Poetry International Poetry International
Gedicht

Ann Vickery

CLAYTON’S LAW OF AMOR FATI

BUCKLERS WET VAN AMOR FATI

Het gespleten jij ter inspiratie: Freuds 
theorie van het unheimlager. Geef mij maar 
het praalgraf van de schuimrubberen bierblikjeskoeler.
Monumentaal ersatz
als een Test Match-gelijkspel, taai van tijd.
We zitten op het plankier met de leeuwen onherdacht aan gene zijde.
Hebben ze geen thuis om naar toe te gaan? Verleden week was het
een troep mij onbekende oempa loempa’s
die zongen
‘all by myself’.
Nog lang daarna bleef er eentje neuriën met de lichtheid
van mandarijn. Het is geen gillende pijn,
alleen altijd aanwezig. Karaokegoud.
Liefde als oefening in niet-lineair denken
weerlegt theorieën over zoölogische substitutie
of de Porfyriaanse logica. Wij zijn op zoek
naar drankjes van het huis en, bij ontstentenis daarvan,
een stukje asiel op televisie.
De melancholie van een ondergaande zon
is niet
alles wat je voorgespiegeld wordt. Dierenliefde
ligt op de schappen van een plaatselijke gemakswinkel
die wij, met de ons toebemeten trots,
verkiezen voorbij te lopen.

Ingebruikstelling houdt de nul op het bord.
 

CLAYTON’S LAW OF AMOR FATI

The split you for inspiration: Freud’s
theory of the untinny. I prefer
the cenotaphic stubby holder.
Monumentally ersatz
as a Test draw, sticky with time. 
We sit on the deck with the lions unmemoried beyond.  
Don’t they have homes to go to?  Last week, it was
a pack of unfamiliar oompa loompas 
singing
‘all by myself’. 
Long after, one stayed humming with mandarin
levity. It’s not a roaring pain,
just ever-constant. Karaoke gold.
Love as an exercise of non-linear thought 
defies theories of zoological substitution
or Porphyrian logic. We seek 
drinks on the house  and, failing that, 
a spot of televised asylum. 
The melancholia of a setting sun  
not being 
all it cracked up to be.  Animal affection   
lines the shelves of a local convenience store
which, in our incumbent pride, 
we choose not to enter.

Instrumentality goes out for a duck.
 
Close

BUCKLERS WET VAN AMOR FATI

Het gespleten jij ter inspiratie: Freuds 
theorie van het unheimlager. Geef mij maar 
het praalgraf van de schuimrubberen bierblikjeskoeler.
Monumentaal ersatz
als een Test Match-gelijkspel, taai van tijd.
We zitten op het plankier met de leeuwen onherdacht aan gene zijde.
Hebben ze geen thuis om naar toe te gaan? Verleden week was het
een troep mij onbekende oempa loempa’s
die zongen
‘all by myself’.
Nog lang daarna bleef er eentje neuriën met de lichtheid
van mandarijn. Het is geen gillende pijn,
alleen altijd aanwezig. Karaokegoud.
Liefde als oefening in niet-lineair denken
weerlegt theorieën over zoölogische substitutie
of de Porfyriaanse logica. Wij zijn op zoek
naar drankjes van het huis en, bij ontstentenis daarvan,
een stukje asiel op televisie.
De melancholie van een ondergaande zon
is niet
alles wat je voorgespiegeld wordt. Dierenliefde
ligt op de schappen van een plaatselijke gemakswinkel
die wij, met de ons toebemeten trots,
verkiezen voorbij te lopen.

Ingebruikstelling houdt de nul op het bord.
 

CLAYTON’S LAW OF AMOR FATI

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère