Gedicht
Ishion Hutchinson
SIBELIUS AND MARLEY
SIBELIUS EN MARLEY
Geschiedenis is ontmantelde muziek; hellend,grauw op grind. De een vergaart stilte,
de ander kastijdt stilte met netels,
prikkende varens. Ik dein in hun kaken.
De ingewanden luisteren. Het oor huivert
witte nachten in zijn klauwen: drijfdrek.
Hij jammert en een komeet spietst de hemel
met de tweestrijdknipoog van een wespenbrand.
Muziek ontmantelt geschiedenis: de toortsen
ontvlammen in zijn ogen met een sprinkhanenplaag,
Een rauwe nevel stormt zijn mond in en ontvouwt zich,
Dus hij geselt de lucht met touwen en wortels
die samenkomen in een gruwelijk nulpunt,
een Gouden Eeuw. Ergens, een oude film.
Nevelsoldeersels aan een kille, kale kust. Daar
ben ik de cenotaaf van hoorn en steen.
© Vertaling: 2017, Jabik Veenbaas
SIBELIUS AND MARLEY
History is dismantled music; slant,bleak on gravel. One amasses silence,
another chastises silence with nettles,
stinging ferns. I oscillate in their jaws.
The whole gut listens. The ear winces
white nights in his talons: sinking mire.
He wails and a comet impales the sky
with the duel wink of a wasp’s burning.
Music dismantles history; the flambeaux
inflame in his eyes with a locust plague,
a rough gauze bolting up his mouth unfolds,
so he lashes the air with ropes and roots
that converge on a dreadful zero,
a Golden Age. Somewhere, an old film.
Dusk solders on a cold, barren coast. There
I am a cenotaph of horns and stones.
From: House of Lords and Commons
Publisher: Farrar, Straus and Giroux, New York
Publisher: Farrar, Straus and Giroux, New York
Gedichten
Gedichten van Ishion Hutchinson
Close
SIBELIUS EN MARLEY
Geschiedenis is ontmantelde muziek; hellend,grauw op grind. De een vergaart stilte,
de ander kastijdt stilte met netels,
prikkende varens. Ik dein in hun kaken.
De ingewanden luisteren. Het oor huivert
witte nachten in zijn klauwen: drijfdrek.
Hij jammert en een komeet spietst de hemel
met de tweestrijdknipoog van een wespenbrand.
Muziek ontmantelt geschiedenis: de toortsen
ontvlammen in zijn ogen met een sprinkhanenplaag,
Een rauwe nevel stormt zijn mond in en ontvouwt zich,
Dus hij geselt de lucht met touwen en wortels
die samenkomen in een gruwelijk nulpunt,
een Gouden Eeuw. Ergens, een oude film.
Nevelsoldeersels aan een kille, kale kust. Daar
ben ik de cenotaaf van hoorn en steen.
© 2017, Jabik Veenbaas
From: House of Lords and Commons
From: House of Lords and Commons
SIBELIUS AND MARLEY
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère