Poetry International Poetry International
Gedicht

Carlos López Degregori

BLACK THREAD

With these white threads that pass through my fingers, I am sewing your wedding dress. Seated in darkness, turned away from the stars whose motions mirror the work of my hands, I sew unseeingly. My tireless feet pump at the pedals of the machine. My heart leaps when I graze the cloth or the vivid cold of the needle. I pierce the night with threads, I knot, I lace small stones, I fix the veil that will forever keep the beauty of your face, the endless train that will set the streets alight. Whistling this painful melody that only I know, I think about how no one can return to me your whiteness that I lost, and make the scissors scream.

Seated in darkness, turned away from the fatal blow of the stars who repeat my stitches, stroking the empty dress, a fine strand of black thread will grow.

Tomorrow, after the elation of the wedding, when all the flowers pinned against the doors and windows wither and the music starts to drown in all the streets and guests go tumbling drunk around the square, you’ll flee with your new husband toward the forest clearing.

Listen, Radiance, I will warn you: the sightless moon and greasy stars will spin around the heavens: it will take an eternity to yank the hundred buttons from the dress, to rip the train and tangle it among the trees, to contemplate your white and boiling body underneath the veil. He will extend his trembling hands to lift the tulle, and he will flee when he discovers me in your eyes, hanging there by a long black thread.

DE ZWARTE DRAAD

Met deze witte draden tussen mijn vingers naai ik jouw trouwjapon. Ik zit in het donker, met mijn rug naar de beweging van de sterren die het werk van mijn handen herhalen, en ik naai zonder iets te zien. Mijn voeten trappen onvermoeibaar op het pedaal van de machine. Mijn hart maakt een sprong wanneer ik de stof of de levende kou van de naald voel. En ik doorsteek de nacht met draden, ik knoop, rijg steentjes, zet de sluier vast om daarin de schoonheid van jouw gezicht voor eeuwig te bewaren, de enorme sleep die de straten in vlam zal zetten. En ik fluit dit droevige lied dat alleen ik ken, en ik denk dat niemand mij jouw blankheid zal kunnen teruggeven, ik ben haar kwijt en ik laat de schaar schreeuwen.
 
Ik zit in het donker, met mijn rug naar de doodklap van de sterren die mijn stiksteken herhalen, ik streel deze lege japon en er ontstaat één streep van zwarte draad.
 
Morgen, wanneer na het bruiloftsrumoer de bloemversieringen rondom ramen en deuren zijn verlept en de muziek in de straten wegebt en de gasten dronken over het plein rollen, zul je met je bruidegom vluchten naar de open plek in het bos.
 
Luister, Schitterlicht, ik waarschuw je: de blinde maan en de glibberige sterren zullen hoog langs de hemel draaien: het zal een eeuwigheid duren om de honderd knopen van de jurk open te krijgen, de sleep te verscheuren en in de bomen te verstrikken, en jouw opgewonden witte lichaam onder de sluier te aanschouwen. Met trillende handen zal hij proberen de tule los te maken en er als een haas vandoor gaan als hij mij ontdekt in jouw ogen, hangend aan een lange zwarte draad.

EL HILO NEGRO

Con estos hilos blancos que salen de mis dedos estoy cosiendo tu vestido de novia. Sentado en la oscuridad, de espaldas al movimiento de los astros que repiten el trabajo de mis manos, coso sin ver. Mis pies golpean incansables los pedales de la máquina. Salta mi corazón cuando rozo la tela o el frío vivo de la aguja. Y atravieso la noche de hilos, anudo, engarzo leves piedras, fijo el velo que guarde para siempre la belleza de tu rostro, la cola inmensa que incendie las calles. Y silbo esta dolorosa canción que sólo yo conozco y pienso que nadie podrá devolverme tu blancura que perdí y hago gritar a las tijeras.

Sentado en la oscuridad, de espaldas al golpe mortal de las estrellas que repiten mis puntadas, acariciando este traje vacío, crecerá una hebra de hilo negro.

Mañana, después del alborozo de la boda, cuando se marchiten las flores prendidas de las ventanas y las puertas y se vaya ahogando la música en las calles y rueden borrachos los invitados por la plaza, huirás con tu novio hasta el claro del bosque.

Escúchame, Fulgor, yo te lo aviso: la luna ciega y las estrellas lúbricas girarán en las alturas: durará una eternidad arrancar los cien botones del vestido, desgarrar la cola y enredarla entre los árboles, contemplar tu cuerpo hirviente y blanco bajo el velo. El acercará sus manos temblorosas para deshacer el tul y huirá despavorido cuando me descubra en tus ojos colgando de un largo hilo negro.
Close

DE ZWARTE DRAAD

Met deze witte draden tussen mijn vingers naai ik jouw trouwjapon. Ik zit in het donker, met mijn rug naar de beweging van de sterren die het werk van mijn handen herhalen, en ik naai zonder iets te zien. Mijn voeten trappen onvermoeibaar op het pedaal van de machine. Mijn hart maakt een sprong wanneer ik de stof of de levende kou van de naald voel. En ik doorsteek de nacht met draden, ik knoop, rijg steentjes, zet de sluier vast om daarin de schoonheid van jouw gezicht voor eeuwig te bewaren, de enorme sleep die de straten in vlam zal zetten. En ik fluit dit droevige lied dat alleen ik ken, en ik denk dat niemand mij jouw blankheid zal kunnen teruggeven, ik ben haar kwijt en ik laat de schaar schreeuwen.
 
Ik zit in het donker, met mijn rug naar de doodklap van de sterren die mijn stiksteken herhalen, ik streel deze lege japon en er ontstaat één streep van zwarte draad.
 
Morgen, wanneer na het bruiloftsrumoer de bloemversieringen rondom ramen en deuren zijn verlept en de muziek in de straten wegebt en de gasten dronken over het plein rollen, zul je met je bruidegom vluchten naar de open plek in het bos.
 
Luister, Schitterlicht, ik waarschuw je: de blinde maan en de glibberige sterren zullen hoog langs de hemel draaien: het zal een eeuwigheid duren om de honderd knopen van de jurk open te krijgen, de sleep te verscheuren en in de bomen te verstrikken, en jouw opgewonden witte lichaam onder de sluier te aanschouwen. Met trillende handen zal hij proberen de tule los te maken en er als een haas vandoor gaan als hij mij ontdekt in jouw ogen, hangend aan een lange zwarte draad.

BLACK THREAD

With these white threads that pass through my fingers, I am sewing your wedding dress. Seated in darkness, turned away from the stars whose motions mirror the work of my hands, I sew unseeingly. My tireless feet pump at the pedals of the machine. My heart leaps when I graze the cloth or the vivid cold of the needle. I pierce the night with threads, I knot, I lace small stones, I fix the veil that will forever keep the beauty of your face, the endless train that will set the streets alight. Whistling this painful melody that only I know, I think about how no one can return to me your whiteness that I lost, and make the scissors scream.

Seated in darkness, turned away from the fatal blow of the stars who repeat my stitches, stroking the empty dress, a fine strand of black thread will grow.

Tomorrow, after the elation of the wedding, when all the flowers pinned against the doors and windows wither and the music starts to drown in all the streets and guests go tumbling drunk around the square, you’ll flee with your new husband toward the forest clearing.

Listen, Radiance, I will warn you: the sightless moon and greasy stars will spin around the heavens: it will take an eternity to yank the hundred buttons from the dress, to rip the train and tangle it among the trees, to contemplate your white and boiling body underneath the veil. He will extend his trembling hands to lift the tulle, and he will flee when he discovers me in your eyes, hanging there by a long black thread.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère