Gedicht
Karel van de Woestijne
Through the earth in vain I’ve driven
Through the earth in vain I’ve drivena root, to the most secret waters:
no branch of me will ever bloom, nor will
the wind hear the resonance of my word
re-echo through the lofty foliage.
I am no royal queen of bees
imprisoned in her fruitful cell;
for never a joy of mine will sway
the busy swarms which, come May,
swell the chequered honeycomb.
And I have followed the straight way,
against the abyss of denial.
There’s no abyss. And my delusion
would now just like to sleep a while
and lie tamely down to rest.
© Translation: 2007, Tanis Guest
\'k Heb noodloos door den boôm geboord
\'k Heb noodloos door den boôm geboord
een wortel, ter geheimste waetren:
nooit bloeit een tak uit mij, noch hoort
de wind het trillen van mijn woord
door \'t hoog gebladert schaetren.
Ik ben geen koninklijke bij
gevangen in haar vruchtb\'re celle;
want nimmer zwaait een vreugde uit mij
de nijvre zwermen die, te Mei,
de ruit\'ge raat doen zwellen.
En \'k ben den rechten weg gegaan,
den afgrond tegen van \'t ontzeggen.
Er ís geen afgrond. En mijn waan
wou nu maar liefst wat slapen gaan
en lam ter rust zich leggen.
een wortel, ter geheimste waetren:
nooit bloeit een tak uit mij, noch hoort
de wind het trillen van mijn woord
door \'t hoog gebladert schaetren.
Ik ben geen koninklijke bij
gevangen in haar vruchtb\'re celle;
want nimmer zwaait een vreugde uit mij
de nijvre zwermen die, te Mei,
de ruit\'ge raat doen zwellen.
En \'k ben den rechten weg gegaan,
den afgrond tegen van \'t ontzeggen.
Er ís geen afgrond. En mijn waan
wou nu maar liefst wat slapen gaan
en lam ter rust zich leggen.
© 1926, Karel van de Woestijne
From: God aan zee, Verzameld Werk
Publisher: Lannoo, Tielt
From: God aan zee, Verzameld Werk
Publisher: Lannoo, Tielt
Gedichten
Gedichten van Karel van de Woestijne
Close
\'k Heb noodloos door den boôm geboord
\'k Heb noodloos door den boôm geboordeen wortel, ter geheimste waetren:
nooit bloeit een tak uit mij, noch hoort
de wind het trillen van mijn woord
door \'t hoog gebladert schaetren.
Ik ben geen koninklijke bij
gevangen in haar vruchtb\'re celle;
want nimmer zwaait een vreugde uit mij
de nijvre zwermen die, te Mei,
de ruit\'ge raat doen zwellen.
En \'k ben den rechten weg gegaan,
den afgrond tegen van \'t ontzeggen.
Er ís geen afgrond. En mijn waan
wou nu maar liefst wat slapen gaan
en lam ter rust zich leggen.
© 1926, Karel van de Woestijne
From: God aan zee, Verzameld Werk
Publisher: 2007, Lannoo, Tielt
From: God aan zee, Verzameld Werk
Publisher: 2007, Lannoo, Tielt
Through the earth in vain I’ve driven
Through the earth in vain I’ve drivena root, to the most secret waters:
no branch of me will ever bloom, nor will
the wind hear the resonance of my word
re-echo through the lofty foliage.
I am no royal queen of bees
imprisoned in her fruitful cell;
for never a joy of mine will sway
the busy swarms which, come May,
swell the chequered honeycomb.
And I have followed the straight way,
against the abyss of denial.
There’s no abyss. And my delusion
would now just like to sleep a while
and lie tamely down to rest.
© 2007, Tanis Guest
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère