Poetry International Poetry International
Gedicht

Ilya Kaminsky

ELEGY FOR JOSEPH BRODSKY

ELEGIE VOOR JOSEPH BRODSKY

Eerlijk gezegd, want die lieflijkheid
tussen de regels is van geen belang meer,
wat jij immigratie noemt, noem ik zelfmoord.
Ik stuur je, achter de interpunctie,
de weidse nachten van New York, straten die
plotseling Cyrillisch kennen –
de winter spint woorden, gooit sneeuw in de wind.
Jij, middenin een ongeschreven zin, stopt,
verbannen naar ergens ver achter de stilte.
            *
Ik verliet jouw Rusland voorgoed, gedichten in mijn kussen genaaid,
naar mijn eigen leerschool,
om met jouw dichtregels te leven
voor een nieuw intrige in een oud verhaal.
Om met jouw dichtregels te leven, waarin men zeilen hijst, golven
tegen de stadswal slaan in iedere klinker, –
de bladzijden vanzelf opengaan, een rustige stem
spreekt van lijden, van water.
            *
We keren terug naar de plaats van de misdaad,
we keren niet terug naar waar we gemind hebben, zei je;
jouw gedichten zijn wolven die ons met hun melk voeden.
Ik probeerde je twee jaar lang te imiteren. Het voelt als branden
en zingen over verbranden. Ik sta hier
alsof iemand me bespuwd heeft.
Jij zou je schamen voor deze houterige regels
hoe ik me je dood niet verbeeld
maar die toch hier is, mijn handen ontsteekt. 

ELEGY FOR JOSEPH BRODSKY

In plain speech, for the sweetness
between the lines is no longer important,
what you call immigration I call suicide.
I am sending, behind the punctuation,
unfurling nights of New York, avenues
slipping into Cyrillic –
winter coils words, throws snow on a wind.
You, in the middle of an unwritten sentence, stop,
exile to a place further than silence.
            *
I left your Russia for good, poems sewn into my pillow
rushing towards my own training
to live with your lines
on a verge of a story set against itself.
To live with your lines, those where sails rise, waves
beat against the city’s granite in each vowel, –
pages open by themselves, a quiet voice
speaks of suffering, of water.
            *
We come back to where we have committed a crime,
we don’t come back to where we loved, you said;
your poems are wolves nourishing us with their milk.
I tried to imitate you for two years. It feels like burning
and singing about burning. I stand
as if someone spat at me.
You would be ashamed of these wooden lines,
how I don’t imagine your death
but it is here, setting my hands on fire. 
Close

ELEGIE VOOR JOSEPH BRODSKY

Eerlijk gezegd, want die lieflijkheid
tussen de regels is van geen belang meer,
wat jij immigratie noemt, noem ik zelfmoord.
Ik stuur je, achter de interpunctie,
de weidse nachten van New York, straten die
plotseling Cyrillisch kennen –
de winter spint woorden, gooit sneeuw in de wind.
Jij, middenin een ongeschreven zin, stopt,
verbannen naar ergens ver achter de stilte.
            *
Ik verliet jouw Rusland voorgoed, gedichten in mijn kussen genaaid,
naar mijn eigen leerschool,
om met jouw dichtregels te leven
voor een nieuw intrige in een oud verhaal.
Om met jouw dichtregels te leven, waarin men zeilen hijst, golven
tegen de stadswal slaan in iedere klinker, –
de bladzijden vanzelf opengaan, een rustige stem
spreekt van lijden, van water.
            *
We keren terug naar de plaats van de misdaad,
we keren niet terug naar waar we gemind hebben, zei je;
jouw gedichten zijn wolven die ons met hun melk voeden.
Ik probeerde je twee jaar lang te imiteren. Het voelt als branden
en zingen over verbranden. Ik sta hier
alsof iemand me bespuwd heeft.
Jij zou je schamen voor deze houterige regels
hoe ik me je dood niet verbeeld
maar die toch hier is, mijn handen ontsteekt. 

ELEGY FOR JOSEPH BRODSKY

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère