Gedicht
Safiya Sinclair
Portrait of Eve as the Anaconda
Portret of Eva als de Anaconda
Ook ik verzamel de platvloersheidvan botanie, het oog en zijn kiemen voor kattenkwaad.
Van de Mens, geredigeerd kwam ik, kom ik,
vastend, uitgehongerd sneed ik
voor mezelf een zelfzuchtig idool, met ongepaste schelp. Twee keer
afgedankt kwam ik doornvlezig aan, en ontgroeide al gauw
zijn reptielenglans. Een fraai exemplaar. Geef hier.
Iets ongerepts; uitgespreid in vogellijm,
poten een blootgestelde anemoon, tegen lokmeisjesaugustus,
zijn röntgenlucht. Dit licht een Gorgonen-gladde, polygame
doem. En God die weer veel te laat roept, die ernaar
hunkert me een pijn in mijn je-weet-wel te steken.
Zijn Oerplant blijft ongrijpbaar –
Dwaallicht en pathogeen, bloedknoop van mens
daar vleesgeworden in Zijn baard. Daar geil ik zo hard op.
Noem me een moordenares, een gloeiende motor
afgesteld om te zuigen. Zie het gaan met onjaloezie, schaduw.
Geef hier. Deze maagdenvlies-oorsprong
beraamt welk een ovum van wrede inventie;
de Venusval, de maanstonden.
En hoeveel manieren er zijn om deze schuld te verkondigen: hoerennest
van koorts, supernova, wilde stigmata.
Baarmoeder. Ik kan bogen op een modieus sacrosanctum. Gestrande
pornografieën verzwelgend, de weerspannige stam
van cellen, solitair rijk dat zich duizend viriele
duizend jaar vermenigvuldigt; mijn vleugels wijd open vastgespeld
in parthenogenese, zo’n wonderbaarlijke vertoning.
Portrait of Eve as the Anaconda
I too am gathering the vulgarityof botany, the eye and its nuclei for mischief.
Of Man, redacted I came, am coming,
fasting, starving carved
myself a selfish idol, its shell unsuitable. I, twice
discarded, arrived thornside, and soon outgrew
his reptilian sheen. A fine specimen. Let me have it.
Something inviolate; splayed in bird lime,
legs an exposed anemone, against jailbait August,
its X-ray sky. This light a Gorgon-slick, polygamous
doom. And God again calling much too late,
who aches to stick an ache in my unmentionable.
His Primal Plant remains elusive –
Wildfire and pathogen, blood-knot of human
fleshed there in His beard. How I am hot for it.
Call me murderess, a glowing engine
timed to blow. Watch it go with unjealousy, shadow.
Let me have it. This maidenhead-primeval
schemes what ovule of cruel invention;
the Venus-trap, the menses.
And how many ways to announce this guilt: whore’s nest
of ague, supernova, wild stigmata.
Womb. I boast a vogue sacrosanctum. Engorging
shored pornographies, the cells’ unruly
strain, rogue empire multiplying for a thousand virile
thousand years; my wings pinned wide
in parthenogenesis, such miraculous display.
From: Cannibal
Publisher: University of Nebraska Press, Lincoln
Publisher: University of Nebraska Press, Lincoln
Gedichten
Gedichten van Safiya Sinclair
Close
Portret of Eva als de Anaconda
Ook ik verzamel de platvloersheidvan botanie, het oog en zijn kiemen voor kattenkwaad.
Van de Mens, geredigeerd kwam ik, kom ik,
vastend, uitgehongerd sneed ik
voor mezelf een zelfzuchtig idool, met ongepaste schelp. Twee keer
afgedankt kwam ik doornvlezig aan, en ontgroeide al gauw
zijn reptielenglans. Een fraai exemplaar. Geef hier.
Iets ongerepts; uitgespreid in vogellijm,
poten een blootgestelde anemoon, tegen lokmeisjesaugustus,
zijn röntgenlucht. Dit licht een Gorgonen-gladde, polygame
doem. En God die weer veel te laat roept, die ernaar
hunkert me een pijn in mijn je-weet-wel te steken.
Zijn Oerplant blijft ongrijpbaar –
Dwaallicht en pathogeen, bloedknoop van mens
daar vleesgeworden in Zijn baard. Daar geil ik zo hard op.
Noem me een moordenares, een gloeiende motor
afgesteld om te zuigen. Zie het gaan met onjaloezie, schaduw.
Geef hier. Deze maagdenvlies-oorsprong
beraamt welk een ovum van wrede inventie;
de Venusval, de maanstonden.
En hoeveel manieren er zijn om deze schuld te verkondigen: hoerennest
van koorts, supernova, wilde stigmata.
Baarmoeder. Ik kan bogen op een modieus sacrosanctum. Gestrande
pornografieën verzwelgend, de weerspannige stam
van cellen, solitair rijk dat zich duizend viriele
duizend jaar vermenigvuldigt; mijn vleugels wijd open vastgespeld
in parthenogenese, zo’n wonderbaarlijke vertoning.
From: Cannibal
Portrait of Eve as the Anaconda
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère