Poetry International Poetry International
Gedicht

Paul Tran

GALILEO

GALILEO

Ik dacht dat ik de tijd
kon stilzetten door de klok
uit elkaar te halen. Kleine wijzer. Grote wijzer.

Niets houdt. Niets
is gehouden. Enkel bijgehouden. Ik voelde

voorbijgaande seconden
opeenstapelen als dode kalveren
in een onweersbui

van de geest niet langer een geest
maar een pagina gescheurd
uit het woordenboek met de definitie van zelf

uitgewist. Ik kon het niet onder ogen zien: de wereld die verderging

alsof er niets was gebeurd.
Iedereen die ik kende stond op. Kleedde zich aan.
Ging naar werk. Ging naar huis. 

Er waren feestjes. Extase.
Hennesy. Dansend
om elkaar heen. Afstomping. Joints

gerold om de kolkende gedachten
te stoppen die

als wind over water –
vormloosheid dwingend tot vorm.

Ik zette mijn beste gezicht op.
Ik was glamour. Ik was grammatica.

Toch kon mijn beste ik mijn beest niet verslaan.

Ook ik was uit elkaar gehaald.
Ik wilde niet worden
hersteld. Ik wilde dat alles gedemonteerd en nutteloos was

zoals ik. Kast. Uurwerk. Wijzers. Wijzerplaat.

 

GALILEO

I thought I could stop
time by taking apart
the clock. Minute hand. Hour hand.

Nothing can keep. Nothing
is kept. Only kept track of. I felt

passing seconds
accumulate like dead calves
in a thunderstorm

of the mind no longer a mind
but a page torn
from the dictionary with the definition of self

effaced. I couldn’t face it: the world moving

on as if nothing happened.
Everyone I knew got up. Got dressed.
Went to work. Went home.

There were parties. Ecstasy.
Hennessy. Dancing
around each other. Bluntness. Blunts

rolled to keep
thought after thought
from roiling

like wind across water—
coercing shapelessness into shape.

I put on my best face.
I was glamour. I was grammar.

Yet my best couldn’t best my beast.

I, too, had been taken apart.
I didn’t want to be
fixed. I wanted everything dismantled and useless

like me. Case. Wheel. Hands. Dial. Face.

Close

GALILEO

Ik dacht dat ik de tijd
kon stilzetten door de klok
uit elkaar te halen. Kleine wijzer. Grote wijzer.

Niets houdt. Niets
is gehouden. Enkel bijgehouden. Ik voelde

voorbijgaande seconden
opeenstapelen als dode kalveren
in een onweersbui

van de geest niet langer een geest
maar een pagina gescheurd
uit het woordenboek met de definitie van zelf

uitgewist. Ik kon het niet onder ogen zien: de wereld die verderging

alsof er niets was gebeurd.
Iedereen die ik kende stond op. Kleedde zich aan.
Ging naar werk. Ging naar huis. 

Er waren feestjes. Extase.
Hennesy. Dansend
om elkaar heen. Afstomping. Joints

gerold om de kolkende gedachten
te stoppen die

als wind over water –
vormloosheid dwingend tot vorm.

Ik zette mijn beste gezicht op.
Ik was glamour. Ik was grammatica.

Toch kon mijn beste ik mijn beest niet verslaan.

Ook ik was uit elkaar gehaald.
Ik wilde niet worden
hersteld. Ik wilde dat alles gedemonteerd en nutteloos was

zoals ik. Kast. Uurwerk. Wijzers. Wijzerplaat.

 

GALILEO

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère