Sasja Janssen
Sasja Janssen
Snelle introductie
Sasja Janssen is dichter en schrijver van romans en verhalen. In haar poëzie is het lichaam in vele gedaanten aanwezig, van vehikel tot doelwit en van wapen tot wond. Op weergaloze wijze weet ze haar vaak fysieke fascinaties tastbaar te maken, in te dikken tot iets dat zich als een geheim in het lichaam nestelt. Na het succes van de bundels Ik trek mijn species aan (2014, nominatie VSB Poëzieprijs) en Happy (2017), maakt ze nu furore met de bundel Virgula (2021), waarvoor ze de Awater Poëzieprijs kreeg en genomineerd werd voor de Ida Gerhardt Poézieprijs en voor de Herman de Coninckprijs en De Grote Poëzieprijs voor beste bundel van het jaar. In die bundel balanceert ze op indrukwekkende wijze tussen mysterie en messcherpe intentie, waarbij de komma (virgula in het latijn) steeds voor kanteling van en tegenstellingen in het perspectief zorgt. De doortastendheid van die kleine ingreep maakt van die korte hapering in de tijd het verbindende weefsel tussen duiding en verwarring; een kleine struikeling in de stuwing van alles wat voort blijft razen.
Biografie
“Ik wil een klein apart universum maken. Ons universum is behoorlijk eigenaardig,” vertelt Sasja Janssen in een interview over haar bundel Wie wij schuilen (2010). Janssen ervaart het schrijven als een noodzaak, waaraan de basale vraag “Hoe moet ik leven?” ten grondslag ligt. Zij verkent de betekenis van het zijn, waarbij zij de locatie van het ‘ik’ in het zijn probeert te vinden: “Ik ben een verschrikkelijk organisme dat uitverkiest. / Ik ben koningsblauw. / Ik sta in wilde schoonheid.” Janssen tracht middels haar schrijven ook de grenzen en de noodzaak van het gedicht af te tasten: wanneer zijn gedichten wel/geen poëzie meer te noemen? Hoeveel kan weggelaten worden?
Janssen schrijft naast poëzie ook romans en verhalen. Bovendien is ze docente Nederlands als tweede taal, en geeft ze les in het schrijven op de Schrijversvakschool en bij de studentenorganisatie Crea. Ze treedt op op festivals in binnen- en buitenland.
Janssens bundel Ik trek mijn species aan opent met een motto ontleend aan W.F. Hermans en komt uit Nooit meer slapen: 'dat ik altijd en in alles weerloos, machteloos en vervangbaar als een atoom ben'. Als het ik zo weinig voorstelt, is het denkbaar eerder voor ‘het species’ te kiezen. Dat doet Sasja Janssen ook, maar wel op een eigenzinnige individuele manier. Juist in de manier waarop ze het ik omzeilt door het onbestemde ontstaan van het leven stem te geven en door de alomtegenwoordige seksualiteit een haast op zichzelf staande aanwezigheid te laten zijn, wordt de lezer voortdurend geconfronteerd met het begrip ik en met het ik van de dichter als schepper van zijn of haar poëzie. ‘Ik trok daarna mijn species uit, om te zien of ik leeg was / om te zien of ik dat durfde, de bloedeloosheid ik durfde. / De anderen loerden naar hoe ik was, dat er niets van me / overbleef, moest er wat overblijven van mij of iets?’. Dit gedicht uit de titelreeks is een scherp en ontnuchterend commentaar op de gemeenplaats dat de dichter zichzelf uitdrukt in zijn poëzie en dat lezers naar die dichter, naar de persoon van vlees en bloed die de dichter ook is, zitten te zoeken.
Rutger Cornets de Groot merkt in dit kader op dat bij Sasja Janssen in moderne vorm iets terugkeert ‘van het aloude begrip ‘persoonlijkheid’, dat ooit een criterium was voor de waarde van literatuur. Er werd het vermogen van een auteur onder verstaan om tegenstellingen in zich te verenigen en niet alleen te zijn wie hij was, maar ook wie hij niet was, of wie hij worden kon. De dichter valt dan niet samen met wie hij is, maar hoeft van zichzelf ook geen afstand te doen.’ Zoals Janssen schrijft in het eerste gedicht van de cyclus ’Omdat ik reizen moet’: Ik draag mee mijn grenzeloosheid als wapen / mijn bloed tegen koortsen en knokkelangst / ontelbare landkaarten zodat ik weet waar ik niet moet zijn/’
Deze bundel heeft het geweld en de energie van Bijbelboeken. ‘Toch het begint’ lijkt Genesis en Apocalyps tegelijkertijd, waarin zowel het uitdijen van de mensheid in gang gezet wordt als het bederf van de aarde wordt aangekondigd: ‘In het voorlaatste wachtte iemand wachtte / en zagen de mensen stijve hemels, apennachten uit feromonen / de hel losjes om de hals / spikkels vielen van vogels, quarks werden zwaar zo zwaar / melk droop van de akkers, meisjes dansten in borsten, dansen / derwisj gelijk, om maar wat te noemen, iemand gaf geen namen meer.’
Probeer in die uiteenvallende werkelijkheid het ik maar eens te behouden en een nieuwe coherentie te vinden. Eén middel om samenhang te zoeken, is de taal: ‘we praten onze botten graag bij elkaar’, zegt Sasja Janssen in het derde gedicht uit de cyclus ‘Toch het begint’, maar in het slotgedicht wordt de waarde ervan betwist: ‘Ssst, praten is voer voor de waan.’
Met zoveel woorden de betrekkelijkheid van woorden bezingen en daar indringende poëzie van maken is een kunst op zich. ‘Tot vandaag alleen woorden gebruikt, maar zijn daarmee / moeten ophouden, de rampen dampen van onze gist // door het spartelende, het vallende, het tedere, het misselijke / het zoete, het vleselijke, het blauwige bengelen om elkaars hals. // We hebben ons gezongen. We hebben ons voor het eerst.’
Een uitdagend beklijvende bundel noemt de jury van de VSB Poëzieprijs Sasja Janssens Ik trek mijn species aan. ‘In een fabelachtig echt spel tussen begin en einde en alles daartussenin, worden soorten van mensen geboren die vervolgens trachten te overleven. Misschien is seksualiteit de enige houvast, of in elk geval een benadering van identiteit. Zonder de soortnaam vrouw, is er geen beginnen aan.’
Bibliografie
Poëzie
Papaver, Querido, Amsterdam, 2007
Wie wij schuilen (Whom we shield), Querido, Amsterdam, 2010
Ik trek mijn species aan (Putting on my species), Querido, Amsterdam, 2014
Happy, Querido, Amsterdam, 2017
Virgula, Querido, Amsterdam, 2021
Proza
De kamerling (The eunuch), Querido, Amsterdam, 2001
Teresa zegt (Teresa says), Querido, Amsterdam, 2005
In vertaling verschenen
Putting on my species (Ik trek mijn species aan), Shearsman Books Ltd, 2020
Translation: Michele Hutchison
Links
Janssen's personal website