Poetry International Poetry International
Gedicht

Kayo Chingonyi

How to cry

Hoe je huilt

Ik breek nog, zoals een overladen schraag breekt
midden op de markt in Romford en blèr
zoals mijn kleine nichtje blèrt als haar moeder
even de kamer uit is. Ondanks
ons gesus, weet de kleine al precies
dat wie weggaat misschien nooit terugkomt.

Hoewel ik God in een afgesloten kistje bewaar
werp ik mezelf dan voor de Argos ter aarde,
ram met mijn handpalmen op de kinderkopjes
tot het bloed zingt in mijn vingertoppen. Daar, tussen
Cockneys die vis verkopen, bakkenvers uit Billingsgate
schieten tranen ogen te binnen die ik uitgehuild dacht.

Ik wil aangegrepen worden door onze bakstenen uni,
de keur aan vreemde gezichten. Leid me
de flat in die stinkt naar onze slapeloosheid,
plannen bevroed in de fluistering van kleine uurtjes.
Ik ben mijn kracht moe. Laat me verstoken achter,
als ik kijk hoe de witte limousine wegrijdt.

How to cry

I’m going to fold, as an overloaded trestle folds,
in the middle of Romford Market and bawl
the way my small niece bawls for her mother
when she leaves the room. In spite
of our assurances, already the little one knows
that those who leave might never come back.

Though I keep God in a small closed box
I’ll prostrate myself outside Argos,
beat the cobbles with my palm
till blood rings in my fingertips. There, amid
cockneys selling fish, box-fresh from Billingsgate,
tears will occur to eyes I thought I’d cried out.

I want to be set off by our red brick uni,
its array of strange faces. Show me round
the flat that stinks of our sleeplessness,
plans hatched in the whispers of small hours.
I’m tired of this strength. Let me be bereft,
watching the white limousine as it drives away.
Kayo Chingonyi

Kayo Chingonyi

(Zambia, 1987)


Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit Verenigd Koninkrijk

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Engels

Gedichten Dichters
Close

Hoe je huilt

Ik breek nog, zoals een overladen schraag breekt
midden op de markt in Romford en blèr
zoals mijn kleine nichtje blèrt als haar moeder
even de kamer uit is. Ondanks
ons gesus, weet de kleine al precies
dat wie weggaat misschien nooit terugkomt.

Hoewel ik God in een afgesloten kistje bewaar
werp ik mezelf dan voor de Argos ter aarde,
ram met mijn handpalmen op de kinderkopjes
tot het bloed zingt in mijn vingertoppen. Daar, tussen
Cockneys die vis verkopen, bakkenvers uit Billingsgate
schieten tranen ogen te binnen die ik uitgehuild dacht.

Ik wil aangegrepen worden door onze bakstenen uni,
de keur aan vreemde gezichten. Leid me
de flat in die stinkt naar onze slapeloosheid,
plannen bevroed in de fluistering van kleine uurtjes.
Ik ben mijn kracht moe. Laat me verstoken achter,
als ik kijk hoe de witte limousine wegrijdt.

How to cry

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère