Gedicht
Gaston Burssens
Adieu XXIV
Adieu. These are the final notesI’ve tapped out on my ribs and chest.
A chest, in whose drawers
I’ve stored a few blank sheets,
paper eggs for my nest.
They will be buried with me,
be abused, enslaved by me,
be vipers at my breast.
No matter. Today a cricket I trill,
tomorrow an ant I’ll caper,
that the day after its hate will spill
– from its stores that brine vats fill –
of topics, atoms and spirochaetes
posthumously onto paper.
Adieu! Who knows if I shall endure
through a later song or not,
whether I’ll write it or not.
Absurd or not.
Alive or not.
© Translation: 2007, Paul Vincent
Adieu XXIV
Adieu XXIV
Adieu. Dit zijn de laatste notendie ik gespeeld heb op mijn ribbenkast.
Een kast, waarvan ik in de laden
wat blanco vellen heb geborgen,
papieren voor de dorst.
Zij zullen met mij begraven worden,
mishandeld en mijn slaven worden
en adders aan mijn borst.
Maar goed. Vandaag ben ik nog krekel,
doch morgen ben ik mier,
die overmorgen al zijn hekel
– uit zijn reserves in de pekel –
aan apropos, atoom en spirocheten
posthuum zal zetten op papier.
Adieu! Wie weet of ik niet zal beklijven
door ’t schrijven van een later lied,
of ik het schrijven zal of niet.
Zinloos of niet.
Levend of niet.
© 1958, the estate of Gaston Burssens
From: Alles is mogelijk in een gedicht. Verzamelde verzen 1914-1965
Publisher: Meulenhoff/Manteau, Antwerp/Amsterdam
From: Alles is mogelijk in een gedicht. Verzamelde verzen 1914-1965
Publisher: Meulenhoff/Manteau, Antwerp/Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Gaston Burssens
Close
Adieu XXIV
Adieu. Dit zijn de laatste notendie ik gespeeld heb op mijn ribbenkast.
Een kast, waarvan ik in de laden
wat blanco vellen heb geborgen,
papieren voor de dorst.
Zij zullen met mij begraven worden,
mishandeld en mijn slaven worden
en adders aan mijn borst.
Maar goed. Vandaag ben ik nog krekel,
doch morgen ben ik mier,
die overmorgen al zijn hekel
– uit zijn reserves in de pekel –
aan apropos, atoom en spirocheten
posthuum zal zetten op papier.
Adieu! Wie weet of ik niet zal beklijven
door ’t schrijven van een later lied,
of ik het schrijven zal of niet.
Zinloos of niet.
Levend of niet.
© 1958, the estate of Gaston Burssens
From: Alles is mogelijk in een gedicht. Verzamelde verzen 1914-1965
Publisher: 2005, Meulenhoff/Manteau, Antwerp/Amsterdam
From: Alles is mogelijk in een gedicht. Verzamelde verzen 1914-1965
Publisher: 2005, Meulenhoff/Manteau, Antwerp/Amsterdam
Adieu XXIV
Adieu. These are the final notesI’ve tapped out on my ribs and chest.
A chest, in whose drawers
I’ve stored a few blank sheets,
paper eggs for my nest.
They will be buried with me,
be abused, enslaved by me,
be vipers at my breast.
No matter. Today a cricket I trill,
tomorrow an ant I’ll caper,
that the day after its hate will spill
– from its stores that brine vats fill –
of topics, atoms and spirochaetes
posthumously onto paper.
Adieu! Who knows if I shall endure
through a later song or not,
whether I’ll write it or not.
Absurd or not.
Alive or not.
© 2007, Paul Vincent
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère