Gedicht
Toon Tellegen
TWO
Two people.One is nice, the other is nicer.
One fishes up the truth,
the other fishes up the truth and wrings it out.
One hides, the other hides and is unfindable.
One falls, the other falls and gets up again and falls again.
One clings to the other,
the other clings to the one and scratches him, bites him,
takes him by the throat, doesn’t let go.
One thinks of his beloved,
the other thinks of his beloved and of the world
and of the congruity of things and of St. Augustine
and of fires blazing high.
One is alone,
but as alone as the other
only a dog can be, in a kennel, pining away.
© Translation: 2005, Judith Wilkinson
TWEE
TWEE
Twee mensen.De een is aardig, de ander is aardiger.
De een haalt de waarheid boven water,
de ander haalt de waarheid boven water en wringt haar uit.
De een verbergt zich, de ander verbergt zich en is onvindbaar.
De een valt, de ander valt en staat weer op en valt opnieuw.
De een klampt zich aan de ander vast,
de ander klampt zich aan de een vast en krabt hem, bijt hem,
knijpt zijn keel dicht, laat hem niet meer los.
De een denkt aan zijn liefste,
de ander denkt aan zijn liefste en aan de wereld
en aan de congruentie der dingen en de Heilige Augustinus
en hoog oplaaiend vuur.
De een is alleen,
maar zo eenzaam als de ander
is alleen een hond, in een hok, verkommerd.
© 2001, Toon Tellegen
From: Gedichten 1977-1999
Publisher: Querido, Amsterdam
From: Gedichten 1977-1999
Publisher: Querido, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Toon Tellegen
Close
TWEE
Twee mensen.De een is aardig, de ander is aardiger.
De een haalt de waarheid boven water,
de ander haalt de waarheid boven water en wringt haar uit.
De een verbergt zich, de ander verbergt zich en is onvindbaar.
De een valt, de ander valt en staat weer op en valt opnieuw.
De een klampt zich aan de ander vast,
de ander klampt zich aan de een vast en krabt hem, bijt hem,
knijpt zijn keel dicht, laat hem niet meer los.
De een denkt aan zijn liefste,
de ander denkt aan zijn liefste en aan de wereld
en aan de congruentie der dingen en de Heilige Augustinus
en hoog oplaaiend vuur.
De een is alleen,
maar zo eenzaam als de ander
is alleen een hond, in een hok, verkommerd.
© 2001, Toon Tellegen
From: Gedichten 1977-1999
Publisher: 2001, Querido, Amsterdam
From: Gedichten 1977-1999
Publisher: 2001, Querido, Amsterdam
TWO
Two people.One is nice, the other is nicer.
One fishes up the truth,
the other fishes up the truth and wrings it out.
One hides, the other hides and is unfindable.
One falls, the other falls and gets up again and falls again.
One clings to the other,
the other clings to the one and scratches him, bites him,
takes him by the throat, doesn’t let go.
One thinks of his beloved,
the other thinks of his beloved and of the world
and of the congruity of things and of St. Augustine
and of fires blazing high.
One is alone,
but as alone as the other
only a dog can be, in a kennel, pining away.
© 2005, Judith Wilkinson
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère