Dichter
Ann Vickery
Ann Vickery
(Australië, 1968)
© Nicholas Walton Healey
Biografie
In Ann Vickery’s Devious Intimacy (heimelijke intimiteit) is de intimiteit die ze onderzoekt niet alleen die van geliefden, maar meer nog de intimiteit die een dichter heeft met haar voorgangers; heimelijk, want indirect. Zoals ook in haar eerdere chapbook The Complete Pocketbook of Swoon, is Vickery’s werk beladen met verwijzingen naar Donne, Marvell, Blake, Frank O’Hara, Ern Malley, Lesbia Hartford, John Forbes, Simone de Beauvoir, Whitman en anderen, en het bevat geweldige woordspelingen die verbindingen aangaan met, maar zich juist ook distantiëren van, deze canonieke stroom. Gedichten treuren, berispen en jubelen, in een gestileerde, bijna Elizabethaanse syntaxis van werkwoord-bijwoord inversies, spottende formele taal, koortsige alliteratie, terwijl ze op provocatieve wijze de zichtbare zekerheden van een voorafgaande, vaak mannelijke, poëtische geschiedenis bespot en uitdaagt.
verstoppertje, een ander spel
(vossen hier nu gelokt)
(proberen) aan de ketting te trekken
van de oude trolley weggeroest op kapotte sporen.
van de oude trolley weggeroest op kapotte sporen.
toekomstende handen vinden alleen speelgoedvormen
& zullen zich deze dag niet herinneren. behalve
drie meeneemimmortellen:
voor altijd souvenirs?
voor altijd souvenirs?
Deze gedichten betreuren en wekken gebeurtenissen en emoties, versluierd door de tijd, opnieuw op. In ‘Bred and Sausage Colony’, is de opwekking letterlijk: dit gedicht herinnert een schipbreuk uit 1918 (de belichaming van een abrupt gesmoorde geschiedenis) en de ontdekking drieëntachtig jaar later van een vergeten insectenkolonie die dan opnieuw gebroed wordt en teruggebracht naar haar thuis.
Ark-geklompt en schrander
Een paar van de zevenentwintig overlevende
insecten bruut verwijderd in gevangenschap gekweekt
Het uitgesproken doel: om ze op een dag te re-introduceren
bij hun ongewoonde bron.
Gestoord te worden: kolonialisme’s cirkelredenering
Wat schaarser is nog over?
Vickery bekritiseert het opnieuw tot leven brengen als een vorm van kolonialisme die de ‘ander’ concretiseert, ‘exotiseert’ en toe-eigent, maar dit alles kan ook geïnterpreteerd worden als de praktijk van hedendaagse menging (en ‘dubsmash’) waarin het gedicht, net als de vos, een respectloos wezen wordt, dat losgelaten is in de grootse kathedralen van de geschiedenis; een praktijk die de meeste poëzie vertegenwoordigt. In ‘July is the psychic month’, vergelijkt ze opnieuw monumenten uit het verleden met een niet zo bijzonder, maar wel complexer, heden:
Het was een lang seizoen
van kooktips en liefdessonnetten
elkaar bestuivend voor de gekroonde
kathedralen van Wyatt en Keats.
Ik tel boodschappenkralen, een zuivelhagel
voor elk ontbijt van nagels, TV-allegorie
en Afghanistan-inbedding.
van kooktips en liefdessonnetten
elkaar bestuivend voor de gekroonde
kathedralen van Wyatt en Keats.
Ik tel boodschappenkralen, een zuivelhagel
voor elk ontbijt van nagels, TV-allegorie
en Afghanistan-inbedding.
‘En wat voor schouder, & zo apart . . ?’ beeldt Blake’s tijger zich in, als in de plaats daarvan het dragen van de littekens van een bevalling: ‘Liefde’s pact / de essentiële breuk tussen jou en niet jou . . . Een geprezen ding genaamd, jou onbetamelijk, / dat nachtelijk struikeldraad van moederschap spant.’Vickery wringt een belichaamd vrouwelijke en feministische plek in een equivalent van de veronderstelde minder ingeperkte visies op mannelijke ‘autoriteit’. In andere gedichten hervormt zij een mannelijke blik die vrouwen kleineert tot ‘meisjes’ die, zoals de bekende filmtitel ook zegt (‘sois belle et tais-toi’) mooi moeten wezen en hun mond moeten houden. Ze worstelt met de competentie van hedendaagse poëzie om zich te meten met poëtische geschiedenis, en ook met het vermogen van feminisme om romantische liefde te hervormen. Deze gedichten zijn dan ook erudiete gedichten die net zo goed onderwijzen als dat ze vermaken, die dat naar de oppervlakte slepen wat te snel vergeten wordt. Vickery graaft uit de groeve van eeuwen, waarin elke actie of lezing blokken van ervaringen en conflicten opstapelt en omvormt tot alerte en erudiete poëzie.
© Gig Ryan
PoëzieDevious Intimacy. Hunter Publishers, Melbourne, 2015.
The Complete Pocketbook of Swoon. Vagabond Press, Glebe, 2014.
Kritisch werk
Ann Vickery, Maryanne Dever, and Sally Newman. The Intimate Archive: Journeys through Private Papers. Canberra: National Library of Australia, 2009.
Stressing the Modern: Cultural Politics in Australian Women’s Poetry . Cambridge, UK: Salt, 2007.
Leaving Lines of Gender: A Feminist Genealogy of Language Writing. Hanover and London: Wesleyan UP, 2000.
Links
Gedichten
Calliope’s Run Axon: Creative Explorations 10 (2016).
Russian Bit Player Plumwood Mountain: An Australian Journal of Ecopoetry and Ecopoetics 3.1 (2015).
Another Chardin in Need of Clearning Cordite Poetry Review 42 (2013).
document and un4seen Fxs Otoliths 7 (2011).
Noch so ein restaurierungsbedürftiger Chardin Litchtungen 145 (Hefte 2016).
Recensies
Vivian Gerrand: Review of The Complete Pocketbook of Swoon Plumwood Mountain (28 January 2016).
Dan Disney: Review of the deciBels series Cordite Poetry Review (24 March 2015).
Ali Alizadeh: Art, difference, and pluralism Overland 221 (2015). Rev of The Complete Pocketbook of Swoon.
Justin Clemens: Review of Poetry and the Trace Cordite Poetry Review (1 August 2014).
Gedichten
Gedichten van Ann Vickery
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère