Gedicht
Moshe Dor
האימום מתוודה
De pop biecht op
Ik ben de kleermakerspop. Ik heb nietMeer dan wat de winkeljuffrouw me aantrekt
En niet minder dan wat ze me uittrekt.
Als ik in de etalage te kijk word gezet kijk ik
Naar de buitenwereld en kan maar niet
Tot een duidelijk besluit komen of ik
Het risico wil nemen om me erbij te voegen want
Feit is dat ik eens tijdens de drukte van de uitverkoop
Bijna mee naar buiten werd gesleurd en toen een
Haast juichend gevoel in me op voelde komen, maar
Tegelijk van intens heimwee naar huis werd vervuld. Soms
Denk ik dat ik verliefd op haar ben, ook al is haar gezicht
Te zwaar opgemaakt en haar achterwerk te breed, maar
Dan schiet me meteen te binnen dat ik geen
Ziel heb en dat het zeer waarschijnlijk slechts een poging is
Om een erotische betekenis te verlenen aan haar handgebaren
Als zij mij aan- en uitkleedt.
© Vertaling: 1996, Shulamith Bamberger
האימום מתוודה
אֲנִי אִמּוּם-הַחַיָּטִים. אֵין לִי
יוֹתֵר מִמַּה שֶּׁהַזַּבָּנִית מַנִּיחָה עָלַי
וְלֹא פָּחוֹת מִמַּה שֶׁהִיא מְסִירָה מִמֶּנִּי.
כְּשֶׁמַּצִּיגִים אוֹתִי בַּחַלּוֹן הָרַאֲוָה אֲנִי
מִתְבּוֹנֵן בָּעוֹלָם הַחִיצוֹנִי וּמִתְקַשֶּׁה
לְהַגִּיעַ לְמַסְקָנָה בְּרוּרָה אִם בִּרְצוֹנִי
לָקַחַת סִכּוּן וּלְהִצְטָרֵף אֵלָיו. עֻבְדָּה,
בִּשְׁעַת לַחַץ לְרֶגֶל מְכִירָה כְּלָלִית
כִמְעַט שֶׁנִגְרַפְתִּי הַחוּצָה וְאָז עֲבָרָנִי
פִּתְאוֹם רֶגֶשׁ קָרוֹב לְצָהֳלָה, וּבָהּ בָּעֵת
נִמְלֵאתִי גַּעְגוּעִים עַזִּים הַבַּיְתָה. לִפְעָמִים
נִדְמֶה לִי שֶׁאֲנִי מְאֹהָב בָּהּ, אַף כִּי פָּנֶיהָ
מְפֻרְכָּסִים מִדַּי, וַאֲחוֹרֶיהָּ רְחָבִים מִדַּי, אֲבָל
מִיַּד אֲנִי נוֹתֵן אֶת דַּעְתִּי שֶׁאֲנִי נְטוּל
נְשָׁמָה וְיִתָּכֵן בְּהֶחְלֵט שֶׁאֵין זֶה אֶלָּא נִסָּיוֹן
לְהַקְנוֹת מַשְׁמָעוּת אֵרוֹטִית לִתְנוּעוֹת יָדֶיהָ
בְּהַלְבִּישָׁהּ וּבְהַפְשִׁיטָהּ אוֹתִי.
יוֹתֵר מִמַּה שֶּׁהַזַּבָּנִית מַנִּיחָה עָלַי
וְלֹא פָּחוֹת מִמַּה שֶׁהִיא מְסִירָה מִמֶּנִּי.
כְּשֶׁמַּצִּיגִים אוֹתִי בַּחַלּוֹן הָרַאֲוָה אֲנִי
מִתְבּוֹנֵן בָּעוֹלָם הַחִיצוֹנִי וּמִתְקַשֶּׁה
לְהַגִּיעַ לְמַסְקָנָה בְּרוּרָה אִם בִּרְצוֹנִי
לָקַחַת סִכּוּן וּלְהִצְטָרֵף אֵלָיו. עֻבְדָּה,
בִּשְׁעַת לַחַץ לְרֶגֶל מְכִירָה כְּלָלִית
כִמְעַט שֶׁנִגְרַפְתִּי הַחוּצָה וְאָז עֲבָרָנִי
פִּתְאוֹם רֶגֶשׁ קָרוֹב לְצָהֳלָה, וּבָהּ בָּעֵת
נִמְלֵאתִי גַּעְגוּעִים עַזִּים הַבַּיְתָה. לִפְעָמִים
נִדְמֶה לִי שֶׁאֲנִי מְאֹהָב בָּהּ, אַף כִּי פָּנֶיהָ
מְפֻרְכָּסִים מִדַּי, וַאֲחוֹרֶיהָּ רְחָבִים מִדַּי, אֲבָל
מִיַּד אֲנִי נוֹתֵן אֶת דַּעְתִּי שֶׁאֲנִי נְטוּל
נְשָׁמָה וְיִתָּכֵן בְּהֶחְלֵט שֶׁאֵין זֶה אֶלָּא נִסָּיוֹן
לְהַקְנוֹת מַשְׁמָעוּת אֵרוֹטִית לִתְנוּעוֹת יָדֶיהָ
בְּהַלְבִּישָׁהּ וּבְהַפְשִׁיטָהּ אוֹתִי.
© 1996, Moshe Dor
Gedichten
Gedichten van Moshe Dor
Close
De pop biecht op
Ik ben de kleermakerspop. Ik heb nietMeer dan wat de winkeljuffrouw me aantrekt
En niet minder dan wat ze me uittrekt.
Als ik in de etalage te kijk word gezet kijk ik
Naar de buitenwereld en kan maar niet
Tot een duidelijk besluit komen of ik
Het risico wil nemen om me erbij te voegen want
Feit is dat ik eens tijdens de drukte van de uitverkoop
Bijna mee naar buiten werd gesleurd en toen een
Haast juichend gevoel in me op voelde komen, maar
Tegelijk van intens heimwee naar huis werd vervuld. Soms
Denk ik dat ik verliefd op haar ben, ook al is haar gezicht
Te zwaar opgemaakt en haar achterwerk te breed, maar
Dan schiet me meteen te binnen dat ik geen
Ziel heb en dat het zeer waarschijnlijk slechts een poging is
Om een erotische betekenis te verlenen aan haar handgebaren
Als zij mij aan- en uitkleedt.
© 1996, Shulamith Bamberger
האימום מתוודה
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère