Gedicht
Tonnus Oosterhoff
We went to bed early, shortest night, longest day.
We went to bed early, shortest night, longest day.Shasta Merilyn, spam shark, she wrote me a letter.
Longest day, nature is in recovery from the spring:
mother duck Candy, ambushed by gulls, is
robbed of six ducklings. One still left, it’s for the pike.
We went to bed early, the sun shone through the curtains.
Again, no go. How far must one go to even come close?
It’s already becoming day.
The young bridegroom leaps out of the bridal bed,
dances the tent his heavenly father spanned him.
After one day up, worn out, the small boy sleeps by his wet nurse.
At the first light, the bridegroom leaps
out of bed, runs the earth aside.
The whispering of the wet nurse,
speech without sound, true knowing.
Eunuch with the cut vocal cords, entitled to carry the measuring tape.
The day tells it to the night, the night whispers.
Shasta must keep on writing or she’ll sink to the bottom.
She must keep on writing without further ado:
‘Tired of wasting uncountable $ to grow your Penis but result not
what you expect? our magic pills can give you length you deserved.’
In an utterly strange language this is about me, strange me. What length
do I deserve?
Now = guilt,
The black ball of guilt rolls through the world.
Day or night, it’s not bothered.
It’s our fault, we have done what happens.
The black ball rolls, the past smells fresh, as after thunder.
Overly wide cars veer across the cobbled streets
in order to partake in gruesome accidents. Afterwards, their headlights
look surprised out of the twisted grille. Gleaming the wreck,
gleaming in the sunlight.
It’s senseless to have had use,
senseless as a ribbon in the hair.
We gingen vroeg naar bed, kortste nacht, langste dag.
We gingen vroeg naar bed, kortste nacht, langste dag.
Shasta Merilyn, spamhaai, zij schreef me een brief.
Langste dag, de natuur herstelt zich van de lente:
moedereend Candy wordt bij een aanval van meeuwen
van zes kuikens beroofd. Eén blijft nog, die is voor de snoek.
Wij gingen vroeg naar bed, de zon scheen door de gordijnen.
Weer lukte het niet. Hoe ver moet je gaan om in de buurt te komen?
Het wordt alweer dag.
De jonge bruidegom springt uit het bruidsbed,
danst de tent die zijn hemelse vader hem spande.
Na één dag op, afgeleefd ligt ’s nachts het jongetje bij zijn voedster.
Bij het eerste licht springt de bruidegom
het bed uit, rent de aarde bijzijde.
Het gefluister van de voedster,
spraak zonder klank, ware kennis.
Eunuch met doorgesneden stembanden, bevoegd het meetlint te dragen.
De dag vertelt het de nacht, de nacht fluistert.
Shasta moet blijven schrijven of ze zakt naar de bodem.
Ze moet blijven schrijven zonder omwegen:
‘Tired of wasting uncountable $ to grow your Penis but result not
what you expect? our magic pills can give you length you deserved.’
Dit gaat in een heel vreemde taal over mij, vreemde mij. Welke lengte
verdien ik?
Heden = schuld,
De zwarte kogel schuld rolt door de wereld.
Van dag en nacht trekt hij zich niets aan.
Onze schuld, wij hebben gedaan wat gebeurt.
De zwarte kogel rolt, verleden ruikt fris als na onweer.
Te brede auto’s klapwieken over de klinkerwegen,
om aan gruwelijke ongelukken deel te hebben. Daarna kijken
hun koplampen verbaasd uit de verwrongen grille. Glimt het wrak
glimt in het zonlicht.
Het is zinloos nut te hebben gehad,
zinloos als een strik in het haar.
Shasta Merilyn, spamhaai, zij schreef me een brief.
Langste dag, de natuur herstelt zich van de lente:
moedereend Candy wordt bij een aanval van meeuwen
van zes kuikens beroofd. Eén blijft nog, die is voor de snoek.
Wij gingen vroeg naar bed, de zon scheen door de gordijnen.
Weer lukte het niet. Hoe ver moet je gaan om in de buurt te komen?
Het wordt alweer dag.
De jonge bruidegom springt uit het bruidsbed,
danst de tent die zijn hemelse vader hem spande.
Na één dag op, afgeleefd ligt ’s nachts het jongetje bij zijn voedster.
Bij het eerste licht springt de bruidegom
het bed uit, rent de aarde bijzijde.
Het gefluister van de voedster,
spraak zonder klank, ware kennis.
Eunuch met doorgesneden stembanden, bevoegd het meetlint te dragen.
De dag vertelt het de nacht, de nacht fluistert.
Shasta moet blijven schrijven of ze zakt naar de bodem.
Ze moet blijven schrijven zonder omwegen:
‘Tired of wasting uncountable $ to grow your Penis but result not
what you expect? our magic pills can give you length you deserved.’
Dit gaat in een heel vreemde taal over mij, vreemde mij. Welke lengte
verdien ik?
Heden = schuld,
De zwarte kogel schuld rolt door de wereld.
Van dag en nacht trekt hij zich niets aan.
Onze schuld, wij hebben gedaan wat gebeurt.
De zwarte kogel rolt, verleden ruikt fris als na onweer.
Te brede auto’s klapwieken over de klinkerwegen,
om aan gruwelijke ongelukken deel te hebben. Daarna kijken
hun koplampen verbaasd uit de verwrongen grille. Glimt het wrak
glimt in het zonlicht.
Het is zinloos nut te hebben gehad,
zinloos als een strik in het haar.
From: Leegte lacht
Publisher: De Bezige Bij, Amsterdam
Publisher: De Bezige Bij, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Tonnus Oosterhoff
Close
We gingen vroeg naar bed, kortste nacht, langste dag.
We gingen vroeg naar bed, kortste nacht, langste dag.Shasta Merilyn, spamhaai, zij schreef me een brief.
Langste dag, de natuur herstelt zich van de lente:
moedereend Candy wordt bij een aanval van meeuwen
van zes kuikens beroofd. Eén blijft nog, die is voor de snoek.
Wij gingen vroeg naar bed, de zon scheen door de gordijnen.
Weer lukte het niet. Hoe ver moet je gaan om in de buurt te komen?
Het wordt alweer dag.
De jonge bruidegom springt uit het bruidsbed,
danst de tent die zijn hemelse vader hem spande.
Na één dag op, afgeleefd ligt ’s nachts het jongetje bij zijn voedster.
Bij het eerste licht springt de bruidegom
het bed uit, rent de aarde bijzijde.
Het gefluister van de voedster,
spraak zonder klank, ware kennis.
Eunuch met doorgesneden stembanden, bevoegd het meetlint te dragen.
De dag vertelt het de nacht, de nacht fluistert.
Shasta moet blijven schrijven of ze zakt naar de bodem.
Ze moet blijven schrijven zonder omwegen:
‘Tired of wasting uncountable $ to grow your Penis but result not
what you expect? our magic pills can give you length you deserved.’
Dit gaat in een heel vreemde taal over mij, vreemde mij. Welke lengte
verdien ik?
Heden = schuld,
De zwarte kogel schuld rolt door de wereld.
Van dag en nacht trekt hij zich niets aan.
Onze schuld, wij hebben gedaan wat gebeurt.
De zwarte kogel rolt, verleden ruikt fris als na onweer.
Te brede auto’s klapwieken over de klinkerwegen,
om aan gruwelijke ongelukken deel te hebben. Daarna kijken
hun koplampen verbaasd uit de verwrongen grille. Glimt het wrak
glimt in het zonlicht.
Het is zinloos nut te hebben gehad,
zinloos als een strik in het haar.
From: Leegte lacht
Publisher: 2012, De Bezige Bij, Amsterdam
Publisher: 2012, De Bezige Bij, Amsterdam
We went to bed early, shortest night, longest day.
We went to bed early, shortest night, longest day.Shasta Merilyn, spam shark, she wrote me a letter.
Longest day, nature is in recovery from the spring:
mother duck Candy, ambushed by gulls, is
robbed of six ducklings. One still left, it’s for the pike.
We went to bed early, the sun shone through the curtains.
Again, no go. How far must one go to even come close?
It’s already becoming day.
The young bridegroom leaps out of the bridal bed,
dances the tent his heavenly father spanned him.
After one day up, worn out, the small boy sleeps by his wet nurse.
At the first light, the bridegroom leaps
out of bed, runs the earth aside.
The whispering of the wet nurse,
speech without sound, true knowing.
Eunuch with the cut vocal cords, entitled to carry the measuring tape.
The day tells it to the night, the night whispers.
Shasta must keep on writing or she’ll sink to the bottom.
She must keep on writing without further ado:
‘Tired of wasting uncountable $ to grow your Penis but result not
what you expect? our magic pills can give you length you deserved.’
In an utterly strange language this is about me, strange me. What length
do I deserve?
Now = guilt,
The black ball of guilt rolls through the world.
Day or night, it’s not bothered.
It’s our fault, we have done what happens.
The black ball rolls, the past smells fresh, as after thunder.
Overly wide cars veer across the cobbled streets
in order to partake in gruesome accidents. Afterwards, their headlights
look surprised out of the twisted grille. Gleaming the wreck,
gleaming in the sunlight.
It’s senseless to have had use,
senseless as a ribbon in the hair.
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère