de zon het grasveld, palmen
golfden in een troebel meer

ver weg de kever die op komst was
die de palmen reduceerde tot een stomp
ze deed lijken op een ananas die vandaag
aftakelt in de tuinen

de waterstraal verlevendigde zonder triomf het moeras
van de jeugd
de balkons in vuur
de zomer begon bij het einde

vreemde overuren die
waarin de vogels hun rust uitstelden vanwege
de insecten van de volgende ploeg
duizelig verrukt luidruchtig

het uur waarop niemand zoals ik zijn fiets
neerlegde op wat ontbrak
en  tranen bedwingend in het gras ging zitten
de handen voor het gezicht het gezicht tussen de knieën en een
achterwiel dat draaide

er was geen handig zakschermpje
het was onvermijdelijk onder ogen te zien wat onherstelbaar is
en dat altijd zal blijven


het was het sublieme ogenblik van de dag
een harmonica knetterde in de koptelefoon
verwondde dodelijk de stier van de middag
die eenzame buffel die zich afzondert van de kudde
om geen stap meer te zetten

de verheven lantarens gingen aan

er was een pas geverfde muur
al bezoedeld door provinciale graffiti
een hond passeerde op afstand hief zijn snuit naar
de geur van het avondeten
die kwam van waar
vaag de kleurgloed van televisies was te zien

er was de maanflard
als flanel gelegd over de spijkerstof van het firmament
vergrootte ze de smarten opgeruimd
in de doos van de toekomst

de klimop met zijn verlengsnoeren doorliep dat uur
een idee trok voren in de hemelse heidegrond
het alpinistenhart ijl aan de keerzijde van
de boekdelen

de wereld was al een oogstveld van afkeer
en overvloed – mooi rampspoedig wreed – plaats van krachten
en verwoestingen

ik tastte met gesloten ogen
puur intrinsiek
zocht een stadse bewaarschuur
voor het ontploffingsklaar zaadgoud

de allerlaatste libel de eerste krekel
de zwaluw wier nest bestaat uit een hoop
modder en droog gras en die scheert
langs oppervlakken en zich voedt in de lucht

achter mijn rug de nietige verkwikking
van de openbare bibliotheek
op dat uur het hol van vage soldaten
die uitrustten van de guerrillastrijd

hasta la derrota, siempre!

ze brachten minimale schade toe aan
een onbehouwen maar weerbarstige vijand
alleen zwaarmoediger types zoals ik
vielen in hun hinderlagen

nog zo veel achten zichtbaar op de grond
geploegd door het rondjes draaien op dezelfde plek
wie had gewaagd de drempel naar het oneindige te overschrijden
eindigde steeds gebogen over het avondeten

[NEIL YOUNG]

na hora em que eu mais ruía
o sol aplainava o relvado, palmeiras
ondulavam num lago turvo

longe o escaravelho porvindoiro
que as reduziu a um coto
assemelhando-as a um ananás que degrada hoje
pelos jardins

o repuxo animava sem triunfo o pântano
da juventude
as varandas em fogo
o Verão começando pelo fim

horas extraordinárias aquelas
em que as aves adiavam o repouso por causa
dos insectos do turno sequente
ourados absortos estrepitantes

a hora em que mais ninguém deitava como eu
a bicicleta sobre a falta
e se sentava na relva prendendo as lágrimas
as mãos tapando o rosto o rosto entre os geolhos e uma
roda atrás a girar

não havia o ecrã de bolso oportuno
era inevitável encarar o que não tem conserto
nem nunca terá


era do dia o instante altíloquo
uma harmónica crepitava nos auscultadores
feria de morte o touro da tarde
esse búfalo ermo que se aparta da manada
para ficar-se

os subidos candeeiros acendiam

havia um muro recém pintado
sujo já por um grafito de província
um cão passava ao largo levantava o focinho ao
perfume dos jantares
que chegava de onde
se entrevia o espalha-cor dos televisores

havia o farrapo de lua
como flanela posta sobre a ganga das alturas
agraudava os dós arrumados
na caixa do futuro

a hédera das extensões percorria aquela hora
uma ideia sulcava a charneca celeste
o coração alpinista no avesso dos volumes
rarefeito

o mundo era já uma seara de nojo
e fartura – belo desastroso feroz – lugar de forças
e destruições

eu tacteava de olhos fechados
puro intrínseco
procurava um celeiro urbano onde guardar
o ouro-sémen pronto a detonar

a libélula extrema o grilo inicial
a andorinha cujo ninho resulta de um cúmulo
de lama e ervas secas e rasoira
as superfícies alimentando-se no ar

nas minhas costas o exíguo refrigério
da biblioteca pública
àquela hora antro de nebulosos soldados
repousando da luta de guerrilha

hasta la derrota, siempre!

infligiam estragos mínimos a um inimigo
bronco mas relutante
apenas tombavam nas emboscadas aqueles
como eu mais sorumbáticos

tanto oito visível ainda sobre o chão
lavrado à força de rodar no mesmo sítio
ousara trespassar o pórtico do infinito
finava sempre inclinado sobre o jantar
Close

[NEIL YOUNG]

op het uur dat ik het diepst instortte
effende de zon het grasveld, palmen
golfden in een troebel meer

ver weg de kever die op komst was
die de palmen reduceerde tot een stomp
ze deed lijken op een ananas die vandaag
aftakelt in de tuinen

de waterstraal verlevendigde zonder triomf het moeras
van de jeugd
de balkons in vuur
de zomer begon bij het einde

vreemde overuren die
waarin de vogels hun rust uitstelden vanwege
de insecten van de volgende ploeg
duizelig verrukt luidruchtig

het uur waarop niemand zoals ik zijn fiets
neerlegde op wat ontbrak
en  tranen bedwingend in het gras ging zitten
de handen voor het gezicht het gezicht tussen de knieën en een
achterwiel dat draaide

er was geen handig zakschermpje
het was onvermijdelijk onder ogen te zien wat onherstelbaar is
en dat altijd zal blijven


het was het sublieme ogenblik van de dag
een harmonica knetterde in de koptelefoon
verwondde dodelijk de stier van de middag
die eenzame buffel die zich afzondert van de kudde
om geen stap meer te zetten

de verheven lantarens gingen aan

er was een pas geverfde muur
al bezoedeld door provinciale graffiti
een hond passeerde op afstand hief zijn snuit naar
de geur van het avondeten
die kwam van waar
vaag de kleurgloed van televisies was te zien

er was de maanflard
als flanel gelegd over de spijkerstof van het firmament
vergrootte ze de smarten opgeruimd
in de doos van de toekomst

de klimop met zijn verlengsnoeren doorliep dat uur
een idee trok voren in de hemelse heidegrond
het alpinistenhart ijl aan de keerzijde van
de boekdelen

de wereld was al een oogstveld van afkeer
en overvloed – mooi rampspoedig wreed – plaats van krachten
en verwoestingen

ik tastte met gesloten ogen
puur intrinsiek
zocht een stadse bewaarschuur
voor het ontploffingsklaar zaadgoud

de allerlaatste libel de eerste krekel
de zwaluw wier nest bestaat uit een hoop
modder en droog gras en die scheert
langs oppervlakken en zich voedt in de lucht

achter mijn rug de nietige verkwikking
van de openbare bibliotheek
op dat uur het hol van vage soldaten
die uitrustten van de guerrillastrijd

hasta la derrota, siempre!

ze brachten minimale schade toe aan
een onbehouwen maar weerbarstige vijand
alleen zwaarmoediger types zoals ik
vielen in hun hinderlagen

nog zo veel achten zichtbaar op de grond
geploegd door het rondjes draaien op dezelfde plek
wie had gewaagd de drempel naar het oneindige te overschrijden
eindigde steeds gebogen over het avondeten

[NEIL YOUNG]

that moment when I was really falling apart
and the sun lingered over the lawn, and the palms
billowed above the turbid lake

faraway the promised beetle
reduced those palms to a stump
until they seemed like a pineapple which these days
rots in the gardens

the fountain blandly animated the swamp
of the young
the balconies on fire
the summer beginning at its end

overtime hours those
in which the birds delayed their naps because
of the next shift of insects
hallucinating self-absorbed clamorous

at that hour no one else like me setting their bicycle
down on the dearth
sitting on the grass holding back tears
covering their face with their hands, face between their knees and a
wheel behind still spinning

there was no convenient pocket screen
facing up to that which can’t be fixed and never will be
was inevitable


it was on that day the eloquent moment
a harmonica crackled in my headphones
mortally wounding the afternoon’s bull
that solitary buffalo that steers clear of the herd
to die

the high lamps lit up

a newly painted wall
already marked with a small town’s graffito
a dog went past lifting its snout to the
scent of dinners
which came from where
the televisions’ color-blend rose in the air

there was the shred of moon
like flannel sewn onto the denim of the heights
it nurtured hoarded hurt
in the box of the future

the ivy of extensions twined through that hour
an idea furrowed the celestial fen
the mountaineer heart inside the volumes
rarefied

the world was already a glebe of lamentation
and overabundance – beautiful disastrous fierce – locus of forces
and ruin

I fingered with my eyes closed
pure intrinsic
searched out an urban granary where I could keep
the semen-gold ready to detonate

the extreme dragonfly the first cricket
the swallow who got up its nest in a cumulus
of mud and dried weeds who smooths
the surfaces feeding itself in the air

at my back the exiguous cooling
of the public library
at that hour a cavern of nebulous soldiers
resting from their war of resistance

hasta la derrota, siempre!

they inflicted little damage on a rough
but reluctant enemy
only those as sullen as I
walked into ambushes

so many figure eights still visible on the ground
forcefully hoed up from repeatedly going round in the same place
I had dared to go past the gate of the infinite
always ending up bent over dinner
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère