Poetry International Poetry International
Gedicht

Liu Waitong

4 A.M., MAKE LOVE TO ME

It’ll be 4 a.m. soon,
every day. And today’s deficiency
is a rehearsal for a long string of deficiencies at some future time
(and, at that time, I won’t be, but you will.
Or, you won’t be, but I will.)
Like Robert Frank’s black and white Polaroids.
But perhaps we only grow older, more mysterious,
like June in the photo, 4 a.m.,
in a foreign hotel, 50 years old, naked, one hand raised, another on a hip,
posturing like a flamingo dancing, a solemn face under bright lights.
‘Make love to me, please,’ make love to me, Robert called.
4 a.m. brought a brighter shining light, dawn
had already arrived in 1979. The year you were born.
Let’s fast-forward: Robert’s son grew up, became a hippie, died,
Robert married, divorced, married again,
he locked away his Leica, took up filmmaking, then only shot Polaroids,
“Polaroid—passed quickly,
images fade gradually—like a life opposed to preservation,”
you wrote in your notes on Robert Frank,
how his later photos made you burst into tears,
separation, love, numerous separations, you experienced it all
we eventually married, you continued writing poetry, fairy tales,
taking photos with a pinhole camera, consumed by dozens of new projects;
you’d run away from home, climbed over the wall of a student hostel and fled, losing your
     way in Beijing and Guangzhou,
your body receiving people who loved you and strangers,
the camera pans to tonight, you’re on an evening flight north, drifting among a sea of stars.
‘4 a.m., make love to me,’ as I’m skimming Robert’s filmography
The Lines of My Hand, I can’t not miss you thousands of miles up in the sky.
I think of holding you tight, your flesh and blood,
walking together into a thousand-hectare void of the past, of the future, of the next moment,
walking into death, of which we’ve never been afraid. Saying
‘4 a.m., make love to me.’

04.00 UUR, VRIJ MET MIJ

Het is bijna 4 uur ’s ochtends,
iedere dag. Het tekort van vandaag
is de generale repetitie van lange tekorten van toekomstige jaren
(tegen die tijd ben ik er niet meer en jij nog wel.
Of jij bent er niet meer en ik nog wel.)
Net als de zwart-wit polaroidfoto’s van Robert Frank.
Maar misschien zijn we alleen ouder geworden en geheimzinniger
net als June op de foto, om 4 uur ’s ochtends,
in een vreemd hotel, 50 jaar, naakt, met een hand omhoog en de ander in de zij,
alsof ze de flamingo danste, met een serieuze blik in de lichtflits.
‘Vrij met mij,’ vrij met mij, zei Robert.
4 uur ’s ochtends bracht een nog grotere lichtstraal, in 1979 was het
al vroeg licht. Dat was het jaar dat jij werd geboren.
Laten we vooruitspoelen: de zoon van Robert is al groot, werd een hippie, ging dood,
Robert is getrouwd, gescheiden, weer getrouwd,
hij borg zijn Leica op, nam zijn videorecorder, nam daarna alleen nog maar polaroids,
‘polaroid – ineens is het weg,
beelden vervagen langzaam – net als leven dat protesteert tegen behoud,’
schreef je in je notitieboekje, over Robert Frank,
hoe al zijn latere foto’s je aan het huilen maakten,
verliefd, gescheiden, weer verliefd, weer gescheiden, je hebt het allemaal meegemaakt,
uiteindelijk ben je met mij getrouwd, je bleef gedichten en sprookjes schrijven,
met een gaatjescamera foto’s maken, tien nieuwe beloftes doen,
je bent ooit van huis weggelopen, over de muur van het studentenhuis geklommen, gevlucht en
     verdwaald in Peking en Kanton,
waar je je lichaam bood aan mensen die je lief hadden, maar ook aan vreemdelingen,
de lens draaide naar vanavond, je nam een vlucht naar het noorden, dreef in de sterrenzee.
‘Het is 4 uur ’s ochtends, vrij met mij,’ terwijl ik Roberts filmboek
De lijnen van mijn hand doorblader, kan ik een verlangen naar je niet onderdrukken
om je lichaam in mijn armen te nemen, in levende lijve op hoogte van tienduizend mijl in de lucht,
samen te lopen in het verleden, de toekomst en de tienduizend hectare leegte die ons tegemoetkomt,
onze dood onbevreesd tegemoet te lopen, te zeggen:
‘het is 4 uur ’s ochtends, vrij met mij.’

淩晨4點,和我做愛

淩晨4點很快來臨,
每一天。而今天的缺失
是未來多少年後漫長的缺失的預演
(那時,我不在了,你在。
或者,你不在了,我在。)
一如這羅伯特·弗蘭克的黑白寶麗來照片。
但是,也許我們只是老了,變得更神秘
像這張照片裏的June,在淩晨4點
陌生旅館,50歲,赤裸,揚手,叉腰,
仿佛是跳起了弗羅明戈,在光芒中表情嚴肅。
「和我做愛吧」,和我做愛,羅伯特說。
淩晨4點帶來更大片的光芒,1979年
天一早就亮了。那是你出生的一年。
讓我們倒鏡頭:羅伯特的兒子長大、成為嬉皮、死亡,
羅伯特結婚、離婚、再結婚,
他鎖起徠卡相機、拿起電影攝影機、最後只用寶麗來,
「寶麗來——倏忽即逝去的,
影像的逐漸褪去——它們同生命本身一樣反抗保存」
你在筆記裏這樣寫道,你寫羅伯特·弗蘭克
因為他晚年的照片無一不使你落淚,
你也已經體驗戀愛、分手、再戀愛、再分手,
最後和我結婚,你繼續寫詩、寫童話、
拍針孔照片、許下10個新諾言,
你離家出走過、翻宿舍牆夜奔過、在北京和廣州迷過路,
你的身體接納過愛你的人也接納過陌生人,
鏡頭去到今夜,你又乘坐夜機北上,在星海中浮沉。
「淩晨4點,和我做愛」,這時候我翻過羅伯特
《我的掌紋》攝影集,便不可抑制地想你。
想抱緊你在萬里高空中一具有血有肉的身體,
一起走進過去的、未來的、迎面而來的萬頃空虛,
走進我們毫不懼怕的死。說:
「淩晨4點,和我做愛。」
Close

04.00 UUR, VRIJ MET MIJ

Het is bijna 4 uur ’s ochtends,
iedere dag. Het tekort van vandaag
is de generale repetitie van lange tekorten van toekomstige jaren
(tegen die tijd ben ik er niet meer en jij nog wel.
Of jij bent er niet meer en ik nog wel.)
Net als de zwart-wit polaroidfoto’s van Robert Frank.
Maar misschien zijn we alleen ouder geworden en geheimzinniger
net als June op de foto, om 4 uur ’s ochtends,
in een vreemd hotel, 50 jaar, naakt, met een hand omhoog en de ander in de zij,
alsof ze de flamingo danste, met een serieuze blik in de lichtflits.
‘Vrij met mij,’ vrij met mij, zei Robert.
4 uur ’s ochtends bracht een nog grotere lichtstraal, in 1979 was het
al vroeg licht. Dat was het jaar dat jij werd geboren.
Laten we vooruitspoelen: de zoon van Robert is al groot, werd een hippie, ging dood,
Robert is getrouwd, gescheiden, weer getrouwd,
hij borg zijn Leica op, nam zijn videorecorder, nam daarna alleen nog maar polaroids,
‘polaroid – ineens is het weg,
beelden vervagen langzaam – net als leven dat protesteert tegen behoud,’
schreef je in je notitieboekje, over Robert Frank,
hoe al zijn latere foto’s je aan het huilen maakten,
verliefd, gescheiden, weer verliefd, weer gescheiden, je hebt het allemaal meegemaakt,
uiteindelijk ben je met mij getrouwd, je bleef gedichten en sprookjes schrijven,
met een gaatjescamera foto’s maken, tien nieuwe beloftes doen,
je bent ooit van huis weggelopen, over de muur van het studentenhuis geklommen, gevlucht en
     verdwaald in Peking en Kanton,
waar je je lichaam bood aan mensen die je lief hadden, maar ook aan vreemdelingen,
de lens draaide naar vanavond, je nam een vlucht naar het noorden, dreef in de sterrenzee.
‘Het is 4 uur ’s ochtends, vrij met mij,’ terwijl ik Roberts filmboek
De lijnen van mijn hand doorblader, kan ik een verlangen naar je niet onderdrukken
om je lichaam in mijn armen te nemen, in levende lijve op hoogte van tienduizend mijl in de lucht,
samen te lopen in het verleden, de toekomst en de tienduizend hectare leegte die ons tegemoetkomt,
onze dood onbevreesd tegemoet te lopen, te zeggen:
‘het is 4 uur ’s ochtends, vrij met mij.’

4 A.M., MAKE LOVE TO ME

It’ll be 4 a.m. soon,
every day. And today’s deficiency
is a rehearsal for a long string of deficiencies at some future time
(and, at that time, I won’t be, but you will.
Or, you won’t be, but I will.)
Like Robert Frank’s black and white Polaroids.
But perhaps we only grow older, more mysterious,
like June in the photo, 4 a.m.,
in a foreign hotel, 50 years old, naked, one hand raised, another on a hip,
posturing like a flamingo dancing, a solemn face under bright lights.
‘Make love to me, please,’ make love to me, Robert called.
4 a.m. brought a brighter shining light, dawn
had already arrived in 1979. The year you were born.
Let’s fast-forward: Robert’s son grew up, became a hippie, died,
Robert married, divorced, married again,
he locked away his Leica, took up filmmaking, then only shot Polaroids,
“Polaroid—passed quickly,
images fade gradually—like a life opposed to preservation,”
you wrote in your notes on Robert Frank,
how his later photos made you burst into tears,
separation, love, numerous separations, you experienced it all
we eventually married, you continued writing poetry, fairy tales,
taking photos with a pinhole camera, consumed by dozens of new projects;
you’d run away from home, climbed over the wall of a student hostel and fled, losing your
     way in Beijing and Guangzhou,
your body receiving people who loved you and strangers,
the camera pans to tonight, you’re on an evening flight north, drifting among a sea of stars.
‘4 a.m., make love to me,’ as I’m skimming Robert’s filmography
The Lines of My Hand, I can’t not miss you thousands of miles up in the sky.
I think of holding you tight, your flesh and blood,
walking together into a thousand-hectare void of the past, of the future, of the next moment,
walking into death, of which we’ve never been afraid. Saying
‘4 a.m., make love to me.’
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère