Poetry International Poetry International
Gedicht

Kim Hyesoon

Another Titanic

Another Titanic, now a pot.
Built, 1911, in Southampton.
Twenty-two knot, a passenger liner, over
two thousand aboard on her voyage.
Dismantled the year I married, and now
turned into a toaster, a teakettle, a Chinese wok, and
a Korean pressure cooker.
A grand beast, wounded all over.
A retired captain, still unfit for life on land.
Though nothing but a rice pot,
trouble persists.
Uninspired to cook, I called the pressure-cooker company to complain:
Why does it leak steam?
How many tons of rice have I rinsed? Rising at dawn, rinsing rice,
setting the table, rinsing rice again, scrubbing pots, polishing
spoons, scrubbing the bathroom, rinse, rinse, rice, rice. Scraping
chicken fat off its belly, rinsing rice, taking out fish guts, chopping
scallions, rinse, rice, rinse, rice. A ship afloat on the infinite ocean,
“Another Titanic” brand rice cooker: Is this really my voyage?
Replay, replay, replay
. “Another Titanic”, a Korean rice cooker at anchor in my house.
Wretched thing never left the kitchen.
Sick of cooking.
Fed up with doing dishes.
What else would you rather do?
the pot asked.
I’d eat, wipe my mouth, and slip out like a snake,
I answered.
As flames surround the pot like light pouring from a movie projector, the waves simmer.
When the ship collides with the iceberg, white as a movie screen,
my day’s apparition sinks into the night ocean.
A thousand rooms, lit up under the water,
whirling like a film reel.
With a slow fadeout,
she who became the rice pot soon
vaporizes in the seething white wave with movie stars and extras.
Named “Another Titanic”
built by the White Star Shipbuilding Company,
wandering in the kitchen four thousand meters down
letting scarlet rust seep into the deep green ocean.

NOG EEN TITANIC

Nu een pan: ‘Nog een Titanic’,
gebouwd in 1911, geregistreerd te Southampton,
snelheid: 22 knopen,  een passagiersschip, een loopbaan waarbij
meer dan 2000 mensen voor één cruise aan boord gingen,
onttakeld in het jaar van mijn huwelijk,
nu een broodrooster, nee: een fluitketel, een Chinese wok,
een Koreaanse rijststoompan,
een groot beest, met wonden overdekt,
een gepensioneerde kapitein die als landrot niet kan wennen
kortom, ook als pan
altijd maar problemen
toen ik ooit geen zin had om rijst te koken belde ik
met een klacht de rijststoompanfabrikant
Hij geeft toch steeds stoom af?
Hoeveel tonnen rijst heb ik verdomme al niet gewassen. ’s Morgens opstaan en rijst wassen, de tafel dekken en weer rijst wassen, de pannen schoonmaken, de lepels schoonmaken, het toilet schoonmaken, weer rijst wassen. Vet schrapen uit een kippenbuik, rijst wassen, de ingewanden van een vis verwijderen, bosuitjes hakken. Weer rijst wassen. Een schip dat ronddrijft op een onmetelijke oceaan, de rijststoompan ‘Nog een Titanic’, moet dat dan mijn cruise zijn?
Replay, replay, replay
een ‘Nog een Titanic’ rijststoompan bij mij thuis voor anker,
te treurig voor woorden, hij komt de keuken niet uit.
rijst koken: walgelijk,
afwassen: walgelijk,
en als je dat niet meer hoefde, wat dan?
zo vroeg mij de rijststoompan
ik zou als een slang rijst eten en mijn mond afvegen,
antwoordde ik.
zodra de gasvlam de pan omsingelt als licht dat aanspringt in een projector,
raken de golven aan de kook
ramt het schip de ijsberg, wit als een filmdoek,
stroomt mijn dagelijkse beeld de nachtelijke zee in
en bij het kopje onder gaan, lichten ze helder op,
de duizend kamers, eindeloos rond als een filmrol,
met een langzame fade-out,
de vrouw die pan werd, die vrouw
kookt prompt droog in de witte golf waar sterren en figuranten borrelen,
de naam ‘Nog een Titanic’
gebouwd door de White Star-scheepswerf
gelaten loopt ze rond in een keuken op 4000 meter diepte
geeft aan de azuurblauwe zee rode roest af.

1.또하나의 타이타닉호

Close

NOG EEN TITANIC

Nu een pan: ‘Nog een Titanic’,
gebouwd in 1911, geregistreerd te Southampton,
snelheid: 22 knopen,  een passagiersschip, een loopbaan waarbij
meer dan 2000 mensen voor één cruise aan boord gingen,
onttakeld in het jaar van mijn huwelijk,
nu een broodrooster, nee: een fluitketel, een Chinese wok,
een Koreaanse rijststoompan,
een groot beest, met wonden overdekt,
een gepensioneerde kapitein die als landrot niet kan wennen
kortom, ook als pan
altijd maar problemen
toen ik ooit geen zin had om rijst te koken belde ik
met een klacht de rijststoompanfabrikant
Hij geeft toch steeds stoom af?
Hoeveel tonnen rijst heb ik verdomme al niet gewassen. ’s Morgens opstaan en rijst wassen, de tafel dekken en weer rijst wassen, de pannen schoonmaken, de lepels schoonmaken, het toilet schoonmaken, weer rijst wassen. Vet schrapen uit een kippenbuik, rijst wassen, de ingewanden van een vis verwijderen, bosuitjes hakken. Weer rijst wassen. Een schip dat ronddrijft op een onmetelijke oceaan, de rijststoompan ‘Nog een Titanic’, moet dat dan mijn cruise zijn?
Replay, replay, replay
een ‘Nog een Titanic’ rijststoompan bij mij thuis voor anker,
te treurig voor woorden, hij komt de keuken niet uit.
rijst koken: walgelijk,
afwassen: walgelijk,
en als je dat niet meer hoefde, wat dan?
zo vroeg mij de rijststoompan
ik zou als een slang rijst eten en mijn mond afvegen,
antwoordde ik.
zodra de gasvlam de pan omsingelt als licht dat aanspringt in een projector,
raken de golven aan de kook
ramt het schip de ijsberg, wit als een filmdoek,
stroomt mijn dagelijkse beeld de nachtelijke zee in
en bij het kopje onder gaan, lichten ze helder op,
de duizend kamers, eindeloos rond als een filmrol,
met een langzame fade-out,
de vrouw die pan werd, die vrouw
kookt prompt droog in de witte golf waar sterren en figuranten borrelen,
de naam ‘Nog een Titanic’
gebouwd door de White Star-scheepswerf
gelaten loopt ze rond in een keuken op 4000 meter diepte
geeft aan de azuurblauwe zee rode roest af.

Another Titanic

Another Titanic, now a pot.
Built, 1911, in Southampton.
Twenty-two knot, a passenger liner, over
two thousand aboard on her voyage.
Dismantled the year I married, and now
turned into a toaster, a teakettle, a Chinese wok, and
a Korean pressure cooker.
A grand beast, wounded all over.
A retired captain, still unfit for life on land.
Though nothing but a rice pot,
trouble persists.
Uninspired to cook, I called the pressure-cooker company to complain:
Why does it leak steam?
How many tons of rice have I rinsed? Rising at dawn, rinsing rice,
setting the table, rinsing rice again, scrubbing pots, polishing
spoons, scrubbing the bathroom, rinse, rinse, rice, rice. Scraping
chicken fat off its belly, rinsing rice, taking out fish guts, chopping
scallions, rinse, rice, rinse, rice. A ship afloat on the infinite ocean,
“Another Titanic” brand rice cooker: Is this really my voyage?
Replay, replay, replay
. “Another Titanic”, a Korean rice cooker at anchor in my house.
Wretched thing never left the kitchen.
Sick of cooking.
Fed up with doing dishes.
What else would you rather do?
the pot asked.
I’d eat, wipe my mouth, and slip out like a snake,
I answered.
As flames surround the pot like light pouring from a movie projector, the waves simmer.
When the ship collides with the iceberg, white as a movie screen,
my day’s apparition sinks into the night ocean.
A thousand rooms, lit up under the water,
whirling like a film reel.
With a slow fadeout,
she who became the rice pot soon
vaporizes in the seething white wave with movie stars and extras.
Named “Another Titanic”
built by the White Star Shipbuilding Company,
wandering in the kitchen four thousand meters down
letting scarlet rust seep into the deep green ocean.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère