Poem
Radna Fabias
wat ik verstopte
wat ik verstopte
wat ik verstopte
velgen de onberispelijk opgepoetste in de zon glimmende velgen
te groot en te duur voor de auto’s waaronder ze draaien
de geblindeerde ruiten van de auto’s met de glimmende velgen de ver naar achteren leunende bestuurders van de auto’s met de geblindeerde ruiten en de glimmende velgen de explosieve bassen uit de in de kofferbak geïnstalleerde subwoofers het stof van de dorre velden en haarvet: groen of de zwarte versie
ruikt naar olieraffinaderij
perfect
voor het haar van de moderne neger in de jaren 80
perfect
om de natuurlijke zwartheid te onderstrepen, te laten glinsteren
perfect
de dorre velden waarop doornige struiken groeienom het stof te dragen van het stof het door de passaatwind meegevoerde stof
overal op en tussen
barretjeslangs alle al dan niet geasfalteerde wegen de vrouwen in de barretjes achter het traliewerk langs de wegen de vrouwen de gaten de vrouwen op straat
maar niet als het donker is
de gaten in de wegde mannen die bij de bar langs de wegen bier bier bier en soms een whiskey-cola drinken en
uiteindelijk
de auto vinden
uiteindelijk
wegrijden
uiteindelijk
het huis vinden
uiteindelijk
thuiskomen
uiteindelijk
vrouwende vrouw vinden die niet langs de weg bij de bar stond te drinken uiteindelijk haar geslacht zoeken aan haar geslacht herkennen waar ze zijn welk huis het is welke van de vele met in leggings gehesen billen billen billen als bumpers waarop je naar een nabijgelegen eiland kunt liften
zegt men
vrouwen die hun kleren als een tweede huid dragen
er bestaat niet zoiets als twee maten te klein
mannen met zwarte vingers onder een afdakje naast hun huisonder een motorkap gebogen een zwetende bierfles in de hand
dat afdakje heet een garage en
hoe snel ze daar slijten
dat is een monteur als hij shokkashobbe zegt bedoelt hij shock absorbers schokdempers
want gaten in de wegen waarlangs
mannenmet tondeuses en scheermessen onder een boom
zo’n man heet een barbier
mannen die geld komen innen
zo’n man heet een arabier
mannen
met wapens en whiskey onder een boom
zo’n man heet een kaffer,
onweerstaanbaar voor
vrouwen
met kinderen op de armde geur van hun verbrande huid in de zon de gouden zon de gouden tanden vrouwen in wier haar de geur van chemische ontkroezer dagen later nog hangt daarbovenop de verbrande geur van hun gebakken haar
want het moet gladder
plasticen het hoeft ook geen haar te zijn op het hoofd en de vingers van de vrouwen vrouwen met krulspelden de huizen in snoepkleuren de kerken de in de kleur van rijpe bananen geschilderde kerken de tamarindebomen de leguanen de hagedissen met de half geamputeerde staarten de loslopende geiten de kraaiende hanen de aan bomen geketende honden de overreden zwerfhonden de onder olie lekkende auto’s slapende zwerfhonden de kogels die klinken als vuurwerk het vuurwerk tegen boze geesten de kogels tegen boze mensen de kogels van boze mensen de kranten vol bloed de zware, ronkende motoren van de even zware jongens de oude vrouwen langs de wegen ze verkopen staatsloten ze verkopen hoop langs de wegen langs de gaten in de wegen in het stof de straatjongens op te kleine fietsen
hoe ze op de fiets om net menstruerende meisjes dansen
de moeders die daarvoor waarschuwen
de moeders
alleen
het stofhet gras in de tuin van mensen die wel een sproeier kunnen betalen
groener
de kleur van de mensen die wel een sproeier kunnen betalen
bleker dan
de junk in de tuin van de mensen die wel een sproeier kunnen betalende spullen onder de arm van de junk in de tuin van de mensen die wel een sproeier kunnen betalen de diepzwarte kleur van de straatjunk aan wiens voeten een dikke laag eelt is gegroeid
dat zijn natuurlijke schoenzolen
de autowrakkenhet zwerfvuil de dorstige aarde de apocalyptische regenbuien de wind de orkanen de spaanstalige soaps
de siliconen borsten van de vrouwen in de spaanstalige soaps
het bloederige nieuws uit de nabijgelegen landende missverkiezingen
de siliconen borsten van miss venezuela
de moedertaal de officiële taal de officieuze taal de officieus gesegregeerde supermarkten de officieus gesegregeerde scholen de onthoofde haan in de tuin van de overbuurvrouw de tarotkaarten van de overbuurvrouw de wierook van de overbuurvrouw de wierook in de banaangele kerken de kerken de waarzegsters de heksen die de gokker bedienen het gokken
misschien morgen winnen misschien morgen wel winnen
de zwetende, tegen elkaar schurende lichamen
dat heet dansen
de hittehet washandje in de broekzak van de buschauffeur de hete lucht blazende ventilatoren de stoet rouwende mensen de mensen die zich op de doodskist van een geliefde laten vallen en schreeuwen
dat heet rouwen
de begraafplaatsen waar mensenresten op elkaar gestapeld liggen de vrouwenstemmen die de rozenkrans bidden de transistorradio de vrouwenstemmen uit de transistorradio die de rozenkrans bidden de weesgegroetjes de onzevaders de verheven stemmen van het volk uit de transistorradio de dj die over de liedjes uit de transistorradio praat de verzoeknummers uit de transistorradio waar de dj overheen praat de abrupt vallende nacht de terechte angst in de nacht de geesten het rimpelende asfalt het gebrek aan vluchtwegen het gebrek aan seizoenen het gebrek hoe alles door zee omringd is hoe alles onder de zon verschroeit de verschrikking de toeristen
altijd lachen naar toeristen
dat heet opvoeding
de zon
het blauwhet onmogelijke blauw van de lucht het onmogelijke blauw van de zee de vissers in bootjes drijvend op de onmogelijk blauwe, transparante zee het zand de aangespoelde vissenstaarten in het witte zand het witte zand bij het onmogelijke blauw van de zee het witte zand dat verdacht veel lijkt op het stof het stof |
© 2018, Radna Fabias
From: Habitus
Publisher: De Arbeiderspers, Amsterdam
From: Habitus
Publisher: De Arbeiderspers, Amsterdam
Poems
Poems of Radna Fabias
Close
wat ik verstopte
velgen de onberispelijk opgepoetste in de zon glimmende velgen
te groot en te duur voor de auto’s waaronder ze draaien
de geblindeerde ruiten van de auto’s met de glimmende velgen de ver naar achteren leunende bestuurders van de auto’s met de geblindeerde ruiten en de glimmende velgen de explosieve bassen uit de in de kofferbak geïnstalleerde subwoofers het stof van de dorre velden en haarvet: groen of de zwarte versie
ruikt naar olieraffinaderij
perfect
voor het haar van de moderne neger in de jaren 80
perfect
om de natuurlijke zwartheid te onderstrepen, te laten glinsteren
perfect
de dorre velden waarop doornige struiken groeienom het stof te dragen van het stof het door de passaatwind meegevoerde stof
overal op en tussen
barretjeslangs alle al dan niet geasfalteerde wegen de vrouwen in de barretjes achter het traliewerk langs de wegen de vrouwen de gaten de vrouwen op straat
maar niet als het donker is
de gaten in de wegde mannen die bij de bar langs de wegen bier bier bier en soms een whiskey-cola drinken en
uiteindelijk
de auto vinden
uiteindelijk
wegrijden
uiteindelijk
het huis vinden
uiteindelijk
thuiskomen
uiteindelijk
vrouwende vrouw vinden die niet langs de weg bij de bar stond te drinken uiteindelijk haar geslacht zoeken aan haar geslacht herkennen waar ze zijn welk huis het is welke van de vele met in leggings gehesen billen billen billen als bumpers waarop je naar een nabijgelegen eiland kunt liften
zegt men
vrouwen die hun kleren als een tweede huid dragen
er bestaat niet zoiets als twee maten te klein
mannen met zwarte vingers onder een afdakje naast hun huisonder een motorkap gebogen een zwetende bierfles in de hand
dat afdakje heet een garage en
hoe snel ze daar slijten
dat is een monteur als hij shokkashobbe zegt bedoelt hij shock absorbers schokdempers
want gaten in de wegen waarlangs
mannenmet tondeuses en scheermessen onder een boom
zo’n man heet een barbier
mannen die geld komen innen
zo’n man heet een arabier
mannen
met wapens en whiskey onder een boom
zo’n man heet een kaffer,
onweerstaanbaar voor
vrouwen
met kinderen op de armde geur van hun verbrande huid in de zon de gouden zon de gouden tanden vrouwen in wier haar de geur van chemische ontkroezer dagen later nog hangt daarbovenop de verbrande geur van hun gebakken haar
want het moet gladder
plasticen het hoeft ook geen haar te zijn op het hoofd en de vingers van de vrouwen vrouwen met krulspelden de huizen in snoepkleuren de kerken de in de kleur van rijpe bananen geschilderde kerken de tamarindebomen de leguanen de hagedissen met de half geamputeerde staarten de loslopende geiten de kraaiende hanen de aan bomen geketende honden de overreden zwerfhonden de onder olie lekkende auto’s slapende zwerfhonden de kogels die klinken als vuurwerk het vuurwerk tegen boze geesten de kogels tegen boze mensen de kogels van boze mensen de kranten vol bloed de zware, ronkende motoren van de even zware jongens de oude vrouwen langs de wegen ze verkopen staatsloten ze verkopen hoop langs de wegen langs de gaten in de wegen in het stof de straatjongens op te kleine fietsen
hoe ze op de fiets om net menstruerende meisjes dansen
de moeders die daarvoor waarschuwen
de moeders
alleen
het stofhet gras in de tuin van mensen die wel een sproeier kunnen betalen
groener
de kleur van de mensen die wel een sproeier kunnen betalen
bleker dan
de junk in de tuin van de mensen die wel een sproeier kunnen betalende spullen onder de arm van de junk in de tuin van de mensen die wel een sproeier kunnen betalen de diepzwarte kleur van de straatjunk aan wiens voeten een dikke laag eelt is gegroeid
dat zijn natuurlijke schoenzolen
de autowrakkenhet zwerfvuil de dorstige aarde de apocalyptische regenbuien de wind de orkanen de spaanstalige soaps
de siliconen borsten van de vrouwen in de spaanstalige soaps
het bloederige nieuws uit de nabijgelegen landende missverkiezingen
de siliconen borsten van miss venezuela
de moedertaal de officiële taal de officieuze taal de officieus gesegregeerde supermarkten de officieus gesegregeerde scholen de onthoofde haan in de tuin van de overbuurvrouw de tarotkaarten van de overbuurvrouw de wierook van de overbuurvrouw de wierook in de banaangele kerken de kerken de waarzegsters de heksen die de gokker bedienen het gokken
misschien morgen winnen misschien morgen wel winnen
de zwetende, tegen elkaar schurende lichamen
dat heet dansen
de hittehet washandje in de broekzak van de buschauffeur de hete lucht blazende ventilatoren de stoet rouwende mensen de mensen die zich op de doodskist van een geliefde laten vallen en schreeuwen
dat heet rouwen
de begraafplaatsen waar mensenresten op elkaar gestapeld liggen de vrouwenstemmen die de rozenkrans bidden de transistorradio de vrouwenstemmen uit de transistorradio die de rozenkrans bidden de weesgegroetjes de onzevaders de verheven stemmen van het volk uit de transistorradio de dj die over de liedjes uit de transistorradio praat de verzoeknummers uit de transistorradio waar de dj overheen praat de abrupt vallende nacht de terechte angst in de nacht de geesten het rimpelende asfalt het gebrek aan vluchtwegen het gebrek aan seizoenen het gebrek hoe alles door zee omringd is hoe alles onder de zon verschroeit de verschrikking de toeristen
altijd lachen naar toeristen
dat heet opvoeding
de zon
het blauwhet onmogelijke blauw van de lucht het onmogelijke blauw van de zee de vissers in bootjes drijvend op de onmogelijk blauwe, transparante zee het zand de aangespoelde vissenstaarten in het witte zand het witte zand bij het onmogelijke blauw van de zee het witte zand dat verdacht veel lijkt op het stof het stof |
From: Habitus
wat ik verstopte
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère