Poetry International Poetry International
Gedicht

Gaston Burssens

Adieu I

This is, so be it, the last note
that I shall,
                       will,
                                 can
                                          play
in the last life that I live,
on the last keys of my body.
An instrument hard as a safe
from which I have squandered the craziest pennies,
from which I have pulverised the most expensive spider webs.
The dust has stuck to my bones.
It will be buried with me.
The worms will not eat it,
the poison is only intended for me.
I can, I could know
that each beautiful song decorates itself with a conclusion,
as each conclusion decorates itself with a prayer after eating,
and that this end, now or never,
must be called beginning.

Adieu I

Adieu I

Dit zijn, ’t zij zo, de laatste noten
die ik ga,
                 wil,
                         kan
                                 spelen
in ’t laatste leven dat ik leef,
op de laagste toetsen van mijn ribbenkast.
Een kast hard als een safe,
waaruit ik de gekste centen heb verbrast,
waarin ik de duurste spinnewebben heb verpulverd.
Het stof is aan mijn knekels blijven hangen.
Het zal met mij begraven worden.
De wormen zullen het niet eten,
’t gif is alleen voor mij bestemd.
Ik kan, ik kon het weten
dat elk mooi lied zich met een einde tooit,
zoals elk eind zich tooit met een gebed na ’t eten,
en dat dit einde, nu of nooit,
begin moet heten.
Gaston Burssens

Gaston Burssens

(België, 1896 - 1965)

Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit België

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Nederlands

Gedichten Dichters
Close

Adieu I

Dit zijn, ’t zij zo, de laatste noten
die ik ga,
                 wil,
                         kan
                                 spelen
in ’t laatste leven dat ik leef,
op de laagste toetsen van mijn ribbenkast.
Een kast hard als een safe,
waaruit ik de gekste centen heb verbrast,
waarin ik de duurste spinnewebben heb verpulverd.
Het stof is aan mijn knekels blijven hangen.
Het zal met mij begraven worden.
De wormen zullen het niet eten,
’t gif is alleen voor mij bestemd.
Ik kan, ik kon het weten
dat elk mooi lied zich met een einde tooit,
zoals elk eind zich tooit met een gebed na ’t eten,
en dat dit einde, nu of nooit,
begin moet heten.

Adieu I

This is, so be it, the last note
that I shall,
                       will,
                                 can
                                          play
in the last life that I live,
on the last keys of my body.
An instrument hard as a safe
from which I have squandered the craziest pennies,
from which I have pulverised the most expensive spider webs.
The dust has stuck to my bones.
It will be buried with me.
The worms will not eat it,
the poison is only intended for me.
I can, I could know
that each beautiful song decorates itself with a conclusion,
as each conclusion decorates itself with a prayer after eating,
and that this end, now or never,
must be called beginning.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère