Poetry International Poetry International
Gedicht

Yang Lian

Darknesses

1
green leaves always forgotten when  windows are too green
like every pebble roughly thrown by spring
hitting spring itself
birds  still wearing arid skates of blue
though old dog eyes are tired out
no need to translate the riverbank’s slapping
the aesthetics of death  incite the swarming of the flowers
fields alone  can tolerate the furious heart
fleeing still further  April sniffs out blood
in sunlight the wood crouches behind us
knowledge that can’t be taken away  it takes away the dead
reciting a poem  a deepened stillness
the other world is still this world  darkness would say

2
a storyless person  escapes into a day
with a gesture of escaping from the day
a pastless person  has passed away
seagulls worked into an abstract book by the evening
locked in the isolation ward  who isn’t crazy
delusions  more like fragments than flesh
fragments of glass  shattering skeleton heard on the periphery
fragments of rotting tongue  twilight washes away, just washes away
rats squeal  shrill squeals as light stamps on itself
each day startled awake by each day
with one black night  a personless story
still won’t come true told twice  darkness would say

3
each shower of rain makes you sit at your end
rain rapping on the roof  tiny animal steps
move you motionlessly into the darkness
in motionless weather you need others to sleep
to sleep is to leave  the world of the rainy season leaves
once darkness has passed through you like a thoroughbred through the fire
hear inside you  silvery white stitches everywhere
stitching a worn-out windcheater of flesh
every shower falls only on this bare ground
when you begin reading from your end  a page of black explanation
unweariedly swaps someone else for next day
forges an address  the graveyard street still muddier
finds fault with this hand  beggars huddle together in mutual hatred
making a city with nowhere to shelter from the rain
a flock of soaking crows collides inside you
breeds different crimes with identical faces  darkness would say

4
but darkness didn’t say a thing  between dark and dark
only this spring
kite’s bones hang in the treetops
bark shines  lovers pass kissing under the tree
pollen in the lungs beating last year\'s gong
a bright red clown  always makes children run wild
greener and greener the teeth that chew little hands
old newspaper lawn  hands over scissors of flame
so April  sees the river flow like a mirage
the current’s forgotten colours  see us as mirages
once the dove’s call is burned black  all the stars
are broken toys stuffed in a pitch-black floodgate
in darkness there\'s always a body drifting back to the place of no dreaming
even we fear  only fear our own terror
darkness doesn’t say a thing  every walker on the streets
starts muttering to himself
darkness  is listening to the orange-red darkness of lipstick
a spring school always makes us ignorant
memory  who lives in it is a ghost
but sickness attenuates the look
when a mirror’s worn on the face  the ocean digests a dead fish
being vomited is still endless chatter
darknesses are too many  for life ever to have got there
spring walks out of us  only then  is spring silent at last

DUISTERNISSEN

1
groene bladeren worden altijd vergeten wanneer        vensters te groen zijn
zoals elke kiezel die door de lente ruw wordt weggeworpen
de lente zelf treft

vogels        dragen nog steeds blauwe droge schaatsen
de blik van de oude hond is vermoeid

het is zinloos het gekabbel van de rivieroever te vertalen
de esthetica van de dood        zet de bloemen aan tot uitzwermen

alleen het veld        verdraagt het razende hart
op zijn verdere vlucht        heeft april bloed geroken
in het zonlicht waakt het bos achter ons
de kennis die niet kan worden weggenomen        neemt de doden weg
een gedicht reciteren        een diepere stilte

een andere wereld blijft toch deze wereld        zegt de duisternis

2
een mens zonder verhaal        vlucht een dag in
met een houding alsof hij de dag uit vlucht

een mens zonder verleden        is verleden tijd
een zeemeeuw wordt door het schemerdonker bewerkt tot een abstract boek

opgesloten in de quarantaineafdeling        wie is er niet gek
ijdele hoop        nog fragmentarischer dan het menselijk lichaam

fragmenten van glas        in de periferie weerklinkt een skelet dat in stukken valt
fragmenten van een rottende tong        de schemering spoelt weg spoelt gewoon weg

ratten schreeuwen        gekrijs terwijl het licht pijnlijk op zichzelf trapt
elke dag doet elke dag wakker schrikken

tijdens een identieke zwarte nacht        wordt een verhaal zonder mensen
nogmaals verteld zonder plaats te vinden        zegt de duisternis

3
elke regenbui doet je op je eindpunt zitten
de regen klopt op het dak        voetstappen van kleine dieren
brengen jou bewegingloos naar de duisternis
in bewegingloos weer heb je anderen nodig om te slapen
slapen is weggaan        de hele wereld van het regenseizoen gaat weg
dan pas gaat de duisternis door je zoals een raspaard door de vlammen gaat
luister binnen in je        overal zilverwitte steken
ter herstelling van een versleten windjak van vlees

elke regenbui valt alleen op dit stuk braakland
wanneer je bij het einde begint te lezen        ruilt een pagina zwarte uitleg
onvermoeibaar een mens voor een volgende dag
vervalst een adres        de straat van de begraafplaats is nog modderiger
gaat muggenziften over een hand        bedelaars drommen samen in onderlinge haat
vormen een stad waar geen plaats is om voor de regen te schuilen
een grote zwerm natte kraaien botst binnen in je
kweekt verschillende misdaden met hetzelfde gezicht        zegt de duisternis

4
maar de duisternis zei helemaal niets        tussen duisternis en duisternis
is alleen deze lente

beenderen van vliegers hangen in boomtoppen
boomschors glimt        kussende vrijers lopen onder de bomen voorbij
pollen slaat in de longen op de gong van vorig jaar
een scharlaken clown        kan de kinderen altijd als gekken doen hollen

almaar groener worden de tanden die op handjes kauwen
het gazon van oude kranten        overhandigt vlammenscharen
april        beschouwt de rivier als een hersenschim
de vergeten kleuren van de rivier        beschouwen ons als een hersenschim
nadat het duivengekir is verkoold        worden alle sterren
door een moe gespeeld kind in een pikzwarte sluisdeur gestopt

in het duister is er altijd een lichaam dat terugdrijft naar de plaats waar niet wordt
gedroomd

zelfs wij zijn bang        maar alleen van onze eigen angst
de duisternis zegt helemaal niets        elke voetganger op straat
begint in zichzelf te mompelen
de duisternis        luistert naar de bloedrode op lippen gesmeerde duisternis

een lenteschool houdt ons eeuwig onwetend
een herinnering        wie erin leeft is een geest
maar ziekte maakt de uitdrukking gemeen
wanneer je een spiegel op je gezicht hebt        verteert de oceaan een vis
uitgebraakt worden is nog steeds eindeloos gekwebbel

er is te veel duisternis        zodat het leven haar nooit eens bereikt
de lente gaat uit ons weg        en dan pas is de lente eindelijk stil

Close

DUISTERNISSEN

1
groene bladeren worden altijd vergeten wanneer        vensters te groen zijn
zoals elke kiezel die door de lente ruw wordt weggeworpen
de lente zelf treft

vogels        dragen nog steeds blauwe droge schaatsen
de blik van de oude hond is vermoeid

het is zinloos het gekabbel van de rivieroever te vertalen
de esthetica van de dood        zet de bloemen aan tot uitzwermen

alleen het veld        verdraagt het razende hart
op zijn verdere vlucht        heeft april bloed geroken
in het zonlicht waakt het bos achter ons
de kennis die niet kan worden weggenomen        neemt de doden weg
een gedicht reciteren        een diepere stilte

een andere wereld blijft toch deze wereld        zegt de duisternis

2
een mens zonder verhaal        vlucht een dag in
met een houding alsof hij de dag uit vlucht

een mens zonder verleden        is verleden tijd
een zeemeeuw wordt door het schemerdonker bewerkt tot een abstract boek

opgesloten in de quarantaineafdeling        wie is er niet gek
ijdele hoop        nog fragmentarischer dan het menselijk lichaam

fragmenten van glas        in de periferie weerklinkt een skelet dat in stukken valt
fragmenten van een rottende tong        de schemering spoelt weg spoelt gewoon weg

ratten schreeuwen        gekrijs terwijl het licht pijnlijk op zichzelf trapt
elke dag doet elke dag wakker schrikken

tijdens een identieke zwarte nacht        wordt een verhaal zonder mensen
nogmaals verteld zonder plaats te vinden        zegt de duisternis

3
elke regenbui doet je op je eindpunt zitten
de regen klopt op het dak        voetstappen van kleine dieren
brengen jou bewegingloos naar de duisternis
in bewegingloos weer heb je anderen nodig om te slapen
slapen is weggaan        de hele wereld van het regenseizoen gaat weg
dan pas gaat de duisternis door je zoals een raspaard door de vlammen gaat
luister binnen in je        overal zilverwitte steken
ter herstelling van een versleten windjak van vlees

elke regenbui valt alleen op dit stuk braakland
wanneer je bij het einde begint te lezen        ruilt een pagina zwarte uitleg
onvermoeibaar een mens voor een volgende dag
vervalst een adres        de straat van de begraafplaats is nog modderiger
gaat muggenziften over een hand        bedelaars drommen samen in onderlinge haat
vormen een stad waar geen plaats is om voor de regen te schuilen
een grote zwerm natte kraaien botst binnen in je
kweekt verschillende misdaden met hetzelfde gezicht        zegt de duisternis

4
maar de duisternis zei helemaal niets        tussen duisternis en duisternis
is alleen deze lente

beenderen van vliegers hangen in boomtoppen
boomschors glimt        kussende vrijers lopen onder de bomen voorbij
pollen slaat in de longen op de gong van vorig jaar
een scharlaken clown        kan de kinderen altijd als gekken doen hollen

almaar groener worden de tanden die op handjes kauwen
het gazon van oude kranten        overhandigt vlammenscharen
april        beschouwt de rivier als een hersenschim
de vergeten kleuren van de rivier        beschouwen ons als een hersenschim
nadat het duivengekir is verkoold        worden alle sterren
door een moe gespeeld kind in een pikzwarte sluisdeur gestopt

in het duister is er altijd een lichaam dat terugdrijft naar de plaats waar niet wordt
gedroomd

zelfs wij zijn bang        maar alleen van onze eigen angst
de duisternis zegt helemaal niets        elke voetganger op straat
begint in zichzelf te mompelen
de duisternis        luistert naar de bloedrode op lippen gesmeerde duisternis

een lenteschool houdt ons eeuwig onwetend
een herinnering        wie erin leeft is een geest
maar ziekte maakt de uitdrukking gemeen
wanneer je een spiegel op je gezicht hebt        verteert de oceaan een vis
uitgebraakt worden is nog steeds eindeloos gekwebbel

er is te veel duisternis        zodat het leven haar nooit eens bereikt
de lente gaat uit ons weg        en dan pas is de lente eindelijk stil

Darknesses

1
green leaves always forgotten when  windows are too green
like every pebble roughly thrown by spring
hitting spring itself
birds  still wearing arid skates of blue
though old dog eyes are tired out
no need to translate the riverbank’s slapping
the aesthetics of death  incite the swarming of the flowers
fields alone  can tolerate the furious heart
fleeing still further  April sniffs out blood
in sunlight the wood crouches behind us
knowledge that can’t be taken away  it takes away the dead
reciting a poem  a deepened stillness
the other world is still this world  darkness would say

2
a storyless person  escapes into a day
with a gesture of escaping from the day
a pastless person  has passed away
seagulls worked into an abstract book by the evening
locked in the isolation ward  who isn’t crazy
delusions  more like fragments than flesh
fragments of glass  shattering skeleton heard on the periphery
fragments of rotting tongue  twilight washes away, just washes away
rats squeal  shrill squeals as light stamps on itself
each day startled awake by each day
with one black night  a personless story
still won’t come true told twice  darkness would say

3
each shower of rain makes you sit at your end
rain rapping on the roof  tiny animal steps
move you motionlessly into the darkness
in motionless weather you need others to sleep
to sleep is to leave  the world of the rainy season leaves
once darkness has passed through you like a thoroughbred through the fire
hear inside you  silvery white stitches everywhere
stitching a worn-out windcheater of flesh
every shower falls only on this bare ground
when you begin reading from your end  a page of black explanation
unweariedly swaps someone else for next day
forges an address  the graveyard street still muddier
finds fault with this hand  beggars huddle together in mutual hatred
making a city with nowhere to shelter from the rain
a flock of soaking crows collides inside you
breeds different crimes with identical faces  darkness would say

4
but darkness didn’t say a thing  between dark and dark
only this spring
kite’s bones hang in the treetops
bark shines  lovers pass kissing under the tree
pollen in the lungs beating last year\'s gong
a bright red clown  always makes children run wild
greener and greener the teeth that chew little hands
old newspaper lawn  hands over scissors of flame
so April  sees the river flow like a mirage
the current’s forgotten colours  see us as mirages
once the dove’s call is burned black  all the stars
are broken toys stuffed in a pitch-black floodgate
in darkness there\'s always a body drifting back to the place of no dreaming
even we fear  only fear our own terror
darkness doesn’t say a thing  every walker on the streets
starts muttering to himself
darkness  is listening to the orange-red darkness of lipstick
a spring school always makes us ignorant
memory  who lives in it is a ghost
but sickness attenuates the look
when a mirror’s worn on the face  the ocean digests a dead fish
being vomited is still endless chatter
darknesses are too many  for life ever to have got there
spring walks out of us  only then  is spring silent at last
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère