Gedicht
Tomaž Šalamun
LACQUER
Destiny rolls over me. Sometimes like an egg. Sometimeswith its paws, slamming me into the slope. I shout.
I take my stand. I pledge all my juices. I shouldn’t
do this. Destiny can snuff me out. I feel it now.
If destiny doesn’t blow on our souls, we freeze
instantly. I spent days and days afraid
the sun wouldn’t rise. That this was my last day.
I felt light sliding from my hands, and if I didn’t
have enough quarters in my pocket, and Metka’s voice
were not sweet enough and kind and solid and
real, my soul would escape from my body, as one day
it will. With death you have to be kind.
Home is where we’re from. Everything in a moist dumpling.
We live only for a flash. Until the lacquer dries.
© Translation: 1997, Christopher Merrill and Tomaž Šalamun
From: The Four Questions of Melancholy
Publisher: White Pine Press, Buffalo, NY, 1997
From: The Four Questions of Melancholy
Publisher: White Pine Press, Buffalo, NY, 1997
LAK
Het lot rolt me om en om. Soms als een ei. Somsduwt het me met zijn poten over een helling. Ik schreeuw. Verzet me.
Ik verpand al mijn vocht. Dat mag ik niet doen.
Het lot kan me doen uitdrogen, dat voelde ik al. Als
het lot niet over onze ziel blaast, bevriezen we meteen.
Dagenlang bracht ik door in vreselijke angst dat de zon
niet meer zou opkomen. Dat het mijn laatste dag zou zijn.
Ik voelde hoe het licht uit mijn handen gleed, en als ik
in mijn zak niet genoeg quarters had en als Metka’s
stem niet zo lief was, zo vriendelijk en concreet
en reëel, had mijn ziel mijn lichaam verlaten, zoals ze ooit
een keer zal doen. Tegen de dood moet je vriendelijk zijn. Alles
is samengebald in een vochtige kluit. Thuis, dat is waar wij
vandaan komen. We leven maar een moment. Terwijl de lak droogt.
© Vertaling: 2012, Roel Schuyt
LAK
Usoda me vali. Včasih kot jajce. Včasih mes šapami lomasti po bregu. Kričim. Upiram se.
Ves svoj sok zastavim. Ne smem tega delati.
Usoda me lahko utrne, to sem že začutil. Če
nam usoda ne piha na dušo, zmrznemo v hipu.
Preživljal sem dneve v strašni grozi, da sonce
ne bo več vzšlo. Da je to moj poslednji dan.
Čutil sem, kako mi svetloba polzi iz rok, in če
ne bi imel v žepu dovolj quarterjev in bi Metkin
glas ne bil dovolj mil in prijazen in konkreten
in stvaren, bi mi duša ušla iz telesa, kot mi
enkrat bo. S smrtjo je treba biti prijazen. Vse
je skupaj v vlažnem cmoku. Domovanje je, od koder
smo. Živi smo samo za hip. Dokler se lak suši.
© 1995, Tomaž Šalamun
From: Ambra
Publisher: Mihelač, Ljubljana
From: Ambra
Publisher: Mihelač, Ljubljana
Gedichten
Gedichten van Tomaž Šalamun
Close
LAK
Het lot rolt me om en om. Soms als een ei. Somsduwt het me met zijn poten over een helling. Ik schreeuw. Verzet me.
Ik verpand al mijn vocht. Dat mag ik niet doen.
Het lot kan me doen uitdrogen, dat voelde ik al. Als
het lot niet over onze ziel blaast, bevriezen we meteen.
Dagenlang bracht ik door in vreselijke angst dat de zon
niet meer zou opkomen. Dat het mijn laatste dag zou zijn.
Ik voelde hoe het licht uit mijn handen gleed, en als ik
in mijn zak niet genoeg quarters had en als Metka’s
stem niet zo lief was, zo vriendelijk en concreet
en reëel, had mijn ziel mijn lichaam verlaten, zoals ze ooit
een keer zal doen. Tegen de dood moet je vriendelijk zijn. Alles
is samengebald in een vochtige kluit. Thuis, dat is waar wij
vandaan komen. We leven maar een moment. Terwijl de lak droogt.
© 2012, Roel Schuyt
From: Ambra
From: Ambra
LACQUER
Destiny rolls over me. Sometimes like an egg. Sometimeswith its paws, slamming me into the slope. I shout.
I take my stand. I pledge all my juices. I shouldn’t
do this. Destiny can snuff me out. I feel it now.
If destiny doesn’t blow on our souls, we freeze
instantly. I spent days and days afraid
the sun wouldn’t rise. That this was my last day.
I felt light sliding from my hands, and if I didn’t
have enough quarters in my pocket, and Metka’s voice
were not sweet enough and kind and solid and
real, my soul would escape from my body, as one day
it will. With death you have to be kind.
Home is where we’re from. Everything in a moist dumpling.
We live only for a flash. Until the lacquer dries.
© 1997, Christopher Merrill and Tomaž Šalamun
From: The Four Questions of Melancholy
Publisher: 1997, White Pine Press, Buffalo, NY
From: The Four Questions of Melancholy
Publisher: 1997, White Pine Press, Buffalo, NY
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère