Poetry International Poetry International
Gedicht

K. Satchidanandan

CACTUS

Thorns are my language.
I announce my existence
with a bleeding touch.

Once these thorns were flowers.
I loathe lovers who betray.
Poets have abandoned the deserts
to go back to the gardens.
Only camels remain here, and merchants,
who trample my blooms to dust.

One thorn for each rare drop of water.
I don’t tempt butterflies,
no bird sings my praise.
I don’t yield to droughts.

I create another beauty
beyond the moonlight,
this side of dreams,
a sharp, piercing,
parallel language.

CACTUS

Doorns zijn mijn taal.
Met een steek die bloed doet vloeien
kondig ik
aan elk wezen aan
dat ik hier ben.
 
Men weet niet
dat deze doorns ooit bloemen waren.
Ik wil geen verraderlijke minnaars.
Dichters hebben de woestijn verlaten
en zijn teruggegaan naar de tuinen.
Alleen kamelen bleven hier achter, en kooplieden,
die mijn bloemen tot stof vertrappen.
 
Van iedere druppel van het wonderlijke water
laat ik een doorn bloeien.
Ik verleid geen vlinders,
vogels zingen mijn lof niet
ik geef niet toe aan droogten.
 
Aan de rand van het groen
creëer ik een andere schoonheid
ver van maanlicht,
dromen nabij,
een scherpe, doordringende
parallelle taal.

Close

CACTUS

Doorns zijn mijn taal.
Met een steek die bloed doet vloeien
kondig ik
aan elk wezen aan
dat ik hier ben.
 
Men weet niet
dat deze doorns ooit bloemen waren.
Ik wil geen verraderlijke minnaars.
Dichters hebben de woestijn verlaten
en zijn teruggegaan naar de tuinen.
Alleen kamelen bleven hier achter, en kooplieden,
die mijn bloemen tot stof vertrappen.
 
Van iedere druppel van het wonderlijke water
laat ik een doorn bloeien.
Ik verleid geen vlinders,
vogels zingen mijn lof niet
ik geef niet toe aan droogten.
 
Aan de rand van het groen
creëer ik een andere schoonheid
ver van maanlicht,
dromen nabij,
een scherpe, doordringende
parallelle taal.

CACTUS

Thorns are my language.
I announce my existence
with a bleeding touch.

Once these thorns were flowers.
I loathe lovers who betray.
Poets have abandoned the deserts
to go back to the gardens.
Only camels remain here, and merchants,
who trample my blooms to dust.

One thorn for each rare drop of water.
I don’t tempt butterflies,
no bird sings my praise.
I don’t yield to droughts.

I create another beauty
beyond the moonlight,
this side of dreams,
a sharp, piercing,
parallel language.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère