Gedicht
Tomaž Šalamun
ACQUEDOTTO
ACQUEDOTTO
Ik had geboren kunnen worden in Triest in 1884bij het Acquedotto, maar zo is het niet gegaan.
Ik herinner me het steenrode huis met drie verdiepingen,
beneden de salon met oude meubels,
en mijn overgrootvader, mijn vader, die elke ochtend
gespannen de beursberichten bestudeerde
en sigarenrook uitblazend razendsnel rekende.
Toen mijn overgrootmoeder vier maanden van mij
zwanger was, kwam de familie bijeen
en besloot mijn komst twee generaties uit te stellen.
De beslissing werd op schrift gesteld, het papier
in een envelop gestopt, verzegeld en naar een
Donau-archief gestuurd.
Ik herinner me dat ik, zo uitgesteld, tegen het licht in
terugreisde, op mijn buik gedraaid, en een oude man zag
scharrelen terwijl hij de voorraadplanken opnam,
iemand van een plank pakte
en bij de kop naar de luchtkoker schoof.
Ik had de indruk dat hij zeven jaar oud was
en dat mijn vervanger, mijn grootvader,
iets ouder was, negen of tien.
Ik bleef kalm. Tegelijk verontrustten deze gebeurtenissen mij.
Ik herinner me dat ik verschrompelde,
waarschijnlijk door het sterke licht,
en toen werden mijn longen als lege tassen steeds platter.
Toen ik de juiste tonus bereikte viel ik in slaap.
Ik wist dat mijn lichaam beneden was
en in mijn droom zag ik het vele malen.
Het was dat van een trage man met een snor,
zijn hele leven een fantast,
hoewel een bankier.
© Vertaling: 1988, Lela Ze kovi en Jan Eijkelboom
ACQUEDOTTO
Moral bi se roditi leta 1884 v Trstu,na Acquedottu, pa se nisem mogel.
Spomnim se trinadstropne rožnate hiše,
vk pritličju je bil salon s pohištvom,
in svojega pranonota, svoga očeta,
kako je vsako jutro napeto in pozorno
prebiral borzne novice, puhal dim cigare
v zrak in bliskovito računal.
Ko sem bil že štiri mesece v trebuhu svoje
pranone, je bila seja, ki je moj
prihod odložila za dve generaciji,
odločitev zapisala, dala svetleči list
papirja v kuverto, kuverto zapečatila
in jo poslala v dunajski arhiv.
Spomnim se, da sem po odločitvi potoval
nazaj proti svetlemu, bil tam obrnjen na
trebuh in videl, kako je visoki, starejši
moški godrnjal, premerjal police, vzel nekoga
iz sosednje police in ga za glavo precej
močno porinil proti zračni drči.
Občutek sem imel, da imam sedem let,
zamenjava, moj nono,
pa da je malo starejši, devet ali deset.
Bil sem pomirjen, obenem so me pa ti dogodki
pretresli.
Spomnim se, da sem nekaj časa hiral,
verjetno zaradi premočne svetlobe,
potem pa so se pljuča, kot nekakšne torbe
lepo prijele, prišel je dan,
ko sem dosegel potrebni tonus in zaspal.
Vedel sem, da je spodaj moje telo
in sem ga v spanju večkrat videl.
Bilo je mož počasnih kretenj, z brki,
vse življenje fantast, čeprav bančnik.
© 1988, Tomaž Šalamun
Gedichten
Gedichten van Tomaž Šalamun
Close
ACQUEDOTTO
Ik had geboren kunnen worden in Triest in 1884bij het Acquedotto, maar zo is het niet gegaan.
Ik herinner me het steenrode huis met drie verdiepingen,
beneden de salon met oude meubels,
en mijn overgrootvader, mijn vader, die elke ochtend
gespannen de beursberichten bestudeerde
en sigarenrook uitblazend razendsnel rekende.
Toen mijn overgrootmoeder vier maanden van mij
zwanger was, kwam de familie bijeen
en besloot mijn komst twee generaties uit te stellen.
De beslissing werd op schrift gesteld, het papier
in een envelop gestopt, verzegeld en naar een
Donau-archief gestuurd.
Ik herinner me dat ik, zo uitgesteld, tegen het licht in
terugreisde, op mijn buik gedraaid, en een oude man zag
scharrelen terwijl hij de voorraadplanken opnam,
iemand van een plank pakte
en bij de kop naar de luchtkoker schoof.
Ik had de indruk dat hij zeven jaar oud was
en dat mijn vervanger, mijn grootvader,
iets ouder was, negen of tien.
Ik bleef kalm. Tegelijk verontrustten deze gebeurtenissen mij.
Ik herinner me dat ik verschrompelde,
waarschijnlijk door het sterke licht,
en toen werden mijn longen als lege tassen steeds platter.
Toen ik de juiste tonus bereikte viel ik in slaap.
Ik wist dat mijn lichaam beneden was
en in mijn droom zag ik het vele malen.
Het was dat van een trage man met een snor,
zijn hele leven een fantast,
hoewel een bankier.
© 1988, Lela Ze kovi en Jan Eijkelboom
ACQUEDOTTO
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère