Poetry International Poetry International
Gedicht

Kayo Chingonyi

Blues for Albert \'Prodigy\' Johnson & Carl \'Haystee\' Samuel

Blues voor Albert \'Prodigy\' Johnson & Carl \'Haystee\' Samuel

Weer is een klerk van het zwarte trauma
overgestoken naar het geestenrijk
of het niets, afhankelijk van hoeveel
geloof je hecht aan Nietzsche –
passend dat de aardsvader van het nihilisme
me te binnen schiet als ik denk
aan Prodigy, die oud was voor zijn tijd
net als ik oud ben voor die van mij.

*

We lieten een vaardig gerolde joint
rondgaan in een kring in Barking
(voor daar een spa-resort stond).

Een van ons was destijds gekluisterd,
aan zijn kamer, uit schaamte
een sterfgeval, of iets soortgelijks

omdat hij, languit onder de pokdalige
nachthemel, zijn vriendin had gevraagd
waarom ze niks zei.

*

Toen Haystee voor de
vrachtwagen viel of liep
is hij toen heengegaan
als ik hem nog kan horen
in een back-to-back
met Kaystar en Rapsz
als ik hem nog zie staan
schouder aan schouder
met Prodigy, in een kring
van dode emcees,
een frons op zijn gezicht
als hij zingt:

Luister goed, ik ben skeer-o
Je kent me ben MC Haystee
en ik ben er weer-o
ik spit mijn lyrics
en ze schreeuwen om meer-o
en als ik ze dan meer geef
zijn die mensen daar niet blij mee


*

In het jaar van onze heer
tweeduizend en drie
noemde Toks zich
nog altijd
Little Dizzee,
ook al was Toks
toen qua lengte
eerder een soort Jamakabi.

Toen Lord of the Mics verscheen
was iedereen om
er hoefde maar een broertje
te gaan beatboxen
en de clash begon.
Iedereen deed zijn ding
van de hypemen die een
zin terugspitten

als een ruimte-echo
tot wie buiten
de cypher stond
maar dichtbij hing
om de verslagene te dissen
als er een pad voor hem ontstond
om te vertrekken in het meedogenloze
licht van middelmatigheid.

Dit was voor er iemand
in onze kring was
gesjenkt of geshift.
Sommigen hadden weleens
een kist op hun schouders gehad
maar niemand begreep
de prijs van de shanks
en skengs in onze lyrics.

Of we ons in een idylle wisten
is lastig te zeggen.
Het geheugen is far-out;
toen wilden we hoe dan ook niet
choken – zo vast
geloofden we dat het vlakje gras
naast The Golden Fish
groot genoeg was om een wereld te omvatten.

Blues for Albert \'Prodigy\' Johnson & Carl \'Haystee\' Samuel

Another scribe of black trauma has passed
from this life into the spirit world
or nothingness depending on how much
store you set by Nietzsche –
apt that the arch-laureate of nihilism
comes to mind when I think
of Prodigy, old before his time,
as I was old before mine.

*

We passed an adroitly-rolled zoot
round a circle in Barking
(before it had a health spa).

One of our number was confined,
these times, to his room by shame,
a death of some kind,

because, lying under a sky
pockmarked with stars, he asked
his girlfriend why she was so quiet.

*

When Haystee walked
or fell in front of the lorry
did he pass away
if I can still hear him
going back to back
with Kaystar and Rapsz
if I think of him
standing shoulder to shoulder
with Prodigy, in a circle
of dead emcees,
screwing up his face
singing:

Listen up, I’m so raw-ah
you know I’m MC Haystee
and I’m on tour-ah
when I spit my lyrics
dem a shout more-ah
and when I give you more
the people dem will be so sore-ah?


*

In the year of our lord
two double oh three
Toks was still passing
himself off
as Little Dizzee
though Toks
was by then
closer in height to Jamakabi.

After Lord of the Mics dropped
the gas was such
it just took a younger
bussin’ a half-decent
beatbox for the clash
to start. Everyone played
their part  – from the hype-
men spitting lines back

like a space echo
to those standing
outside the cypher
but close enough
to cuss the vanquished
when a gap opened for him
to walk in the unforgiving
light of mediocrity.

This was before anyone
in our circle had been
stabbed or shifted.
Some had shouldered
a wooden box
but none of us understood
the cost of the shanks
and skengs in our lyrics.

If we knew these days as halcyon
is hard to say.
The mind is some next ends; 
we wouldn’t have been caught dead
slipping – convinced
as we were the patch of grass
beside The Golden Fish
was big enough to constitute a world.
Kayo Chingonyi

Kayo Chingonyi

(Zambia, 1987)


Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit Verenigd Koninkrijk

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Engels

Gedichten Dichters
Close

Blues voor Albert \'Prodigy\' Johnson & Carl \'Haystee\' Samuel

Weer is een klerk van het zwarte trauma
overgestoken naar het geestenrijk
of het niets, afhankelijk van hoeveel
geloof je hecht aan Nietzsche –
passend dat de aardsvader van het nihilisme
me te binnen schiet als ik denk
aan Prodigy, die oud was voor zijn tijd
net als ik oud ben voor die van mij.

*

We lieten een vaardig gerolde joint
rondgaan in een kring in Barking
(voor daar een spa-resort stond).

Een van ons was destijds gekluisterd,
aan zijn kamer, uit schaamte
een sterfgeval, of iets soortgelijks

omdat hij, languit onder de pokdalige
nachthemel, zijn vriendin had gevraagd
waarom ze niks zei.

*

Toen Haystee voor de
vrachtwagen viel of liep
is hij toen heengegaan
als ik hem nog kan horen
in een back-to-back
met Kaystar en Rapsz
als ik hem nog zie staan
schouder aan schouder
met Prodigy, in een kring
van dode emcees,
een frons op zijn gezicht
als hij zingt:

Luister goed, ik ben skeer-o
Je kent me ben MC Haystee
en ik ben er weer-o
ik spit mijn lyrics
en ze schreeuwen om meer-o
en als ik ze dan meer geef
zijn die mensen daar niet blij mee


*

In het jaar van onze heer
tweeduizend en drie
noemde Toks zich
nog altijd
Little Dizzee,
ook al was Toks
toen qua lengte
eerder een soort Jamakabi.

Toen Lord of the Mics verscheen
was iedereen om
er hoefde maar een broertje
te gaan beatboxen
en de clash begon.
Iedereen deed zijn ding
van de hypemen die een
zin terugspitten

als een ruimte-echo
tot wie buiten
de cypher stond
maar dichtbij hing
om de verslagene te dissen
als er een pad voor hem ontstond
om te vertrekken in het meedogenloze
licht van middelmatigheid.

Dit was voor er iemand
in onze kring was
gesjenkt of geshift.
Sommigen hadden weleens
een kist op hun schouders gehad
maar niemand begreep
de prijs van de shanks
en skengs in onze lyrics.

Of we ons in een idylle wisten
is lastig te zeggen.
Het geheugen is far-out;
toen wilden we hoe dan ook niet
choken – zo vast
geloofden we dat het vlakje gras
naast The Golden Fish
groot genoeg was om een wereld te omvatten.

Blues for Albert \'Prodigy\' Johnson & Carl \'Haystee\' Samuel

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère