Gedicht
Wilma Stockenström
Verdampend
Verdampend
Nu ik brosser begin te wordenweet ik niet meer zo goed
hoe ik het heb en waar ik hoor.
De zon die brandt mijn schouderknoppen
bruin als de ronde korstjes van beschuit.
Ik was zo’n sappig kind!
Wel tachtig procent water
gegoten om een skelet
met nogal wat scharnieren toegerust
zodat ik de aarde kon bewandelen,
vol verwondering anderen kon aanraken
net zo samengesteld als ik: water
water water water water en.
© Vertaling: 1993, Robert Dorsman
Verdampend
Noudat ek brosser beginne word,weet ek nie meer so mooi
hoe ek dit het en waar ek hoort.
Die son die brand my skouerknoppe
bruin soos beskuit se ronde korsies.
Ek was so’n sappige kind!
’n Hele tagtig persent water
gerangskik om ’n skelet
nogal met skarniere toegerus
sodat ek die aarde kon bewandel,
vol verwondering kon raak aan
ander saamgestel soos ek: water
water water water water en.
© 1993, Wilma Stockenström
Gedichten
Gedichten van Wilma Stockenström
Close
Verdampend
Nu ik brosser begin te wordenweet ik niet meer zo goed
hoe ik het heb en waar ik hoor.
De zon die brandt mijn schouderknoppen
bruin als de ronde korstjes van beschuit.
Ik was zo’n sappig kind!
Wel tachtig procent water
gegoten om een skelet
met nogal wat scharnieren toegerust
zodat ik de aarde kon bewandelen,
vol verwondering anderen kon aanraken
net zo samengesteld als ik: water
water water water water en.
© 1993, Robert Dorsman
Verdampend
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère