Gedicht
Guido Gezelle
I Dream E’en Now . . .
I dream e’en now of you my child,of happy days when we two will
together and with tempers mild –
pass days, pass days in tempo wild –
we’ll share times good and ill.
I dream e’en now of you my child,
And shall not be content, content
with earthly tastes that I detect
that feed but the body’s element,
and that the spirit will reject.
I dream e’en now of you my child,
you’ve fought on through now, fought on through
the night that the devil’s evil hand
had used to shroud the promised land:
it has admitted you.
I dream e’en now of you, my child,
and walk the streets, walk through and through,
since in my secret soul abides
the thought on which my sole hope rides:
that God will grant me you.
© Translation: 2009, Paul Vincent
Ik droome alreê van u, mijn kind,
Ik droome alreê van u, mijn kind,
en van de blijde dagen, de dagen,
dat samen wij, en welgezind,
vliegt dagen vliegt voorbij gezwind,
ons lief en leed gaan dragen.
Ik droome alreê van u, mijn kind,
noch late ik mij gelegen, gelegen
aan al dat aardsch en bitter smaakt,
dat \'t lijf en \'t lijf alleene raakt,
en daar de geest kan tegen.
Ik droome alreê van u, mijn kind,
gij hebt hem doorgestreden, gestreden
den nacht dien \'s vijands booze hand
gespreid had om \'t beloofde land:
gij zijt erin getreden.
Ik droome alreê van u, mijn kind,
en, ga ik langs de straten, de straten
daar heemlijk in mijn herte weunt
\'t gedacht, daar al mijn hope op steunt:
God zal u mij toch laten!
en van de blijde dagen, de dagen,
dat samen wij, en welgezind,
vliegt dagen vliegt voorbij gezwind,
ons lief en leed gaan dragen.
Ik droome alreê van u, mijn kind,
noch late ik mij gelegen, gelegen
aan al dat aardsch en bitter smaakt,
dat \'t lijf en \'t lijf alleene raakt,
en daar de geest kan tegen.
Ik droome alreê van u, mijn kind,
gij hebt hem doorgestreden, gestreden
den nacht dien \'s vijands booze hand
gespreid had om \'t beloofde land:
gij zijt erin getreden.
Ik droome alreê van u, mijn kind,
en, ga ik langs de straten, de straten
daar heemlijk in mijn herte weunt
\'t gedacht, daar al mijn hope op steunt:
God zal u mij toch laten!
© 1897, Guido Gezelle
From: Poëzie en Proza
Publisher: Bert Bakker, Amsterdam
From: Poëzie en Proza
Publisher: Bert Bakker, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Guido Gezelle
Close
Ik droome alreê van u, mijn kind,
Ik droome alreê van u, mijn kind,en van de blijde dagen, de dagen,
dat samen wij, en welgezind,
vliegt dagen vliegt voorbij gezwind,
ons lief en leed gaan dragen.
Ik droome alreê van u, mijn kind,
noch late ik mij gelegen, gelegen
aan al dat aardsch en bitter smaakt,
dat \'t lijf en \'t lijf alleene raakt,
en daar de geest kan tegen.
Ik droome alreê van u, mijn kind,
gij hebt hem doorgestreden, gestreden
den nacht dien \'s vijands booze hand
gespreid had om \'t beloofde land:
gij zijt erin getreden.
Ik droome alreê van u, mijn kind,
en, ga ik langs de straten, de straten
daar heemlijk in mijn herte weunt
\'t gedacht, daar al mijn hope op steunt:
God zal u mij toch laten!
© 1897, Guido Gezelle
From: Poëzie en Proza
Publisher: 2002, Bert Bakker, Amsterdam
From: Poëzie en Proza
Publisher: 2002, Bert Bakker, Amsterdam
I Dream E’en Now . . .
I dream e’en now of you my child,of happy days when we two will
together and with tempers mild –
pass days, pass days in tempo wild –
we’ll share times good and ill.
I dream e’en now of you my child,
And shall not be content, content
with earthly tastes that I detect
that feed but the body’s element,
and that the spirit will reject.
I dream e’en now of you my child,
you’ve fought on through now, fought on through
the night that the devil’s evil hand
had used to shroud the promised land:
it has admitted you.
I dream e’en now of you, my child,
and walk the streets, walk through and through,
since in my secret soul abides
the thought on which my sole hope rides:
that God will grant me you.
© 2009, Paul Vincent
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère