Gedicht
Carlos López Degregori
ONE NIGHT IN 1958, THE AUTHOR MEETS REMEDIOS
At eleven o’clock, after the exhibition of your paintings, someone calls me in despair. I’m waiting for you, says the voice, layered over with dry flowers and dust. I am in Mexico, just passing through, and no one knows me here; still, my lips tremble and my white heart beats as if to reach the stony sky.It’s eleven o’clock and it will rain.
It’s eleven o’clock and I’ll drink seven glasses, seven trees, seven empty streets and different roads. I will hail seven cabs before I find you, seven machines in flight.
And now tonight is not tonight and I discover that the voice was yours, Remedios, covered with dry flowers and dust. You died in 1963; it doesn’t matter. It’s eleven o’clock one night in 1958 and I draw closer on the path of trees. The candle will be lit. The fingers slipping through the curtain or the wall. The lone cat keeping watch among the leaves.
I will apologize for being a bad guest, falsifying facts and voices. I’ll kiss your sex. You’ll tangle me up in your waist, the brambles of your hair. And you, Remedios, will you be moved, will you caress me?
Will you invite me like a needle through your frozen flesh, because you’ve painted it this way?
© Translation: 2010, Robin Myers
Publisher: First published on PIW, , 2010
Publisher: First published on PIW, , 2010
OP EEN AVOND IN 1958 HEEFT DE AUTEUR EEN ONTMOETING MET REMEDIOS
Om 11 uur, nadat ik jouw schilderijententoonstelling heb bekeken, roept iemand mij wanhopig. Ik wacht op je, zegt een met droogbloemen en stof overdekte stem door de telefoon. Ik weet heel goed dat ik in Mexico op doorreis ben en niemand mij hier kent, maar toch maken mijn lippen een sprongetje en bonkt mijn blanke hart tot het deze stenen hemel bereikt.Het is 11 uur en het gaat straks regenen.
Het is 11 uur en ik zal zeven glazen omgekeerd drinken, zeven bomen, zeven verlaten straten en verschillende wegen. Ik zal zeven taxi’s aanhouden om je te vinden, zeven vliegende machines.
Nu is deze avond deze avond niet meer en ik ontdek dat die met droogbloemen en stof overdekte stem de jouwe was, Remedios. Jij bent in 1963 gestorven maar dat doet er niet toe. Het is nu 11 uur ’s avonds op een dag in 1958 en ik loop over het pad met bomen en kom steeds dichterbij. De kaars zal branden. De hand uit de gordijnen steken of uit de muur. De kat tussen de bladeren door loeren.
Ik zal vergiffenis vragen omdat ik een slechte bezoeker ben, vervalser van stemmen en feiten. Ik zal jouw schaambeen kussen. Ik zal me om jouw rug slingeren, me in de braamstruiken van jouw haar verstrikken. En jij, Remedios, zul je mij ontroerd strelen?
Zul je me vragen als een naald in jouw ijzige
vlees binnen te dringen omdat jij het al zo hebt geschilderd?
© Vertaling: 2010, Mariolein Sabarte Belacortu
UNA NOCHE EN 1958 EL AUTOR SE ENCUENTRA CON REMEDIOS
A las 11, después de haber visto la exposición de tus cuadros, alguien me llama desesperadamente. Te espero, dice en el teléfono una voz, cubierta de flores secas y de polvo. Ya sé que estoy de paso en México y aquí nadie me conoce, pero igual saltan mis labios y golpea mi blanco corazón hasta alcanzar este cielo de piedra.Son las 11 y lloverá.
Son las 11 y beberé siete vasos para atrás, siete árboles, siete calles desiertas y caminos distintos. Abordaré siete taxis para encontrarte, siete máquinas volantes.
Ahora esta noche ya no es esta noche y descubro, Remedios, que era tuya esa voz cubierta de flores secas y de polvo. Tú moriste en 1963 pero no importa. Ahora son las 11 de una noche en 1958 y me estoy acercando por el sendero de los árboles. La vela estará encendida. La mano saliendo de la cortina o la pared. El gato vigilando entre las hojas.
Yo pediré perdón por ser una mala visita que falsea las voces y los hechos. Besaré tu pubis. Me enredaré en tu cintura, en las zarzas de tu pelo. Y tú, Remedios: ¿Me acariciarás conmovida?
¿Me pedirás que me interne como una aguja en tu carne helada porque así ya lo has pintado?
© 1988, Carlos López Degregori
From: Aquí descansa nadie
Publisher: Editorial Colmillo Blanco, Lima
From: Aquí descansa nadie
Publisher: Editorial Colmillo Blanco, Lima
Gedichten
Gedichten van Carlos López Degregori
Close
OP EEN AVOND IN 1958 HEEFT DE AUTEUR EEN ONTMOETING MET REMEDIOS
Om 11 uur, nadat ik jouw schilderijententoonstelling heb bekeken, roept iemand mij wanhopig. Ik wacht op je, zegt een met droogbloemen en stof overdekte stem door de telefoon. Ik weet heel goed dat ik in Mexico op doorreis ben en niemand mij hier kent, maar toch maken mijn lippen een sprongetje en bonkt mijn blanke hart tot het deze stenen hemel bereikt.Het is 11 uur en het gaat straks regenen.
Het is 11 uur en ik zal zeven glazen omgekeerd drinken, zeven bomen, zeven verlaten straten en verschillende wegen. Ik zal zeven taxi’s aanhouden om je te vinden, zeven vliegende machines.
Nu is deze avond deze avond niet meer en ik ontdek dat die met droogbloemen en stof overdekte stem de jouwe was, Remedios. Jij bent in 1963 gestorven maar dat doet er niet toe. Het is nu 11 uur ’s avonds op een dag in 1958 en ik loop over het pad met bomen en kom steeds dichterbij. De kaars zal branden. De hand uit de gordijnen steken of uit de muur. De kat tussen de bladeren door loeren.
Ik zal vergiffenis vragen omdat ik een slechte bezoeker ben, vervalser van stemmen en feiten. Ik zal jouw schaambeen kussen. Ik zal me om jouw rug slingeren, me in de braamstruiken van jouw haar verstrikken. En jij, Remedios, zul je mij ontroerd strelen?
Zul je me vragen als een naald in jouw ijzige
vlees binnen te dringen omdat jij het al zo hebt geschilderd?
© 2010, Mariolein Sabarte Belacortu
From: Aquí descansa nadie
From: Aquí descansa nadie
ONE NIGHT IN 1958, THE AUTHOR MEETS REMEDIOS
At eleven o’clock, after the exhibition of your paintings, someone calls me in despair. I’m waiting for you, says the voice, layered over with dry flowers and dust. I am in Mexico, just passing through, and no one knows me here; still, my lips tremble and my white heart beats as if to reach the stony sky.It’s eleven o’clock and it will rain.
It’s eleven o’clock and I’ll drink seven glasses, seven trees, seven empty streets and different roads. I will hail seven cabs before I find you, seven machines in flight.
And now tonight is not tonight and I discover that the voice was yours, Remedios, covered with dry flowers and dust. You died in 1963; it doesn’t matter. It’s eleven o’clock one night in 1958 and I draw closer on the path of trees. The candle will be lit. The fingers slipping through the curtain or the wall. The lone cat keeping watch among the leaves.
I will apologize for being a bad guest, falsifying facts and voices. I’ll kiss your sex. You’ll tangle me up in your waist, the brambles of your hair. And you, Remedios, will you be moved, will you caress me?
Will you invite me like a needle through your frozen flesh, because you’ve painted it this way?
© 2010, Robin Myers
Publisher: 2010, First published on PIW,
Publisher: 2010, First published on PIW,
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère